Bij neurologische problemen kan er sprake zijn van overmatige slaperigheid, epilepsie, verminderd verstandelijk vermogen, duizeligheid, oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen, spierstijfheid of juist zwakte, gevoelsstoornissen en tintelingen.
Het zenuwstelsel bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen. Voorbeelden van neurologische aandoeningen zijn de ziekte van Parkinson, epilepsie, multiple sclerose (MS) en verschillende spierziekten. Ongeveer 6% van alle euthanasiemeldingen heeft betrekking op aandoeningen van het zenuwstelsel.
De neuroloog onderzoekt de spierreflexen om inzicht te krijgen in het functioneren van de motorische zenuwen en de zenuwverbindingen in het ruggenmerg en de toestand van de perifere zenuwen. De neuroloog kan de reflexen opwekken door met een reflexhamer zachtjes tegen bijvoorbeeld de knie of de enkel te slaan.
Bij een neurologische ziekte is sprake van veranderingen in de hersenen. Dit kan verschillende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor het bewegen en het aansturen van de spieren, maar ook voor zaken als concentratie, geheugen, woordvinding en planning – dit noemen we cognitieve problemen.
'We weten dat stress en spanning een rol spelen bij het ontstaan van de klachten. Het kan zijn dat mensen op de één of andere manier te veel van zichzelf vragen in bepaalde situaties. Ook komt het voor dat mensen een medische ingreep hebben gehad, waarna ze een functioneel neurologische stoornis ontwikkelen.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
De neuroloog heeft aanvullende onderzoeken nodig, zoals een MRI, slikvideo, bloedonderzoek, enz. om te zoeken naar de oorzaak van de klachten. Wanneer de neuroloog het vermoeden heeft dat het om ALS gaat, volgt vaak een verwijzing naar ALS Centrum Nederland.
Er bestaat geen specifieke diagnostische test voor MS. De diagnose MS wordt daarom gebaseerd op een combinatie van klinisch onderzoek (symptomen en lichamelijk onderzoek), beeldvorming (MRI) en/of laboratoriumonderzoek (ruggenprik en/of bloedtest).
Neem dan contact op met uw huisarts. Die verwijst u eventueel door naar een neuroloog. De neuroloog kan onderzoek doen naar uw hersenfuncties. Soms is aanvullend onderzoek nodig met bijvoorbeeld een CT-scan, een MRI-scan of een EMG-onderzoek.
Daarna gaan de symptomen echter sterk uiteenlopen. Mensen met MS ondervinden vaak meer mentale gebreken dan mensen met ALS. Mensen met ALS krijgen vaak meer fysieke problemen.
Het zenuwstelsel bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen. Chronisch betekent aanhoudend. Voorbeelden zijn: niet-aangeboren hersenletsel, spina bifida, hydrocephalus, cerebrale parese, multiple sclerose (MS), epilepsie, de ziekte van Parkinson en dementie.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
In een anamnese gesprek en een neurologisch onderzoek zal de neuroloog erachter proberen te komen waar de duizeligheid vandaan komt. De diagnose zal worden besproken en uitgelegd. U krijgt ruimschoots de gelegenheid vragen te stellen. Het voorgestelde behandelplan is afhankelijk van de oorzaak van uw duizeligheid.
Een neurologische aandoening is een aandoening van het zenuwstelsel. Structurele, biochemische, of elektrische onregelmatigheden in de hersenen, het ruggenmerg of andere zenuwcellen kunnen een verscheidenheid aan symptomen veroorzaken.
De ziekte MS begint meestal (in 80% van de gevallen) met 'schubs'. Bij een schub ontstaan vrij plotseling neurologische klachten die minstens 24 uur aanhouden. Een schub wordt meestal gevolgd door een remissie.
Met MRI-onderzoek wordt geprobeerd meer inzicht te krijgen in veranderingen die optreden in de hersenen van patiënten met ALS, PSMA en PLS. Met een MRI- scanner maken we opnames van de hersenen van patiënten en controlepersonen.
ALS kan op elke volwassen leeftijd ontstaan, maar meestal tussen de 40 en 60 jaar. De snelheid van achteruitgang is bij iedere patiënt verschillend. Patiënten overlijden door zwakte van de ademhalingsspieren, gemiddeld drie jaar na de eerste verschijnselen.
Spierkrampen en fasciculaties zijn vaak de eerste verschijnselen van ALS en worden veroorzaakt door schade aan de motorische voorhoorncellen. Spierkrampen treden vaak 's nachts op en kunnen zeer pijnlijk zijn.
De oorzaak van pijn bij MS zit vooral in de beschadigingen van het zenuwweefsel. Ook deze geven signalen af naar de gebieden in het brein die betrokken zijn bij pijn. Verder is er pijn die ontstaat door langdurige mentale overbelasting. Denk aan hoofdpijn of buikpijn bij langdurige stress.
De depressie kan in deze casus beschouwd worden als onderdeel van het neurologische beeld ofwel als sterk genetisch bepaalde depressieve stoornis met ernstig suïcidegevaar.
Onderzoek naar een mogelijke spierziekte omvat vrijwel altijd een bloedonderzoek. Belangrijk is de bepaling van de hoeveelheid creatinekinase (CK) in het bloed. Het enzym creatinekinase speelt een rol in de energievoorziening van de spier.
Bij een functionele neurologische stoornis heeft iemand problemen met zien, horen, praten en/of bewegen. Er gaat iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. De klachten hebben vaak grote invloed op iemands dagelijks leven. Deze stoornis heette eerder ook wel conversiestoornis.