Het inbrengen van de katheter kan gevoelig of pijnlijk zijn. Ook kan het zijn dat u direct na het inbrengen van de katheter het gevoel heeft dat u moet plassen. Dat kan enkele dagen duren, maar geeft niet. De urine vloeit vanzelf weg via de katheter.
Na het inbrengen van de blaaskatheter kunt u last hebben van een branderig gevoel in de plasbuis, het gevoel dat u moet plassen of blaaskrampen. Dit verdwijnt meestal na enkele dagen.
De eerste dagen na het verwijderen van de blaaskatheter kan uw plasbuis branderig/pijnlijk aanvoelen, waardoor u wat vaker dan normaal naar het toilet moet. Ook kan de eerste dagen de urine wat troebeler zijn of kan er wat bloed in de urine zitten. Door regelmatig goed te drinken wordt de urine snel helder.
Door het handmatig leegtrekken kunnen gerimpelde ballonrandjes (zie foto) ontstaan waardoor het uittrekken van de katheter gevoelig of pijnlijk kan zijn voor de patiënt.
Pijn aan de plasopening veroorzaakt door wrijving van de sonde. Verstopping van de sonde: urine met bloedklonters of vlokken kunnen de sonde laten verstoppen. Neem contact om met de dienst urologie, huisarts of spoedgevallen om de sonde door te spoelen. Pijn bij het zitten door druk van de sonde op de plasbuis.
Door het vervangen of verwijderen van de katheter voor aanvang van de therapie is het mogelijk een urinemonster te nemen dat een betere weergave geeft van de verwekkers van de urineweginfectie, de uropathogenen (Raz, 2000).
Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt. Met een verblijfskatheter kunt u bijna alles doen wat u gewend was. De urine wordt opgevangen in een opvangzak.
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
Blaaskatheter U heeft een katheter gekregen om de urine continu uit de blaas te laten aflopen. Een opgeblazen ballonnetje, aan de punt van de katheter, zorgt ervoor dat de katheter er niet uit kan vallen. De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten.
Als u niet meer goed kunt plassen, is soms een blaas- katheter nodig. De blaaskatheter helpt urine af te voeren uit uw blaas. De blaaskatheter wordt verwijderd als u weer normaal kunt plassen. Sommige mensen hebben een blaaskatheter voor korte tijd nodig, andere mensen voor langere tijd.
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
Inbrengen van katheter via de plasbuis
De verpleegkundige maakt de uitgang van uw urinebuis schoon met natte gazen. Hierna wordt een verdovende gelei in de urinebuis gespoten. Dit kan een branderig gevoel geven. De verpleegkundige brengt de katheter via de urinebuis in uw blaas.
Bij harde ontlasting kunt u de neiging krijgen om te persen en als gevolg daarvan kan er urine langs de katheter lopen. Om uw ontlasting soepel te houden is het ook van belang om genoeg te drinken. De arts of verpleegkundige zal u vertellen of en wanneer de katheter verwisseld moet worden.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
Is zelf katheteriseren pijnlijk en blijft het pijnlijk? In het begin kan zelf katheteriseren gevoelig zijn. De plasbuis is nog niet gewend aan de katheter. Meestal verdwijnt dit gevoel als u vaker katheteriseert.
Als u voor het eerst begint met zelfkatheterisatie kan het ongemakkelijk aanvoelen. Probeer te ontspannen, adem een keer diep in en probeer het nog een keer. Als het ongemak aanhoudt of als u pijn ervaart, moet u uw arts of verpleegkundige onmiddellijk hiervan op de hoogte stellen.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
De urine-opvangzakken spoelt u na gebruik om met lauwwarm water. De katheter mag er 3 tot 12 weken in blijven zitten, dit is afhankelijk van de soort katheter die u heeft gekregen. Hoe vaak de katheter wordt vervangen, is afhankelijk de soort katheter, steenaanslag en het advies van de arts.
Uitvallen van de katheter
Als de katheter eruit is gevallen, moet een nieuwe worden ingebracht. Overdag kunt u hiervoor contact opnemen met uw huisarts of met de polikliniek Urologie. Neem 's avonds en in het weekend contact op met de huisartsenpost.
Als de katheter op de afdeling is verwijderd, moet u elke 2 uur gaan plassen. Pijn in uw onderbuik of flanken kan een teken zijn dat uw blaas vol is. Dan moet u eerder gaan plassen. Dit geldt zowel voor overdag als 's nachts.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
De diameter van een katheter wordt uitgedrukt in Charrière. De Charrière is een meeteenheid voor kleine diameters en wordt aangeduid met 'Ch'. De waarde van één Ch is ⅓ mm. Of andersom: 1 mm = 3 Ch.