Lymfekliermetastasen van hoofd-halskanker uiten zich door een zwelling in de hals. Zo'n zwelling is meestal niet pijnlijk. Niet alle zwellingen in de hals zijn uitzaaiingen, en niet alle uitzaaiingen geven direct een voelbare of zichtbare zwelling.
Via de lymfevaten komen de kankercellen in de lymfeklieren. Van een uitzaaiing in een lymfeklier merkt u in het begin niets. Het duurt maanden tot jaren voordat de lymfeklier zo groot is dat u deze kunt voelen. U voelt dan een stevig bolletje onder de huid van ongeveer 1 tot 2 centimeter groot.
Een lymfeklier met een uitzaaiing doet geen pijn, voelt aan als een harde knikker. U kunt de uitzaaiing voelen als deze ongeveer een centimeter groot is. Een lymfeklier wordt ook groter bij een infectie. Het verschil: dan is de klier wel pijnlijk en slinkt meestal na enkele weken.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Kanker gaat niet altijd gepaard met pijn. In de beginfase van de ziekte heeft ongeveer 30% van de patiënten pijn, in een later stadium gemiddeld 60-80% van de patiënten. De meeste pijn ontstaat als er sprake is van uitzaaiingen. Naast lichamelijke oorzaken spelen ook emoties een rol bij de beleving van pijn.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Gezwollen lymfeklier(en): het eerste teken van de ziekte van Hodgkin is meestal een gemakkelijk voelbare zwelling van een of meerdere lymfeklieren in de hals, de oksel of - zeldzamer - de lies. Gewoonlijk zijn die zwellingen niet pijnlijk. Bij uitbreiding van de ziekte kan vermagering, koorts of transpiratie ontstaan.
Lymfeklieren in de hals kunnen groter worden. Ze kunnen ook pijn doen of warm aanvoelen. U voelt ze voorin de hals, in de nek of achter een oor. U voelt ze aan één kant of aan beide kanten in uw hals.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Als lymfoedeem eenmaal ontstaat gaat het niet vanzelf weer weg en het kan zeer hinderlijk zijn. De klachten die kunnen ontstaan bij lymfoedeem zijn: zwelling, een vermoeid en zwaar gevoel, pijn of tintelingen, beperkingen in de bewegingen en of beperkingen in het dagelijks functioneren, huidafwijkingen en infecties.
Het lichaam kent veel verschillende typen lymfocyten. De hoofdgroepen zijn B-lymfocyten en T-lymfocyten. Lymfeklierkanker wordt meestal gevonden in de lymfeklieren, en soms in aangrenzende organen van deze klieren, zoals de longen of de lever.
Kanker van lymfekliercellen die vanuit de lymfeklieren kan uitzaaien naar andere lymfeklieren of organen, waarbij de eigen immuniteit tekort schiet om dit proces tegen te gaan.
Een PET-CT-scan, is een onderzoek waarmee we met een radioactieve stof kunnen kijken hoe weefsels of organen werken. De afkorting 'PET' staat voor 'positron emissie tomografie'. De afkorting 'CT' staat voor 'computer tomografie'. Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Met een naald of een mesje halen we een stukje weefsel weg. Meestal doen we een paar keer, om genoeg weefsel te krijgen voor het onderzoek. De biopsie kan heel even pijn doen.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Wanneer kankercellen in een lymfeklier uitzaaien spreken we van een lymfekliermetastase. Uitzaaiingen (metastasen) ontstaan doordat kankercellen losraken van de tumor en zich verplaatsen via de lymfebanen.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.