Hechting is de emotionele band die je opbouwt met je kind. Die wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd en is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind krijgt daardoor zelfvertrouwen, ontwikkelt veerkracht en kan ervan leren.
Hechtingsstoornissen komen vooral voor na ernstige verwaarlozing, misbruik of mishandeling, of wanneer een kind veel verschillende opvoeders of verzorgers heeft gehad. Het kind moest overleven in een ongebruikelijke omgeving en heeft als reactie hierop een stoornis ontwikkeld.
Uit onderzoek blijkt dat voor kinderen met een hechtingsstoornis een veilige en stabiele plek in een gezin positief werkt. Verder moet er een emotioneel beschikbare, betrouwbare opvoeder zijn, bij wie het kind zich veilig voelt en op wie het kind leert vertrouwen.
Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie. Onder normale omstandigheden ontwikkelen kinderen de eerste gehechtheidsrelaties met volwassenen als ze tussen de zes en twaalf maanden oud zijn.
Een kind voelt zich veilig en ontspannen als het weet dat het goed gaat met de relatie tussen de ouders en dat ze elkaar respecteren. Dus vergeet vooral niet om oprechte aandacht in elkaar als partner te blijven steken en doe regelmatig ook iets leuks met zijn tweeën (en praat dan niet alleen over de kinderen).
Gehechtheidsrelaties kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: veilig, onveilig vermijdend, onveilig ambivalent en gedesorganiseerd.
Een hechtingsprobleem herkennen
Het kan zijn dat een kind het liefst contact en nabijheid van andere mensen vermijdt, of juist veel toenadering zoekt. Een kind met dit gedrag laat zien dat het weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen heeft. Laat je kind moeilijk gedrag zien? Reageert het snel boos en agressief?
Wanneer er sprake is van een goede hechting, wordt dat een veilige hechting genoemd. Kinderen die veilig gehecht zijn zoeken direct contact met of de nabijheid van degenen met wie ze een gehechtheidsrelatie hebben. Ze laten zich snel door hen geruststellen en durven van alles te onderzoeken en ontdekken.
Wat is oudervervreemding? 'Bij een verstoorde ouder-kindrelatie is het systeem van het gezin uit balans. Het is een extreem voorbeeld hoe het kind uit beeld kan raken, terwijl zowel vader als moeder juist strijden voor het belang van het kind. Er is dus niet één ouder die het 'doet' of schuldig is.
Een onveilige gehechtheid is wel een risicofactor, maar ook wat vanuit het gewone dagelijkse leven te herstellen is. Door nieuwe (wel goede) ervaringen op te doen. Eventueel met extra hulp; een periode behandeling is ondersteunend om oude pijn op te ruimen en nieuwe goede ervaringen binnen te laten komen.
Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. Kinderen die niet geleerd hebben om rekening te houden met anderen of zich moeilijk kunnen inleven, komen in de problemen in sociaal contact.
Naast de ouders hecht een kind zich aan andere volwassenen die een stabiele rol spelen in zijn leven, zoals de grootouders of een crècheleidster. Zo ontstaat een netwerk van gehechtheidsrelaties, al hebben kinderen vaak wel een voorkeur voor de ene persoon boven de andere.
Kinderen met hechtingsproblemen hebben weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen. Ze vinden het moeilijk zich kwetsbaar op te stellen. Ze kunnen niet geloven dat ze op andere mensen kunnen rekenen. Hechtingsproblemen kun je oplossen.
Wat is hechtingstrauma? Hechtingstrauma komt voor wanneer je als kind niet tegemoet bent gekomen in je behoefte aan warmte, nabijheid en veiligheid. Dit komt voor in gevallen zoals: emotionele, fysieke, seksuele trauma's, scheiding, het verliezen van een belangrijk hechtingsfiguur, verlating of afwijzing.
Aan het einde van het vierde levensjaar is het proces van hechting grotendeels afgerond. Als het goed is, is je kind tegen die tijd veilig gehecht. Dat geldt voor ongeveer 70 procent van alle kinderen.
Als een kind door omstandigheden onveilig gehecht is, hoeft dat niet blijvend te zijn. Een onveilige hechting kan zich herstellen naar een veilige hechting, in elk geval tot een kind zes jaar oud is. Andersom kan het ook: een veilige hechting kan veranderen in een onveilige hechting, maar dat komt minder vaak voor.
Het kind hecht zich aan die personen die adequaat reageren op de signalen van het kind. De kwaliteit van de relatie en de continuïteit van de relatie is belangrijker dan de kwantiteit. Goed reageren op de behoeftes van het kind is dus belangrijker dan veel tijd met het kind doorbrengen.
Hoe ontstaat onveilige hechting? Onveilige hechting ontstaat door een onstabiele jeugd. Denk bijvoorbeeld aan een jeugd waarin je opgroeide bij ouders die er niet voor je waren, je aan je lot hebben overgelaten of waarbij je je emoties niet veilig kon uiten.
Met hechting bedoelen we de band tussen jou en je ouders of verzorgers die ontstaat in je eerste levensjaar. Hechting is je verlangen om de nabijheid te zoeken van een of meerdere specifieke personen die voor jou als baby van levensbelang zijn. Degenen die je voeden, troosten en een gevoel van veiligheid geven.
Het eerste patroon is de veilige hechting. Kinderen die geholpen en getroost worden, ontwikkelen een positief zelfbeeld: ze voelen dat ze het het waard zijn om aandacht te krijgen en geliefd te worden. Tegelijkertijd ervaren ze dat anderen betrouwbaar en beschikbaar zijn. Dit leidt tot een positief beeld van de ander.