Gevolg van een teveel aan sla is diarree bij de vogel(s). Een stukje sla ter grootte van een jampot deksel is bijvoorbeeld meer dan genoeg voor 2 vogels ter grootte van een kanarie. Voor fruit geldt dat deze zeer goed moeten worden gewassen en in kleine stukjes moet worden aangeboden.
Ook kun je kanaries groente en fruit bijgeven. Geef nooit avocado! Dit is giftig voor vogels. Geef daarna nooit teveel sla; dit kan diarree veroorzaken.
Wat je vogels het beste kunt voeren, verschilt per jaargetijde. Zo hebben vogels in het voorjaar en in de zomer vooral behoefte aan eiwitrijk voedsel, zoals insecten, meelwormen en rupsen. In het najaar en de winter hebben ze juist meer baat bij vitamines en vetrijk voedsel, zoals bessen, noten, pinda's en vetbollen.
Pitten van steenvruchten, zoals kers, abrikoos, perzik, pruim en ook appel, bevatten cyanide (blauwzuur). Dit is giftig en daarom moet u deze niet aan uw vogel geven.
Geef uw parkiet gerust eens een stukje fruit of wat groenvoer, bv.Andijvie, witlof, komkommer, wortel, appel of sinaasappel.
Vogels voeren
Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Ze houden ook van andijvie, sla, appels, bananen, druiven en geraspte wortelen. Let erop dat alles wat je hem geeft onbespoten is en niet te veel is belast door uitlaatgassen. Was het fruit, het groenvoer en de takken goed voordat je het aan de vogel geeft, ook al zit hij vol verwachting in zijn kooi.
Ook groenvoer of wat fruit mag u aan uw kanarie geven, maar wel steeds een klein stukje. Wat kanaries lekker vinden, is bijvoorbeeld andijvie, witlof, komkommer, wortel, appel of sinasappel.
Egels, vogels en spitsmuizen eten graag slakken. Je maakt je tuin gastvrij voor deze natuurlijke vijanden van slakken door ze een schuilplaats te bieden onder struiken of stapels takken. Een groene tuin is uitnodigend voor allerlei insecten en dieren. Ook padden en kikkers vinden een slak een lekker maaltje.
Wat niet: Geen producten met zout. Geen melk. Geen vetbollen of pinda's in een (plastic) netje, vogels kunnen erin verstrikt raken en het genereert zwerfafval.
– Er zitten in paprika's meer dan 30 soorten carotenoïden. Naast de afvoer van giftstoffen in het lichaam, hebben deze stoffen ook een belangrijke functie in de kleur en kwaliteit van de bevedering van vogels. – Ook is paprika een bron van vitamines, zeker van vitamine C en A.
Geschikte rauwe groenten en kruiden zijn bijvoorbeeld basilicum, munt, witlof, erwten, aubergine, courgette en paprika.
Wat blijkt: patat en brood hebben niet de juiste voedingswaarde. Bovendien kost de vertering van dit soort voedsel dieren meer moeite 'want ze zijn er niet op gebouwd'. Voeren is ook niet goed voor de lijn. Dieren worden lui en lusteloos.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood. Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voeder je best als geheel en niet in kleine stukjes.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten.In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
Vogels hebben voedsel nodig om te overleven, dus als er in de omgeving geen voedsel is, zullen ze waarschijnlijk niet naar een vogelhuisje komen. Het kan dus helpen om in de omgeving van je vogelhuisje extra vogelvoer aan te bieden.
Voedsel: ongezouten (dop)pinda's, vetbollen, zonnepitten, pindablokken, Premium pinda's en Pindacakes.
Merels eten graag wormen, insecten en fruit, maar ook zaden staan op het menu. Als het bereikbaar is eten ze ook graag van vetproducten. Meestal zullen ze het geknoeide voer onder een voedersilo of pindacake opeten, maar ook op voedertafels verschijnen ze veelvuldig.
Enkele fruitsoorten die je prima aan je vogel kunt geven zijn: appel, banaan, kiwi, mandarijn, sinaasappel, wortel, tomaat, peer, druif en ananas.