Welk lidwoord (de of het) hoort bij het zelfstandige naamwoord saldo? Is het de saldo of het saldo? Het juiste lidwoord die je voor het woord saldo moet gebruiken is:
Het saldo
Aanwijzend voornaamwoord:
Dit of deze:
dit saldo
Dat of die:
dat saldo
Bezittelijk voornaamwoord:
Onze of ons:
ons saldo
Jouw of jou: jouw saldo
Onbepaald voornaamwoord:
Elke of elk:
elk saldo
Meervoud van saldo
Is het saldi of saldo's? Het woord saldo heeft in het Nederlands meerdere correcte meervoudsvormen. De correct gespelde meervoudsvormen voor saldo zijn:
SaldiSaldo's
Wanneer je in het meervoud -s achter het woord plakt verandert de uitspraak. Dit geldt meestal bij de klinkers a, o, u en y. Daarom plaats je een apostrof (dus -'s) omdat dat nodig is voor de uitspraak. Je zou anders zeggen [saldos] in plaats van [saldoos]. Omdat saldo een leenwoord uit het Italiaans is kan het oorspronkelijke meervoud ook worden gebruikt. Er zijn geen andere meervoudsvormen mogelijk voor het woord saldo. De enige correcte meervoudsvorm in het Nederlands zijn saldo’s en saldi.
Betekenis saldo
Er is één definitie voor het woord saldo:
het eindbedrag wanneer alle tegoeden en verplichtingen in rekening gebracht zijn
Bron: WikiWoordenboek, CC BY-SA 3.0.
Uitspraak saldo
Beluister het audiostand om te horen hoe je saldo uitspreekt.
Bron: wikimedia, CC BY-SA 3.0.
We zijn wettelijk verplicht om u toestemming te vragen voor het gebruik van cookies. Meer info.
Ok, prima