Wat is het meervoud van
ik-tijdperk
?
Het woord ik-tijdperk heeft in het Nederlands één meervoudsvorm die eindigt op -en. De correct gespelde meervoudsvorm voor ik-tijdperk is:
Ik-tijdperken
Gerelateerd aan ik-tijdperk
De of het ik-tijdperk
Betekenis ik-tijdperk
Hoe spreek je ik-tijdperk uit?