De Staten-Generaal zijn sinds 1814 de volksvertegenwoordiging, ofwel het parlement, van Nederland. Bij de Grondwet van 1815 werd een tweekamerstelsel ingevoerd en sindsdien bestaat de Staten-Generaal uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
In de Staten-Generaal kwamen de delegaties (afgevaardigden) bijeen van de zeven provincies die samen de Republiek vormden. Iedere provincie vaardigde een delegatie af naar de Staten-Generaal. De omvang daarvan varieerde tussen de twee en achttien leden. Maar ieder gewest had in de Staten-Generaal slechts één stem.
Sinds 1814 bepaalt de Grondwet dat de Staten-Generaal het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigen. Last en ruggespraak werden toen verboden (sinds de Grondwetsherziening van 1983 is het verbod op houden van ruggespraak vervallen). In 1814-1815 bestond de Staten-Generaal uit één Kamer.
De officiële benaming voor het Nederlandse parlement is Staten-Generaal. Sinds de grondwetswijziging van 1815 waarbij een tweekamerstelsel werd ingevoerd, bestaan de Staten-Generaal uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De naam Staten-Generaal stamt uit de vijftiende eeuw.
De Kamer heeft 75 zetels. De leden worden voor vier jaar gekozen door de leden van de Provinciale Staten van alle provincies en, vanaf 2019, ook door de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer in Caribisch Nederland. Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder rechten en bevoegdheden.
De Eerste Kamer kan geen wijzigingen aanbrengen in een wetsvoorstel, maar een voorstel alleen goedkeuren of verwerpen. De Eerste Kamer mag de regering ook controleren, maar maakt niet zo vaak gebruik van die mogelijkheid.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal, kortweg de Tweede Kamer, vormt samen met de Eerste Kamer de Nederlandse Staten-Generaal, de landelijke volksvertegenwoordiging voor Nederland.
Het Nederlandse kabinet bestaat uit alle ministers van de zittende regering, met hun staatssecretarissen. Een kabinet draagt de naam van de regeringsleider, die minister-president wordt genoemd (bijvoorbeeld: kabinet-Rutte), eventueel met een (Romeins) volgnummer (bijvoorbeeld: kabinet-Balkenende I).
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
De Verenigde Staten van Amerika bestaan uit vijftig staten (dat wil zeggen deelstaten) die in een zekere mate van onafhankelijkheid van de Amerikaanse federale overheid kunnen opereren.
Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Artikel 67, lid 3 van de Grondwet bepaalt dat leden van de Staten-Generaal in de Kamer stemmen zonder last. Hoewel Eerste Kamerleden gekozen worden via de kieslijst van een politieke partij, hebben zij als Kamerlid officieel een onafhankelijke positie ten opzichte van die partij.
De Eerste Kamervoorzitter is ook Kamerlid. Hij neemt deel aan de vergaderingen van zijn fractie en stemt in de plenaire vergadering mee. Sinds 2 juli 2019 is Jan Anthonie Bruijn (VVD) voorzitter van de Eerste Kamer.
De hoogste ambtenaar van Holland, de raadpensionaris, functioneerde als een soort minister-president, minister van financiën en minister van buitenlandse zaken tegelijk. Daarnaast was er meestal nog een Oranje die het ambt van stadhouder bekleedde.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle. De Eerste Kamer is bevoegd wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd aan te nemen of te verwerpen.
De regering in Nederland is belast met het bestuur ofwel de uitvoerende macht. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers, zo bepaalt art. 42 lid 1 Grondwet. Een vergadering van de voltallige regering (onder leiding van de Koning), ook wel kabinetsraad genoemd, vindt zelden plaats.
Het kabinet-Rutte IV heeft twaalf ministeries plus acht ministers zonder portefeuille: Ministerie van Algemene Zaken (AZ) Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)
Een regeringscoalitie is een samenwerking van twee of meer politieke partijen, meestal met een meerderheid van zetels in het parlement, die een regering steunen zodat die een deel van hun doelstellingen werkelijkheid kan maken.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
In Nederland wordt de Eerste Kamer der Staten-Generaal officieus ook wel de Senaat genoemd. In België is Senaat de officiële naam voor het hogere huis van de volksvertegenwoordiging.
Een staatssecretaris treedt in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister op. De staatssecretaris is uit dien hoofde verantwoordelijk, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister.