De eerste immigratie van Javanen naar Suriname in 1890 was een experiment op de plantage Mariënburg, eigendom van de Nederlandse Handel-maatschappij (NHM). Voor die tijd waren op de Surinaamse plantages vooral Hindostaanse contractarbeiders werkzaam (immigranten uit India, toen een deel van Brits-Indië).
Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van het land. De geschiedenis van Suriname is heftig geweest, vooral door de slavernij waar het land mee te maken kreeg in de zeventiende eeuw. Toen zijn hele bevolkingsgroepen uit andere landen naar Suriname gehaald.
Suriname werd in 1650 door Engelsen bezet en ontwikkeld als plantagekolonie met geïmporteerde slavenarbeid uit Afrika. In 1667 werd het door Nederlanders veroverd en is het, met korte onderbrekingen, tot 1975 een kolonie gebleven.
De Britten, Fransen en Portugezen waren de belangrijkste slavenhandelaars. Het Nederlandse aandeel in de slavenhandel was ongeveer 5 procent. Van dit half miljoen 'Nederlandse' slaven belandden ongeveer 275.000 Afrikanen in Suriname.
Na de afschaffing van de slavernij in 1863 was er in Suriname dringend behoefte aan arbeidskrachten. In de periode 1873-1916 emigreerden daarom ruim 34.000 Hindostanen uit Brits-Indië naar Suriname om daar als contractarbeider op de plantages te gaan werken.
De eerste immigratie van Javanen naar Suriname in 1890 was een experiment op de plantage Mariënburg, eigendom van de Nederlandse Handel-maatschappij (NHM). Voor die tijd waren op de Surinaamse plantages vooral Hindostaanse contractarbeiders werkzaam (immigranten uit India, toen een deel van Brits-Indië).
Hun ervaringen als contractarbeiders op de Nederlandse plantages in Suriname in de 19e eeuw brachten deze Indiërs ertoe om sterk vast te houden aan hun ideeën over de Indiase identiteit in Suriname , en zichzelf te identificeren als “Hindoestanen”.
Inheemse Surinamers zijn de oorspronkelijke bewoners van Suriname. Tot en met de jaren 1980, en informeel lang erna, was indianen als benaming algemeen gebruikelijk. Inheemsen wonen met name in het binnenland en op de oostelijke kustvlakte.
Suriname werd in 1650 door Britse kolonisten gesticht als plantagekolonie en werd in 1667 overgenomen door de Nederlanders. Vanaf het begin werden de plantages in Suriname bewerkt door dwangarbeiders, voornamelijk van tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika en, in mindere mate, inheemse mensen.
Zinspelen op slaveneigenaar
Namen als Winklaar, Hooi, Daal, De Windt, Geerman, Koeiman, Windster, Vrutaal, Thielman, De Palm, Werleman, Schoop, Boekhoudt, Meulens, Eisden, Schotborg, Paesch, Rasmijn, Plantijn, Koeks, Scharbaai, Roosberg en Toppenberg waren vrijwel onbekend in Nederland.
Surinamers zijn inwoners van Suriname, mensen die afkomstig zijn uit Suriname of mensen van Surinaamse afkomst. Suriname was een kolonie van Nederland en na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 en begin jaren 80 zijn veel inwoners van Suriname naar Nederland verhuisd.
Suriname is ongeveer 0,0066% van de wereldbevolking. Dus de kans dat je ooit een Surinamer in je leven bent tegengekomen is echt heel klein, tenzij je in de buurt woont . Dus mensen in Zuid-Amerika zullen waarschijnlijk weten dat Suriname bestaat.
De Aukaners, ook wel Okanisi (Aukaans: Ndyuka), is een marrons-stam in Suriname. Ze zijn afstammelingen van Afrikanen die vanaf de zeventiende eeuw door de Nederlanders per slavenschip naar Suriname werden gebracht om verkocht te worden aan slavenhouders.
Suriname was een Nederlandse kolonie van 26 februari 1667, toen Nederlandse troepen de Engelse kolonie van Francis Willoughby veroverden tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog , tot 15 december 1954, toen Suriname een afzonderlijk land werd in het Koninkrijk der Nederlanden.
De vijf grootste bevolkingsgroepen in Suriname zijn Hindostanen, Creolen, Marrons, Javanen en Chinezen. Verder leven er meerdere kleinere groepen zoals Boeroes, Brazilianen, Libanezen, Sefardische joden, oorspronkelijke bewoners en uiteraard Surinamers van gemengde afkomst.
DORDRECHT – De oudste Dordtenaar, Liesbeth Bienman-Pracht, is in 1915 geboren in Suriname.
Origine. De meeste tot slaaf gemaakte Afrikanen die naar Suriname werden vervoerd, kwamen uit westelijk Centraal-Afrika, de Goudkust (Ghana), de Bovenwindse Kust (Ivoorkust, Liberia) en de Baai van Benin. Duizenden tot slaaf gemaakten kwamen ook uit de Baai van Biafra en Sierra Leone.
Paramaribo werd in 1613 gesticht door Stoffel Albertszoon nabij het inheemse dorp Parmurbo. Rond 1665, tijdens de Britse bezetting, werd het dorp uitgebreid en overtrof het al snel de eerdere nederzetting Torarica.
400 jaar sinds het begin van de slavernij: 'De geschiedenis zit vol met beginmomenten, en het heden kan dat ook zijn' Vandaag staan we stil bij een grimmig hoofdstuk in de geschiedenis van ons land: het begin van een 400-jarig verhaal vol tragedie, ongelijkheid, veerkracht en overleving.
Binnen de groep Surinamers kan onder- scheid worden gemaakt naar etnische achtergrond. In Nederland zijn de volgende groepen te onderscheiden: Hindostanen, Creolen, Javanen, Chinezen en Marrons. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere bevolkingsgroepen, zoals Inheemsen (Indianen), Boeroes en Libanezen.
Tussen 1668 en 1682 waren er vier jaren waarin meer dan duizend slaven in de kolonie werden ontscheept, en onder de Zeeuwen kwamen er in totaal 8.745 in Suriname aan. In 1684 daalde dit aantal tot 59. De bereidheid van Europeanen om te investeren in plantageproductie in Suriname blijkt uit de grote verschepingen van Afrikanen.
De oorspronkelijke bewoners zijn de indianen, oftewel inheemsen. Samen met de creolen, Javanen, hindoestanen, Chinezen e Europeanen vormen zij een smeltkroes. Het bijzondere van Suriname is dat de culturen harmonieus naast elkaar leven.
Inheemsen worden in Suriname meestal onderverdeeld in bovenlands en benedenlands. Aan de kust (benedenlands) leven Lokono, die een Arowakse taal spreken, en de Caribisch sprekende Kali'na. In het binnenland zijn in het zuidoosten Wayana en in het zuiden Trio en Akurio te vinden.
In de jaren 1850 en 1860 gingen ongeveer 2500 Chinezen naar Suriname. De meesten werkten als contractarbeiders op de plantages . Nadat hun contracten afliepen, vonden velen kansen in de handel, voornamelijk in de detailhandel in levensmiddelen. De meeste mannelijke arbeiders waren getrouwd met niet-Chinese vrouwen.
Met Indië worden de voormalige kolonies in Zuid- en Zuidoost-Azië aangeduid: Brits-Indië (of Voor-Indië), dat onder meer de huidige landen Pakistan, India en Bangladesh omvatte, en Nederlands-Indië (ook Achter-Indië), het huidige Indonesië.