Het woord 'peter' is afgeleid van het Latijnse Pater (vader), zoals 'meter' afgeleid is van Mater (moeder). Bij de doopplechtigheid wordt vanouds over een nieuwe geboorte gesproken met een vader en moeder in het geloof. Grootouders, ooms (in Vlaanderen: nonkels) en tantes wordt meestal gevraagd peter of meter te zijn.
Bij het doopsel leggen de meter en peter de belangrijkste belofte af: als een of beide ouders vroeg zouden sterven, nemen zij de zorg voor het kind op zich. Daarom werd vaak voor dichte familieleden gekozen als meter of peter, denk maar aan een zus, een broer of een van de ouders van de mama of papa.
Traditioneel vormen een peter en meter samen de peetouders. Hun levenstaak bestond er oorspronkelijk uit om het kind bij te staan tijdens de christelijke opvoeding; in het bijzonder wanneer het kind één of beide ouders zou verliezen door een tragisch voor- of ongeval.
Als meter en peter koop je meestal iets van de geboortelijst. Zo weet je zeker dat het een gewenst cadeau is en dat de ouders de spullen nog niet hebben. Op die manier help je ze zeker verder en heeft het kindje alles wat hij of zij nodig heeft. Toch wil je graag ook nog een cadeau met een persoonlijke touch geven.
Zo moet een meter of een peter minimaal zestien jaar zijn en katholiek gedoopt en gevormd zijn. Meter en peter mogen niet de moeder of vader van de dopeling zijn. De meter en peter van de dopeling moeten ook de geschiktheid en intentie hebben om hun taak uit te oefenen.
Blijft over dat er een sterke wens bij de ouders of het petekind leeft om toch een peter en meter te hebben. Het kerkelijk wetboek voorziet niet in deze gevallen. Een wijziging aanbrengen in het doopboek is ook niet gebruikelijk.
En hoeveel kost dat? Veel kosten zijn er aan een doopsel niet echt. Je koopt de doopkleertjes (als je die niet hebt van je eigen doopsel) en een doopkaars . Je kunt altijd een vrijwillige bijdrage leveren aan de kerk.
Een petekind is dus het kind van wie men peter (peetoom) of meter (peettante) is. (1) Lia's petekind is vorige week gedoopt. (2) Op feestdagen stoppen veel peters en meters hun petekind een extraatje toe. Voor een 'kind van wie men meter is' wordt in België ook geregeld metekind gebruikt.
Gemiddeld geven mensen €50, met uitschieters tot €100 of zelfs €200. Oudere mensen geven meer dan jongeren. Meestal hebben mensen een duidelijk bedrag in hun hoofd, waar ze niet makkelijk van afwijken.
De peter en meter zijn degenen die het kind voor God voorstellen, zij vergezellen hem of haar om gedoopt te worden. Dit begrip van begeleiding, van getuigenis, is niet louter religieus; het kan ook in een seculiere context worden toegepast. Vroeger was de peetvader de verantwoordelijke voor de opvoeding van het kind.
Deze moet ouder zijn dan 18 jaar. Hij of zij mag niet lijden aan een geestelijke stoornis. Deze persoon mag niet onder curatele staan.
Vaak zijn dit de ouders, maar dat hoeft niet altijd. Het kunnen ook meter en peter zijn, grootouders, broers of zussen. De vormeling mag eigenlijk zelf twee personen kiezen die hij/zij belangrijk vindt om dat moment samen mee te delen. De enige regel is dat deze personen zelf gevormd moeten zijn.
Grootouders, ooms en tantes worden meestal gevraagd peter of meter te zijn. Bij een katholieke doop worden doorgaans twee getuigen gevraagd: een (mannelijke) peter of peetoom en een (vrouwelijke) meter of peettante.
De eerstgeborene kreeg standaard de grootouders als peetouders, de daaropvolgende kinderen kregen de tantes en nonkels. Vandaag de dag merken we echter op dat steeds meer jonge ouders vrienden en vriendinnen verkiezen voor deze functie. Twee peters of twee meters vragen is ook niet ongewoon.
Het woord 'peter' is afgeleid van het Latijnse Pater (vader), zoals 'meter' afgeleid is van Mater (moeder). Bij de doopplechtigheid wordt vanouds over een nieuwe geboorte gesproken met een vader en moeder in het geloof. Grootouders, ooms (in Vlaanderen: nonkels) en tantes wordt meestal gevraagd peter of meter te zijn.
Tussen de €10 en €50. Hoe dichter het familielid bij je staat, hoe hoger het bedrag. Zo geven de meeste mensen hun nichtje die ze af en toe spreken €10. Hun eigen kinderen krijgen €50.
Een box gevuld met spullen die jij voor jezelf nodig hebt na de bevalling. Van netonderbroekjes en maandverband, tot een handen- en oogcrème, deodorant en tepelbalm. Je vindt de Mombox in onze shop. Er is ook een variant met ons eerlijke moeder-boek erbij verkrijgbaar.
De meeste kersverse peters of meters geven ongeveer 250 euro uit aan hun eerste cadeautje. Dat lijkt veel, maar weet dat je als kersverse ouder al heel wat kosten hebt. Natuurlijk kan het ook iets bescheidener.
Het kind waarvan je peter of meter bent, is in het algemeen Nederlands je 'petekind'. Het maakt niet uit of het een jongen of een meisje is. In het Belgische Nederlands wordt ook 'metekind' gebruikt, voor een jongen of meisje van wie een vrouw meter is. Dat is standaardtaal in België.
De meeste mensen geven iets tussen de 25 en 50 euro, maar sommige bomma's, opa's, meters en peters trekken serieus hun portemonnee open en schenken bedragen van 100 tot 250 euro.
Je moet als ouders niet getrouwd zijn om je kindje te laten dopen. Als je dit wel bent, neem je best dit trouwboekje mee naar de doopviering. Na afloop van het doopsel kan het dan meteen ingeschreven worden. De kerk raadt aan het kind te laten dopen tussen de drie weken en drie maanden na de geboorte.
De ouders kan je een memorabel doop cadeau voor de baby geven zoals een gepersonaliseerd fotolijstje of een gipsafdruk van bijvoorbeeld het voetje van de baby. Richt jij je cadeau volledig op de baby dan kan je het beste denken aan een mooi stuk speelgoed, kleding of een handige accessoire.
Het argument voor de kinderdoop is hier dat de Heere Jezus zegt: het koninkrijk der hemelen is van hen. Ingaan in Gods verbond betekent: onderdaan worden van Gods koninkrijk. De kinderen die deel uitmaken van de gemeente worden niet op één lijn gesteld met de kinderen van heidenen.
'Ieder kind mag gedoopt worden, ongeacht de situatie waarin de ouders of zij die het ouderlijke gezag uitoefenen, zich bevinden: gehuwd, gescheiden of homoseksueel. ' Om een kind te laten dopen, moeten beide ouders hun toestemming geven. Vroeger waren dat meestal de natuurlijke ouders en een 'mama' en 'papa'.