Fietsstroken hebben in Nederland een wettelijke status. Er mag niet op of naast stilgestaan of geparkeerd worden, bij een doorgetrokken streep mag er door niet-fietsers geen gebruik van gemaakt worden. Fietsstroken worden gedefinieerd in artikel 1 (Lid N) van het RVV 1990.
Auto's mogen niet parkeren of stilstaan op een fietsstrook. Als er een doorgetrokken lijn langs de fietsstrook ligt, mogen auto's hier niet rijden. De fietsstrook is bestemd voor fietsers. U mag uw auto hier niet laten stilstaan.
Is aan de linkerzijde van de strook een doorgetrokken streep aangebracht, dan mag er geen ander verkeer dan de fiets van de strook gebruik maken. De fietser mag deze streep wel overschrijden om bijvoorbeeld met z'n tweeën naast elkaar te fietsen.
Een doorgetrokken streep die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindt, mag niet worden overschreden. Bestuurders mogen zich niet links van een doorgetrokken streep bevinden, indien die streep is aangebracht tussen rijstroken of paden met verkeer in beide richtingen.
Bij een fietsstrook is dit niet het geval. Op de fietsstrook mag in beginsel geen ander verkeer komen en er mag ook geen ander verkeer op stoppen of parkeren. Dat kan een verschil maken. Een auto haalde op een smalle straat een geparkeerde auto in net toen fietsers over de fietssuggestiestrook aankwamen.
Door een deelstreep afgescheiden gedeelte van de rijbaan, waarop fietssymbolen zijn aangebracht en dat bestemd is voor (brom-)fietsers. Een fietsstrook is een gemarkeerd gedeelte van de rijbaan specifiek bedoeld voor fietsers. Het is daarmee wat anders dan een fietspad dat buiten de rijbaan ligt.
Vrijliggende fietspaden zijn geen onderdeel van de rijbaan. Fietsstroken zijn dat wel. Je hebt ze in drie soorten: fietsstroken met doorgetrokken streep, met onderbroken streep en zogenaamde fietssuggestiestroken. De eerste twee zijn voorzien van een op de weg geschilderd fietssymbool.
Doorgetrokken streep
Een kantstreep bevindt zich langs de rand van de rijbaanverharding. Een doorgetrokken streep tussen rijstroken op rijbanen of paden met verkeer in beide richtingen betekent dat u die streep niet naar links mag overschrijden en dat u zich niet links van die streep mag bevinden.
Als aan de kant van de rijbaan een gele doorgetrokken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet stilstaan (of parkeren). Parkeer in de daarvoor aangegeven vakken. Even stilstaan voor in- en uitstappen mag dus ook niet.
Gele streep op de stoeprand
Is de lijn onderbroken, dan mag je hier niet parkeren. Is de lijn doorgetrokken, dan is zelfs stilstaan verboden. Net als laden en lossen of even snel uitstappen.
Door de rode kleur valt het onderscheid tussen de autorijbaan en de fietsstrook extra op. Dat zorgt voor meer duidelijkheid voor de weggebruiker en dus voor meer veiligheid. Er is overigens geen wet die bepaalt dat het fietspad een (rode) kleur moet hebben.
Bij de onderbroken rode fietspaden bij wegen van rechts heeft als het verkeer van rechts voorrang.
Fietsstroken zijn te herkennen aan het fietssymbool dat op de weg is aangegeven. Automobilisten mogen hier niet rijden, parkeren of stoppen. Wel mag een automobilist de onderbroken streep overschrijden om bijvoorbeeld af te slaan of een parkeerplaats op te rijden.
Je bent verplicht om het fietspad te gebruiken als er een is en het berijdbaar is. Het fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
Meestal een vrijliggend pad dat aangeduid wordt met bord G13. Fietsers mogen hier rijden. Bromfietsers mogen hier geen gebruik van maken.
Een fietssuggestiestrook duidt de positie van de fietser aan op de rijbaan. Deze stroken hebben een andere kleur of wegbedekking dan de rest van de rijbaan. Dit is geen fietspad, er zijn immers geen twee evenwijdige onderbroken strepen of verkeersborden die een fietspad aangeven.
Als aan de kant van de rijbaan een gele onderbroken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet parkeren. Stilstaan mag wel. U mag wel stilstaan om te laden of te lossen of om een passagier te laten in- of uitstappen.
Doorgetrokken streep mag u niet inhalen, dubbele doorgetrokken streep mag u HELEMAAL niet inhalen. Over die 18 cm was inderdaad wat te doen, dat is namelijk de officiele eis aan tussenruimte voor een dubbele doorgetrokken streep.
Een groene streep op de weg geeft aan dat de maximumsnelheid hier 100km/u is. De brede groene middenstreep maakt je extra alert op het gevaar van inhalen. Een groene streep op de weg met een onderbroken lijn geeft aan dat je op de weg wel mag inhalen. Aan de strepen kun je zien hoe hard je mag rijden.
GEEN MIDDENSTREEP EN ONDERBROKEN ZIJSTREPEN
Is er geen middenstreep en staat langs de weg een bord met 60 km/uur dan mag u maximaal 60 km/uur. Staat er geen snelheidsbord dan mag u 80 km/uur. Houd daarom goed de verkeersborden in de gaten, die blijven bepalend!
80 km/h mag je vaak op zogenaamde provinciale wegen of N-wegen. Ze vallen op door de middenstreep, welke al dan niet onderbroken is. Aan weerskanten zie je een onderbroken zijlijn.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Aangezien het een onderdeel van de rijbaan is, mag je er met de auto over rijden en mag je zelfs stilstaan of parkeren op een fietssuggestiestrook. Tenminste, als er geen bruikbare berm is, door verkeersborden geen parkeerverbod is en als de weg niet is onderverdeeld in rijstroken.
Een fietser heeft geen voorrang op oversteekplaatsen die fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen moeten volgen om de rijbaan over te steken. Deze oversteekplaatsen worden afgebakend door twee onderbroken strepen gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen.