Als je recht van overpad hebt, heb je recht het pad zelf te onderhouden. Je mag het bijvoorbeeld bestraten, zodat je er makkelijker overheen kan lopen. Dit doe je dan wel op je eigen kosten. Omgekeerd kan de eigenaar van de grond verlangen dat je het pad, voor zover nodig, goed onderhoudt.
U moet een recht van overpad geven
U moet uw buren toegang geven tot hun eigen grond. Een hek plaatsen om de weg af te sluiten mag niet, tenzij dit nodig is. Dan geeft u de buren een sleutel. Uw buren moeten het pad zo gebruiken dat u er zo weinig mogelijk last van heeft.
De titularis van een erfdienstbaarheid – die de eigenaar is van "het heersende erf" – mag alle onderhoudswerkzaamheden en bouwwerken uitvoeren die nodig zijn voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid en voor het behoud ervan.
Recht van overpad opheffen of afkopen
Het recht kan alleen in bepaalde gevallen worden opgeheven. Bijvoorbeeld als het onmogelijk is geworden om het pad te gebruiken. Of als de gemeente een nieuwe weg heeft aangelegd waarmee je de openbare weg ook kunt bereiken.
Vergoeding voor gebruik erfdienstbaarheid
In het tweede lid van artikel 5:70 BW is bepaald dat in de akte van vestiging aan de eigenaar van het heersende erf ook de verplichting kan worden opgelegd om aan de eigenaar van het dienende erf periodiek een geldsom te betalen, de zogenaamde retributie.
Het recht van overpad (of: recht van weg) is een recht om te komen of gaan via het perceel van een ander. Het recht van overpad is een erfdienstbaarheid. Dat betekent dat het gaat om een last waarmee de ene onroerende zaak (het dienende erf) ten behoeve van een andere onroerende zaak (het heersende erf) is belast.
Erfdienstbaarheden zijn in principe eeuwigdurend en gaan niet teniet door verloop van tijd, behalve wanneer uitdrukkelijk een tijdsbeperking in de titel is opgenomen. Ook door verkoop gaat de erfdienstbaarheid dus niet teniet.
De waarde van het overpad hangt af van de wijze van het recht: is het een persoonlijk recht (alleen u heeft het recht van overpad en niet een koper van uw huis) of is het recht van overpad als een erfdienstbaarheid vastgelegd in de eigendomsakte van uw huis (zie eigendomsakte).
Brandgangen zijn slechts bij uitzondering in eigendom/beheer bij de gemeente. In het merendeel van de gevallen betreft dit de woningbouwcorporatie of particulieren. De gemeente ontvangt regelmatig klachten over de toegankelijkheid van brandgangen.
De wet bepaalt dat iedereen op één of andere manier vanaf de openbare weg zijn perceel moet kunnen bereiken. Dat is geregeld in de Wegenwet. Uit de rechtspraak blijkt een achterom niet noodzakelijk is: het is wel fijn om achterom te kunnen gaan, maar niet meer dan dat.
Het dienende erf is eigenaar van de grond waarover het overpad plaatsvindt. Het heersende erf is de gebruiker van de overpad, maar heeft hier verder niets mee te maken. De eigenaar van het dienende erf is dus verantwoordelijk voor het onderhoud en de kosten die dit onderhoud met zich meebrengen.
Verharden van de uitweg
Overeenkomstig artikel 697 van het Burgerlijk Wetboek, heeft hij aan wie een erfdienstbaarheid verschuldigd is, het recht alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het gebruik en het onderhoud van de erfdienstbaarheid.
De eigenaar van het heersend erf mag alle werken uitvoeren die nodig zijn voor het gebruik van de erfdienstbaarheid, maar zal de kosten dan ook zelf dienen te dragen.
Een erfdienstbaarheid is het recht om gebruik te maken van een stuk grond (perceel), ook al bent u niet zelf de eigenaar. Voorbeelden zijn: Recht van overpad.
Een auto heeft een oppervlakte nodig van 2 bij 5 meter. Als u twee auto's naast elkaar op uw oprit wilt zetten moet u dus uitgaan van een breedte van tenminste 5 meter. Vaak is de oprit nog wat breder zodat er gemakkelijk langs gelopen of gefietst kan worden.
Alle huurders die gebruik maken van brandpaden en achtergangen, zijn samen verantwoordelijk voor het onderhoud hiervan. Wij vragen je dan ook deze paden netjes te houden en onkruidvrij te houden.
Is de bewoner een huurder dan is de verhuurder de eigenaar. Maar, de bewoner zelf is verantwoordelijk voor het onderhoud van het eigen deel van het achterpad. Is de bewoner een koper, dan is de koper meestal eigenaar van het eigen deel van het achterpad.
Alle eigendom van grond in Nederland staat geregistreerd bij het Kadaster. Inschrijvingen in het Kadaster moeten door een notaris worden gedaan. Ook wanneer je een deel van je perceel wilt verkopen dien je langs te gaan bij een notaris.
Van bevrijdende verjaring bij een erfdienstbaarheid is sprake als: U het bezit van het recht op een erfdienstbaarheid gedurende twintig jaar heeft uitgeoefend. Van verkrijgende verjaring bij een erfdienstbaarheid is sprake als: U langer dan tien jaar het bezit over het recht van erfdienstbaarheid heeft uitgeoefend.
De eis van 85 centimeter doorgangsbreedte is ook van toepassing voor de brandgang die een scheiding vormt tussen gemeenschappelijke tuin en privé tuinen. Hagen e.d. die in de privé tuinen staan dienen dan ook regelmatig gesnoeid te worden waardoor de doorgangsbreedte tenminste de vereiste 85 centimeter is.
In beginsel kan een erfdienstbaarheid slechts een verplichting voor het dienende erf inhouden om iets ten laste van het heersende te dulden of niet te doen. Een actieve verplichting voor het dienende erf moet op een andere manier geregeld worden. Dat kan bijvoorbeeld met een zogenaamde kettingbeding.
Erfdienstbaarheid is niet overdraagbaar maar gaat van rechtswege mee over wanneer het recht waaraan de erfdienstbaarheid is verbonden overgaat. Het blijft dus rusten op een perceel wanneer dit verkocht wordt.
Erfdienstbaarheid is een beperkt recht en moet worden opgenomen in een notariële akte. Beperkte rechten zijn verbonden aan de rechten waarop zij rusten (artikel 8 boek 3 Burgerlijk Wetboek en artikel 82 boek 3 Burgerlijk Wetboek).