Bewijslast volgens de wet dat “de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten, van die feiten of rechten de bewijslast draagt.” Dit “tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.”
In een procedure geldt dat een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten, die feiten moet bewijzen (die partij draagt dan de 'bewijslast').
De hoofdregel van het bewijsrecht is eenvoudig: wie zich beroept op rechtsgevolgen van gestelde feiten of rechten moet die feiten of rechten bewijzen (bewijslast). Lukt dat niet, dan worden de effecten van het bewijsrisico ondervonden: de rechter wijst de vordering af.
De verplichting tot het leveren van bewijs in een proces.
Wie stelt, bewijst
Ook in fiscale aangelegenheden geldt de regel 'wie stelt moet bewijs leveren'. Dat betekent dat u belastingverlagende zaken, zoals hypotheekrente die op uw inkomen in mindering is gebracht, moet bewijzen. En omgekeerd, dat wij moeten bewijzen dat u meer inkomsten hebt gehad dan u hebt aangegeven.
150 Rv (Wie stelt moet bewijzen) De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.
Heel kort gezegd: wie stelt, bewijst. Iets uitgebreider: de partij die zich op de rechtsgevolgen van bepaalde feiten beroept, zal deze moeten bewijzen, voor zover deze door de wederpartij in voldoende mate worden betwist.
Bewijs is in het strafrecht de informatie die aantoont dat de verdachte datgene heeft gedaan waarvan hij beschuldigd wordt. De beschuldiging staat normaal gesproken in de tenlastelegging, opgesteld door de Officier van Justitie als vertegenwoordiger van de staat.
Aannemelijk maken of doen blijken
In sommige gevallen is er een zwaardere bewijs nodig. In dergelijke gevallen is sprake van "aantonen" of "doen blijken". Het kan ook zijn dat de bewijslast volledig bij een belastingplichtige komt te liggen en ook nog in verzwaarde vorm, dit speelt bij de omkering van de bewijslast.
Als iemand niet de vereiste aangifte doet en de Inspecteur denkt of weet dat deze onjuist is, dan kan de Inspecteur de bewijslast omkeren. Dit wil zeggen dat de belastingplichtige moet bewijzen dat hij wel de juiste aangifte heeft gedaan en dat de stellingen van de Inspecteur niet juist zijn.
Partijen die zich beroepen op rechtsgevolgen van door hen gestelde feiten of rechten, dragen de bewijslast daarvan, luidt de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dat wordt ook wel samengevat met 'wie eist bewijst'.
Aansprakelijkheid bewijzen. In ons rechtssysteem geldt dat degene die beweert dat een ander aansprakelijk is voor letselschade en daarvoor schadevergoeding eist, dat zal moeten bewijzen. "Wie eist, bewijst! "Je moet de aansprakelijkheid van de ander kunnen aantonen.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Het bewijs moet wettig en overtuigend zijn. Dat betekent dat de veroordeling niet alleen gebaseerd moet zijn op de wettige bewijsmiddelen, maar dat de rechter ook persoonlijk de overtuiging moet hebben dat de verdachte het misdrijf heeft gepleegd. De overtuiging moet worden afgeleid uit de bewijsmiddelen.
bewijsopdracht (1 gevonden)
procesrecht - rechterlijke beslissing (in een tussenvonnis) waarbij een partij in de gelegenheid wordt gesteld bepaalde door hem gestelde feiten te bewijzen, meestal door het (laten) horen van getuigen.
Bewijsrisico betekent dat de partij die de bewijslast heeft, het risico draagt dat de gestelde feiten niet bewezen wor den. En dat geldt ook bij zogenoemde 'non liquet'situaties, wanneer de feiten niet bewezen kunnen worden, terwijl het tegendeel evenmin te bewijzen valt.
Duidelijke bewijsmaatstaf bij boetes
Opzet of grove schuld van de belastingplichtige is zo'n bestanddeel. De Hoge Raad geeft in dit arrest een heldere bewijsmaatstaf: de inspecteur moet de bestanddelen van een boete “doen blijken”. Dit houdt in dat de feiten en omstandigheden overtuigend moeten worden aangetoond.
Aannemelijk maken is iets anders dan bewijzen, maar bewezen rechtsfeiten kunnen wel een rechtsgevolg voldoende aannemelijk maken.
Het civielrechtelijk bewijsrecht is het geheel van rechtsregels die ertoe strekken om de rechter in een civiele procedure een redelijke mate van zekerheid te verschaffen omtrent de door partijen gestelde feiten, opdat deze tot de overtuiging komt dat de feiten zijn aangetoond.
Deze bewijsbeslissing staat binnen het strafrecht centraal. Om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van een strafbaar feit, moet er sprake zijn van (1) wettig bewijs en (2) overtuigend bewijs. Wat wettige bewijsmiddelen zijn, wordt opgesomd in de artikelen 338-344a Sv.
Het is aan de politie om op zoek te gaan naar een verdachte. Bewijsvergaring is een must. Denk hierbij aan het horen van getuigen of camerabeelden veiligstellen en bekijken. De politie legt de onderzoeksresultaten vast in een proces-verbaal en stuurt dit naar de Officier van Justitie (OvJ).
Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum. Bij huiselijk geweld kan dit bewijs bijvoorbeeld bestaan uit een aangifte en een proces-verbaal van bevindingen van de politieagenten die bevestigen dat de aangeefster letsel had.
Stelplicht. De stelplicht is de verplichting van de (veelal) eisende partij om die feiten en omstandigheden te stellen waarop de vordering is gebaseerd. In meer juridische bewoordingen; de partij die zich beroept op een bepaald rechtsgevolg, moet de feiten en omstandigheden stellen die tot dat rechtsgevolg leiden.
Er is sprake van een feitelijk vermoeden (tatsächliche Vermutung) wanneer een rechtbank – op basis van haar eigen ervaring of die van een deskundige – niet-bewezen feiten op grond van bewezen feiten kan vaststellen (indirect bewijs).
In artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat dat 'de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast ...