Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is steeds een schriftelijke machtiging vereist. In de praktijk is het meestal de hulpofficier van justitie die de machtiging afgeeft, maar ook een officier van justitie of een advocaat-generaal kan een machtiging afgeven.
Betreden is de toegang verschaffen tot een woning. Dit kan met of zonder toestemming van de eigenaar. Een agent betreedt een woning, omdat hij bijvoorbeeld de verdachte wil aanhouden. Hij mag dit op grond van artikel 6:1:7 van het Wetboek van Strafvordering.
Enkel de onderzoeksrechter of de gedelegeerde officier van de gerechtelijke politie kan de huiszoeking uitvoeren. Een huiszoeking met bevel van de onderzoeksrechter kan enkel tussen 05.00 uur 's morgens en 21.00 uur 's avonds.
Strenge regels rond bevoegdheid
Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.
Ben je verplicht de agenten binnen te laten? Neen. Je mag bijvoorbeeld voorstellen jouw medewerking aan het onderzoek te verlenen door naar het politiebureau te komen. De politieagent mag wél jouw woning binnen als hij een huiszoekingsbevel op zak heeft van de onderzoeksrechter.
Ook mag de politie een woning binnen gaan om directe hulp te verlenen. Bijvoorbeeld als iemand gereanimeerd moet worden. De politie moet wel aan veel regels voldoen als ze een woning zonder uw toestemming binnen gaat. Zo moeten de agenten zich legitimeren en uitleggen waarom ze uw woning in willen.
De huiszoeking kan gebeuren op de plaats van het misdrijf, in de woning van de verdachte en op alle andere plaatsen waarvan de onderzoeksrechter vermoed dat er voorwerpen zijn verstopt die bijdragen tot het ontdekken van de waarheid. Op al deze plaatsen kan de onderzoeksrechter ook overgaan tot inbeslagname.
Doorzoeking. Doorzoeking betreft elke vorm van onderzoek die verder gaat dan het zoekend rondkijken (Kamerstukken II, 23251, nr. 3 en Kamerstukken II, 25403, nr. 3), zoals het openen van (al dan niet) afgesloten kasten.
Nee. Alleen de ambtenaren die daarvoor geautoriseerd zijn door de politie. Omdat de politie zulke gevoelige persoonsgegevens verwerkt, stelt de wet strikte eisen aan het systeem dat regelt wie waar toegang toe heeft.
Bij zoekend rondkijken mag de opsporingsambtenaar alleen de voor de hand liggende voorwerpen in beslag nemen. Hij mag geen (al dan niet afgesloten) kasten openen. Dat valt immers onder doorzoeken.
Nee, dat mag de politie niet. De advocaat-generaal, de officier van justitie of de hulp officier van justitie dient op grond van artikel 9 Opiumwet en artikel 3 Algemene wet op het binnentreden een machtiging af te geven om het binnentreden van een woning (zonder toestemming van de bewoner) te rechtvaardigen.
a. de naam en de hoedanigheid van degene die de machtiging heeft gegeven; b. de naam of het nummer en de hoedanigheid van degene aan wie de machtiging is gegeven; c. de wettelijke bepalingen waarop het binnentreden berust en het doel waartoe wordt binnengetreden; d. de dagtekening.
Strikt genomen mag je de huurwoning niet betreden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de huurder. Dat komt omdat je als verhuurder aan de huurder het 'rustig en ongestoord genot' van de woning moet gunnen. Dat is onder meer het geval voor dringende herstellingen.
U kunt altijd aangifte doen van huisvredebreuk bij de politie. Dit kan online of telefonisch.
Onder huisvredebreuk moet worden verstaan het wederrechtelijk binnendringen in een woning of wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet aanstonds verwijderen op vordering van een rechthebbende.
De politie mag alleen aanhouden als u verdachte bent van een strafbaar feit. Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een verdenking van terrorisme. Dan gaat het om zo'n ernstig strafbaar feit dat ook een aanwijzing genoeg is. Er hoeft dan nog geen duidelijk vermoeden te zijn.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht). U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten. U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Bijvoorbeeld om uw vingerafdrukken af te nemen of foto's te maken. De tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur telt hierbij niet mee. In totaal kan de politie u dus maximaal 18 uur vasthouden voor onderzoek. De (hulp)officier van justitie kan bepalen dat u langer op het bureau moet blijven voor verhoor.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Nadat een smartphone (rechtmatig) is ontgrendeld heeft de politie in beginsel toegang tot alle informatie op het apparaat. De gemiddelde smartphone bevat informatie over locaties en bezigheden van een verdachte. Op die manier kan er een enorme hoeveelheid privégegevens worden uitgelezen.
In het huiszoekingsbevel moet correct vermeld staan waar de huiszoeking zal plaatsvinden. Ook de verdenking of tenlastelegging moet worden vermeld. De politiediensten zullen naar bewijsmateriaal op zoek gaan die te maken hebben met het op het bevel vermelde misdrijf.
De politie mag alleen preventief fouilleren in de daarvoor aangewezen veiligheidsrisicogebieden. Dit zijn gebieden met een hoog aantal wapenincidenten en/of een ernstige mate van (vuur)wapengebruik. In deze gebieden geldt ook een messenverbod.