Daarom kan en moet het worden gedoopt op grond van het geloof van de ouders of verzorgers. Omdat de ouders deel uitmaken van de plaatselijke geloofsgemeenschap, die weer onderdeel uitmaakt van de wereldkerk, is het uiteindelijk de gehele kerk die met haar geloof garant staat als een kind wordt gedoopt.
In normale gevallen bedient de bisschop, een priester of een diaken het Sacrament van de Doop. In noodgevallen kan iedere Christen, ja ieder mens dopen, door water over het hoofd van de dopeling te gieten en de doopformule te spreken: 'Ik doop u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. '
'Ieder kind mag gedoopt worden, ongeacht de situatie waarin de ouders of zij die het ouderlijke gezag uitoefenen, zich bevinden: gehuwd, gescheiden of homoseksueel. ' Om een kind te laten dopen, moeten beide ouders hun toestemming geven. Vroeger waren dat meestal de natuurlijke ouders en een 'mama' en 'papa'.
Je moet als ouders niet getrouwd zijn om je kindje te laten dopen. Als je dit wel bent, neem je best dit trouwboekje mee naar de doopviering. Na afloop van het doopsel kan het dan meteen ingeschreven worden. De kerk raadt aan het kind te laten dopen tussen de drie weken en drie maanden na de geboorte.
En hoeveel kost dat? Veel kosten zijn er aan een doopsel niet echt. Je koopt de doopkleertjes (als je die niet hebt van je eigen doopsel) en een doopkaars . Je kunt altijd een vrijwillige bijdrage leveren aan de kerk.
De ouders kan je een memorabel doop cadeau voor de baby geven zoals een gepersonaliseerd fotolijstje of een gipsafdruk van bijvoorbeeld het voetje van de baby. Richt jij je cadeau volledig op de baby dan kan je het beste denken aan een mooi stuk speelgoed, kleding of een handige accessoire.
Gemiddeld geven mensen €50, met uitschieters tot €100 of zelfs €200. Oudere mensen geven meer dan jongeren. Meestal hebben mensen een duidelijk bedrag in hun hoofd, waar ze niet makkelijk van afwijken.
Nee, het peter- of meterschap heeft geen wettelijke betekenis. De doopbelofte is ook niet bindend. Je bespreekt zelf met de meter of peter to be wat je precies van hen verwacht.
Vaak is de peetouder een oom of tante of een van de grootouders van het kind, maar dit hoeft niet. Kan je niet kiezen en wil je meer dan twee peetouders aanstellen? Dat kan, net als het aanstellen van slechts één peetouder.
Blijft over dat er een sterke wens bij de ouders of het petekind leeft om toch een peter en meter te hebben. Het kerkelijk wetboek voorziet niet in deze gevallen. Een wijziging aanbrengen in het doopboek is ook niet gebruikelijk.
Tijdens het doopsel beloven meter en peter aan de ouders om het kind bij te staan in de geloofsopvoeding. Vroeger werd het kind onmiddellijk na de geboorte gedoopt. De moeder lag meestal nog in het kraambed en het was de taak van de meter om de baby vast te houden bij de doopplechtigheid.
Eerst is er de familiale kring; de grootouders, jouw zussen en broers, hun partners en kinderen. Dan komen de neven, de nichten, je tantes en je ooms. Reken hierbij hun partners en hun kinderen. Als laatste komen de vrienden.
Jezus heeft ons geleerd dat we ons moeten laten dopen om na dit leven terug te kunnen keren in Gods tegenwoordigheid. 'Als iemand niet geboren wordt uit water en de Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. ' Bij de doop worden wij 'uit water geboren'.
6:5) Wie in Christus gelooft, wordt door dat geloof een kind van Abraham en ingelijfd in Gods verbond en krijgt deel aan de beloften en aan de genade van het verbond. Als teken voor de gelovigen uit de volken, dat zij door het geloof in Christus ook ingelijfd zijn in Gods verbond, heeft de Heere de doop ingesteld.
Het gegeven dat we in de Bijbel nergens letterlijk lezen over de doop aan kleine kinderen, laat zich vanuit het bovenstaande verklaren. Als iemand tot geloof komt en gedoopt wordt, dan worden ook zijn gezin en zijn personeel en anderen incluis gedoopt. Het hele 'huis' gaat het doopwater in.
Oorspronkelijk waren peetouders de 'getuigen' bij de (katholieke) doop van een kind. Zij moesten 'toezien op de gelovige opvoeding' van het kind. Vaak waren dit een oom of een tante van het kind.
De peetouders hoeven niet per se familie te zijn, het mogen ook vrienden zijn. Het is gebruikelijk dat de peter of meter hun petekindje vasthouden tijdens de doop. Het aanwijzen van peetoom en peettante gebeurt inmiddels ook vaak zonder dat het kindje gedoopt wordt.
Papi/pappy/pappie. Papoe. Peetje.
Peetoom en peettante vragen met een persoonlijke kaart
Wil je de peetouder graag vragen met een kaart? Kies er dan voor om een kaartje te geven met een foto van jullie kleintje. Daar smelt de toekomstige peetvader of -moeder direct van.
Zo moet een meter of een peter minimaal zestien jaar zijn en katholiek gedoopt en gevormd zijn. Meter en peter mogen niet de moeder of vader van de dopeling zijn. De meter en peter van de dopeling moeten ook de geschiktheid en intentie hebben om hun taak uit te oefenen.
Petekind wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied gebruikt voor 'het kind voor wie men samen met de ouders de doopbelofte aflegt'. Een petekind is dus het kind van wie men peter (peetoom) of meter (peettante) is.
Als vuistregel kun je aanhouden dat je close family en beste vrienden een bedrag tussen € 50 en € 150 geeft. Over het algemeen geef je wat je op een bruiloft kost. Overige vrienden en familie kun je tussen € 30 en € 60 geven. Voor collega's en kennissen kun je uitgaan van een bedrag tussen € 20 en € 40.
De meeste kersverse peters of meters geven ongeveer 250 euro uit aan hun eerste cadeautje. Dat lijkt veel, maar weet dat je als kersverse ouder al heel wat kosten hebt. Natuurlijk kan het ook iets bescheidener.
Een kinderwagen, wiegje of maxi cosi bijvoorbeeld. Ook zijn kleertjes altijd welkom, je kunt dan een aantal dingen geven in verschillende maten. Van rompertjes, slabbetjes of hydrofiel luiers heb je er ook nooit te veel.