De gemeenteraad stelt de APV vast en belast de burgemeester daarin met een deel van de uitvoering. APV-bepalingen ter handhaving van de openbare orde zijn voorschriften die voor iedereen gelden en betrekking hebben op verschillende situaties.
Het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zelf is verantwoordelijk voor de uitvoering van de APV.
Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast.
Dit betekent dat de APV's per gemeente verschillen. Zo hebben steden waar grote evenementen of festivals staan geprogrammeerd extra regels opgenomen voor parkeren, voor het inzamelen van afval, voor het plakken van affiches, geluidsnormen, openingstijden horeca enz.
Er zijn verschillende wettelijke grondslagen voor de bepalingen in de APV. De meest belangrijke is artikel 147 Gemeentewet. Maar ook de Drank, - en Horecawet en het Activiteitenbesluit bieden grondslagen voor het stellen van regels in een gemeentelijke verordening.
Hoewel dus strikt genomen een brandbeveiligingsverordening verplicht is, zal dat in veel gevallen een loze verordening zijn. De regels uit het Besluit gaan immers boven de regels uit de verordening, voor zover er overlap is althans.
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan de gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. De APV geldt voor iedereen binnen de gemeente. Uit de regels van de APV blijkt vaak dat ergens een vergunning voor nodig is.
Volgens artikelen 147 en 149 Gemeentewet komt de bevoegdheid tot vaststelling van gemeentelijke verordeningen in beginsel toe aan de gemeenteraad. Bij de wet of door de raad krachtens wet kan de bevoegdheid evenwel ook toegekend worden aan het college van burgemeester en wethouders of aan de burgemeester.
Belangrijk is om te beseffen dat een APV niet per definitie een vorm van strafrecht is. Dit is pas het geval als en voor zover de gemeenteraad daar uitdrukkelijk voor kiest. De APV kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk (voor zover de gemeenteraad daarvoor heeft gekozen) worden gehandhaafd.
VERHOUDING WET (IN FORMELE ZIN) EN APV
Een verordening in een gemeente is in de regel een wet in materiële zin en komt tot stand door een besluit van de gemeenteraad meestal op voorstel van het college. Er staat nadrukkelijk 'in de regel' omdat een verordening niet per definitie een wet in materiële zin.
Vermogen dat een natuurlijke persoon inbrengt in een stichting (of vereniging) die een particulier doel dient, kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een afgezonderd particulier vermogen (APV). Een APV dient vooral een particulier belang, zoals van familie.
Sinds 1814 bepaalt de Grondwet dat de verordenende bevoegdheid (de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften) op provinciaal niveau berust bij Provinciale Staten. De gemeenteraad komt pas sinds 1848 voor in de Grondwet.
Sommige besluiten, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente, zijn uitgesloten van bezwaar en beroep. In het geval dat er tegen een besluit geen bezwaar of beroep mogelijk is, kunt u soms toch nog via de burgerlijke rechter een schadevergoeding krijgen.
IV.
De volgende regels mogen niet in het omgevingsplan: Regels die niet gaan over de fysieke leefomgeving (artikel 1.2 en 2.4 Ow). Regels over onderwerpen die in andere regelgeving uitputtend zijn geregeld. Tenzij die andere regelgeving aangeeft dat het wel mag (artikel 1.4 Ow).
In de APV worden meestal regels gesteld met betrekking tot de openbare orde, waaronder het toezicht op horecabedrijven, logiesbedrijven, speelgelegenheden en evenementen. Wat betreft de horeca worden veelal regels gesteld betreffende vergunningen, openings- en sluitingstijden en de exploitatie van terrassen.
APV-bepalingen kunnen daarmee een goed middel vormen om bestuurlijk barriè- res op te bouwen tegen misstanden en illegale praktijken. Aldus kunnen deze situaties zo veel mogelijk worden voorkomen of bestreden.
Verordeningen bevatten regels die direct gelden in alle lidstaten van de Europese Unie. Dit wordt 'rechtstreekse werking' genoemd. Verordeningen hebben daarmee een vergelijkbare status als nationale wetten in de lidstaten, maar in geval van strijdigheid gaat de verordening boven de nationale wet.
Elke gemeente en provincie moet zorgen voor een begroting die 'structureel en reëel in evenwicht' is. Bij gemeenten stelt de gemeenteraad daarbij de kaders en controleert het bestuur. Bij provincies doen de Provinciale Staten dit.
Een beleidsregel is een regel gemaakt door een bestuursorgaan. Het is geen Algemeen verbindend voorschrift (AVV). Ze geven aan hoe een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan zal worden uitgevoerd.
Meest gezochte verordeningen of beleidsregels
Een verordening zoals de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) is een wet die geldt voor iedereen binnen de gemeente. De gemeenteraad stelt deze verordeningen vast. In een beleidsregel staat hoe het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden uitvoert.
Een gemeentelijke verordening wordt opgesteld door de gemeenteraad en bevat regels die binnen een bepaalde gemeente geldig zijn. In het Nederlandse staatsrecht kent men een zogenaamde scheiding van de machten. De drie machten in dit model zijn de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
politieverordeningen (meerv.) (oneigen) strafrecht: gemeentelijke verordening waarin strafbepalingen staan met het doel de openbare orde te handhaven. ...
De bestuurlijke boete is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht en kan zelfstandig worden opgelegd door een bestuursorgaan, vaak de gemeente. De bestuurlijke boete is een bestuursrechtelijk sanctioneringsmiddel waarvoor een directe relatie tussen de beboete partij en de overheid noodzakelijk is.