Staat uw naam vermeld in de huurovereenkomst?Dan bent u de hoofdhuurder. Soms is dat één persoon, soms zijn het er twee. Een getrouwde of geregistreerde partner is volgens de wet automatisch medehuurder; de partner ondertekent daarom ook de huurovereenkomst.
De hoofdhuurder staat op de huurovereenkomst, maar de medehuurder heeft dezelfde rechten en plichten. U bent samen aansprakelijk voor eventuele huurschuld. En u deelt de verantwoordelijkheid voor aangebrachte veranderingen of schade aan de woning.
Het huurcontract staat op 2 namen (contractuele medehuur)
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.
Ze moeten onderling overeenkomen wie blijft en wie vertrekt. Raken ze daar niet uit, dan hakt de rechter de knoop door. Bovendien moeten ze afspraken maken met de verhuurder over het huurcontract. Zolang daar geen akkoord over is met de verhuurder, blijven beide partners verantwoordelijk om de huurprijs te betalen.
Wat is een medehuurder? Een medehuurder is iemand die dezelfde rechten krijgt als de hoofdhuurder. Gaat u bij iemand in huis wonen en is de woning een huurwoning? Dan bent u niet automatisch medehuurder.
Het is op dit moment niet uw bedoeling om zelf hoofdhuurder te worden. Als uw verhuurder denkt dat dit wel uw doel is, moet hij dit bewijzen. U kunt een huisvestingsvergunning voor de woning krijgen als dit nodig is.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
Allebei eigenaar blijven
Kunt of wilt u het huis niet verkopen? Dan kunt u beide eigenaar blijven en afspreken wie er mag wonen en wie de hypotheek betaalt. U kunt dit ook tijdelijk afspreken. Het kan redelijk zijn dat de partner die blijft, de hypotheek betaalt.
Er is geen vaste regel wie de woning moet verlaten en wie na de scheiding in de woning mag blijven wonen. Het is niet relevant op wiens naam het huurcontract staat. Ook niet relevant is of een partij de woning al voor het huwelijk had. De verhuurder heeft ook geen zeggenschap over wie mag blijven en wie niet.
Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm. De huurovereenkomst blijft geldig en de medehuurder wordt hoofdhuurder.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.
Voor huurcontracten gesloten nadat het nieuwe huurdecreet in werking getreden is - volgens het voorontwerp voorzien op 1 september 2018 - kan elke huurder op elk moment de huurovereenkomst in zijn naam opzeggen.
Staat uw naam vermeld in de huurovereenkomst? Dan bent u de hoofdhuurder. Soms is dat één persoon, soms zijn het er twee. Een getrouwde of geregistreerde partner is volgens de wet automatisch medehuurder; de partner ondertekent daarom ook de huurovereenkomst.
Als er na het overlijden van de huurder geen bewoners in het huis achterblijven, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de correcte oplevering aan de verhuurder. Alleen als de erfenis door alle erfgenamen is verworpen, zijn het herstelwerk en de daaraan verbonden kosten voor rekening van de verhuurder.
De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt. Ook moet u samen een gemeenschappelijke huishouding hebben.
Wie de woning verlaat om zelf ergens anders te gaan wonen, verliest het woonrecht, ook al ben je nog (mede-)eigenaar. Vergelijk het maar met de positie van een verhuurder: die mag ook niet zomaar zonder afspraak of zonder aan te bellen gebruik maken van zijn huissleutel en de verhuurde woning binnengaan!
Je mag niet zomaar je partner uit de woning zetten als de woning van jullie beiden is. Bij een echtscheiding moeten er afspraken gemaakt worden over de verdeling van de woning. Dit kan betekenen dat één van jullie beiden de woning overneemt of dat de woning verkocht wordt.
Uit huis zetten kan niet zomaar
En wil uw verhuurder u uit huis zetten? Dan moet dit via de rechter. De rechter beslist of uw huis ontruimd mag worden. Moet u voor de rechter verschijnen, schakel dan juridische hulp in.
U kunt via de rechter vragen om een zogenaamde 'machtiging tegeldemaking' ex artikel 3:174 BW. Met deze machtiging kunt u zonder de medewerking van de ander, zelf de woning verkopen. Meestal wordt deze machtiging via een kort geding gevorderd, zodat u snel verder kunt.
Ja dat kan, maar enkel als uw ex daar mee akkoord is. In dat geval wordt er een huurcontract gemaakt, want als niet eigenaar wordt je dan wel huurder.
Is uitkopen van uw partner verplicht? Nee, het is niet verplicht uw ex-partner uit te kopen bij een scheiding. U kunt er immers voor kiezen uw woning in zijn geheel te verkopen. Het is zelfs mogelijk gezamenlijk eigenaar te blijven van het huis.
Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
In de gehele huurperiode zijn de ouders het aanspreekpunt voor de verhuurder, maar er wordt door de verhuurder wel toestemming gegeven voor onderverhuur aan één van hun kinderen. In het geval dat meerdere studenten één woning willen huren, staat de huurovereenkomst alsnog op naam van één ouder of ouderpaar.
U mag als meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) in de huurwoning van uw overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.