Rond 1850 kreeg een broodbakker die Izaak van Melle heette een idee, om ook snoep te gaan maken. Hij bedacht met zijn zoon balletjes en zuurtjes die de mensen super lekker vonden. Het snoep was zelfs zo lekker, dat in 1900 door zijn kleinzoon Izaak, de eerste van Melle-suikerfabriek werd geopend.
Snoep is zoet en bijna iedereen houdt van die zoete smaak. Toch heeft snoep niet altijd bestaan. In de oertijd waren er bijvoorbeeld nog geen dropjes. De eerste mensen op aarde snoepten daarom fruit.
Van alle soorten snoep is drop in Nederland het populairst. Meer dan twintig procent van alle verkochte snoep is drop. In totaal gaat er voor miljoenen euro's drop over de toonbank: in 2011 voor zo'n 168 miljoen!
Mensen zagen in die tijd zoet fruit als snoepgoed. Pas vanaf de zestiende eeuw werd van suiker voor het eerst snoep gemaakt. Het woord snoep werd pas later bedacht: eerst werd het lange tijd suikerwerk genoemd. Het bekende snoepmerk Haribo is pas veel later opgezet: in 1920.
De geschiedenis van snoep
Als onze voorouders in de oertijd iets eetbaars zochten in het veld,namen ze alleen zoete vruchten mee. Ook zij wisten dus al dat iets met zoete smaak te eten was en iets bitters niet. De eerste echte zoetstof die de mensen gebruikten om hun eten een zoete smaak te geven, was honing.
Van alle soorten snoep is drop in Nederland absoluut het populairst. Drop wordt van alle snoepsoorten in Nederland dus het meest gegeten. Zelfs meer dan twintig procent van alle verkochte snoep is drop.
Inclusief chocolade en kauwgom verorbert de gemiddelde Nederlander zo'n 11 kilo snoep per jaar. Dat is een stuk meer dan het Europese gemiddelde, dat rond de 8,5 kilo ligt.
De eerste echte snoepjes ontstonden in het jaar 1510, dat was in het Graafschap Vlaanderen. Vroeger werd snoep suikerwerk genoemd, ze smolten rietsuiker en voegde er bepaalde smaken aan toe. In het begin was het snoep vooral bekend bij de rijke mensen.
Suikers en kleurstoffen
Denk aan bijvoorbeeld vitamines. Snoep bevat helemaal geen voedingsstoffen, maar wel veel suikers en kleurstoffen. Te veel suiker is ongezond, want het doet niks goeds voor je lichaam. Ook zijn suikers verslavend, waardoor je steeds maar weer snoep wilt blijven eten.
Enric Bernat, uitvinder van Chupa Chups, dacht bij zichzelf: wat heeft de wereld nodig? De wereld heeft een product nodig waarbij je „een snoepje kunt eten met een vork”. En met dat idee heeft hij de allereerste lolly ontwikkeld.
Ben jij gek op chocolade? Dan kun je 'Glorious' vast wel waarderen. Deze bonbon is namelijk gemaakt van de meest luxueuze ingrediënten zoals zwarte chocolade van Valrhona, saffraan, witte truffel uit Périgord, vanille uit Madagaskar, goudvlokken én een geheim ingrediënt.
Een typisch Duitse snack is toch wel het Haribo snoep. In 1922 werden de o zo bekende gummibeertjes op de markt gebracht en die hebben Haribo zo gigantisch groot gemaakt. Tot op vandaag zijn de beertjes nog steeds een van hun best verkochte producten en zijn er natuurlijk talloze nieuwe soorten snoep bij gekomen.
Snoepgoed, ook: snoep, suikergoed, suikerwaren of zoetwaren is de algemene benaming voor lekkernijen, meestal met suiker als hoofdbestanddeel.
Duimdrop, zoethout, nougat, zwart witjes enz. Allemaal Oud Hollands snoepgoed van vroeger. Vroeger gingen we nog even langs dat winkeltje om snoepjes te halen voor een paar centen.
In 1931 liet hij de naam van de lekkernij vastleggen: lollipop, naar een beroemd renpaard met de naam Lolly Pop. Volgens een andere versie is het woord lollipop een samenstelling van het oude Noord-Engelse woord lolly ('zwaar') en het woord pop ('slaan').
In 1909 vond een zekere Charles Gordon Maynard ze uit in het atelier van de snoepwinkel van z'n vader. Hij gaf z'n snoepje vijf verschillende kleuren en vormen, en noemde ze “port, sherry, champagne, claret en burgundy”. Da's meteen ook de link met de naam 'winegum', want echte wijn zit er niet in.
Een handjevol noten is prima om gezond van te snoepen. Denk maar eens aan pistachenoten, walnoten, pecannoten, paranoten, cashewnoten, hazelnoten, macadamia's en rauwe pinda's (pelpinda's, de variant die je zelf moet pellen).
Voedingsdeskundigen raden daarom aan om maximaal 10% van de dagelijkse energiebehoefte te besteden aan de restgroep, waartoe snoep en snacks behoren. Een kind van zeven tot negen jaar heeft bijvoorbeeld een energiebehoefte van 1800 kcal per dag. Volgens de 10 procent-regel kunnen daarvan 180 kcal worden 'opgesnoept'.
Snoep, koek en frisdrank vind je niet in de Schijf van Vijf. Al die zoetigheden zijn namelijk niet gezond. Iets te snacken of te snoepen mag, maar liever niet te veel en niet te vaak. Kies elke dag maximaal 3 tot 5 keer iets kleins buiten de Schijf van Vijf.
Soorten. Er zijn van allerlei soorten snoep: drop, zure bommen, salmiak snoepjes, zuurtjes, spekjes, kauwgum, chocolade, suikersnoep, suikervrij snoep, honing staafjes, lolly's, pepermunt en zoethout.
Snoep wordt gemaakt met suiker en met gelatine. En gelatine, dat wordt gemaakt van varkenshuid.
Onder snoepen verstaan we meestal het eten van klassiek snoepgoed, zoals drop, chocola, winegums, koekjes enzovoorts. Meestal heeft dit snoep suiker als hoofdbestanddeel. Veel mensen genieten niet alleen van zoet, maar vinden er ook troost in.
Ook denken mensen dat het gezonder is dan ander snoep. Cacao is het belangrijkste ingrediënt in chocola en bij snoep is dat suiker. En cacao klinkt een stuk gezonder. Maar een deel van de chocola blijft natuurlijk ook gewoon puur snoepgoed.
In de leeftijd van 4-18 jaar is de consumptie van suiker en snoepgoed het hoogst, hierna neemt de consumptie af.
Suiker zit van nature in fruit, groente en melk maar suiker wordt ook aan veel producten toegevoegd. Zoals frisdrank, limonade, zuivelproducten, cake, koek gebak, chocolade, conserven en sauzen. In één jaar eten we 26 kilo van die toegevoegde suiker per persoon. Dat zijn 18 suikerklontjes per dag.