Werknemers kunnen sinds 1 januari 2020 direct een transitievergoeding krijgen als het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. Dit geldt ook voor ambtenaren met een arbeidsovereenkomst. Voor iedereen geldt een opbouw van een derde maandsalaris per dienstjaar.
Een transitievergoeding is een vergoeding bij het het ontslag van een werknemer. Vanaf 1 januari 2020 heeft u bijna altijd recht op een vergoeding. Er zijn situaties waarbij u geen recht heeft op een transitievergoeding.
Er zijn situaties waarin uw werkgever u geen transitievergoeding hoeft te betalen: Het contract wordt met wederzijds goedvinden beëindigd. U en uw werkgever maken dan zelf afspraken over een eventuele ontslagvergoeding en de hoogte daarvan. U wordt ontslagen omdat u ernstig verwijtbaar handelt.
U heeft recht op een transitievergoeding als: het initiatief voor het beëindigen van het dienstverband of het niet voortzetten van het dienstverband bij de werkgever ligt. Dit geldt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde en onbepaalde tijd, ongeacht de duur.
Een werkgever moet loon doorbetalen aan een zieke werknemer. Als de werknemer meer dan 2 jaar ziek is, kan de werkgever ontslag aanvragen bij UWV. De zieke werknemer heeft dan recht op een transitievergoeding. Met de Regeling compensatie transitievergoeding kan de werkgever de betaalde transitievergoeding terugkrijgen.
Als je werkgever je arbeidsovereenkomst wil beëindigen, dan kan dat op drie manieren: Een ontbindingsverzoek indienen bij de kantonrechter; Een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV; Een vaststellingsovereenkomst aanbieden om tot een ontslag met wederzijds goedvinden te komen.
Zowel de hoogte van als de voorwaarden voor de transitievergoeding zijn in de wet neergelegd. Hierin is ook uitdrukkelijk bepaald dat géén recht op een transitievergoeding bestaat als – kort gezegd – een werknemer wordt ontslagen in verband met of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Wijziging regels transitievergoeding in 2020 als gevolg van de Wab. Met de nieuwe wetgeving omtrent de transitievergoeding hoeft u niet meer minimaal twee jaar in dienst te zijn geweest bij uw werkgever voordat u recht kunt hebben op de transitievergoeding bij ontslag.
WWZ en transitievergoeding
De reden van het ontslag is in principe niet relevant voor de verplichting tot betaling van de transitievergoeding. Alleen bij zogenaamd ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werknemer kan de werkgever onder zijn verplichting uitkomen.
De transitievergoeding is de ontslagvergoeding waarop je volgens de wet (minimaal) recht hebt als je ontslagen wordt of als je arbeidscontract niet verlengd wordt.
Betaalt een werkgever geen transitievergoeding of is er onenigheid over de hoogte ervan, dan moet de werknemer binnen drie maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst een verzoekschrift bij de Kantonrechter indienen. Dit is een vervaltermijn.
Kun je over deze transitievergoeding onderhandelen? Zeker dat kan. De hoogte van de ontslagvergoeding in de vaststellingsovereenkomst is vrij onderhandelbaar. Een (veel) hoger of lager bedrag kan dus de uiteindelijke uitkomst van de transitievergoeding onderhandeling zijn.
U bent het samen eens over de financiële afhandeling van het ontslag. Let op dat u bij ontslag met wederzijds goedvinden geen transitievergoeding krijgt. U onderhandelt zelf over uw eventuele financiële vergoeding.
Bij de berekening van de transitievergoeding is uw brutoloon het uitgangspunt. Dit is het brutoloon dat u in uw contract hebt afgesproken. Uw loon kan lager zijn geweest door bijvoorbeeld ziekte of verlof. Dit heeft geen invloed op het voor u geldende brutoloon.
Iedere gewerkte dag geeft recht op (een heel klein stukje) transitievergoeding. Wel als de werknemer meteen na ontslag al weer een nieuwe baan heeft. Het hebben van schade is namelijk geen voorwaarde voor de transitievergoeding.
De transitievergoeding wordt berekend over het gehele dienstverband vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst. De transitievergoeding bedraagt voor alle werknemers 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, en naar rato voor het overige gedeelte van het dienstverband of als het dienstverband korter dan een jaar heeft geduurd.
U kunt de transitievergoeding besteden aan een opleiding of outplacement. Dan betaalt u geen belasting. De Belastingdienst betaalt dus mee aan uw opleiding en outplacement begeleiding. De werkgever stort het netto bedrag op uw bankrekening.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
De gemiddelde ontslagvergoeding die werkgevers bij ontslag met wederzijds goedvinden betalen, is ongeveer € 12.000. De transitievergoeding is het belangrijkste uitgangspunt bij het bepalen van deze vergoeding, maar ook andere afspraken komen regelmatig voor.
UWV heeft geen rol bij het vaststellen van het recht op transitievergoeding en de hoogte hiervan. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een rechtshulpverlener.
Gevolgen ziek uit dienst gaan van een medewerker: Door premiedifferentiatie hogere premie Whk. Betalen ziekengeld aan UWV bij niet voldoen aan re-integratie verplichting. Financiële consequenties; afhankelijk van de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De vergoeding is vanaf 1 januari 2022 maximaal € 86.000. Behalve als een werknemer meer dan € 86.000 per jaar verdient. Dan is de maximale vergoeding gelijk aan 1 jaarsalaris. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) stelt ieder jaar op 1 januari de maximale hoogte van de transitievergoeding vast.
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte
Bent u 2 jaar ziek geweest en krijgt u ontslag? Ook dan heeft u recht op transitievergoeding. Het maakt niet uit of u nog ziek bent op het moment dat u wordt ontslagen.
Als je ontslagen wordt op 62-jarige leeftijd dan heb je recht op een WW-uitkering en een transitievergoeding. Neem je zelf ontslag dan heb je op geen van beide recht. Afhankelijk van je financiële situatie kun je zowel aanspraak maken op voltijd- als op deeltijdpensioen.