Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Iedereen kan trombose krijgen. Toch zijn er mensen die een grotere kans hebben op trombose, zoals: Vrouwen.
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Trombose voorkomen
Om de kans op een (nieuw) trombosebeen te verkleinen, zijn de volgende leefregels belangrijk: voldoende bewegen; niet roken; zorgen voor een gezond lichaamsgewicht.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Door roken klontert je bloed sneller, dus als je de kans op trombose wilt verminderen is het beter om te stoppen met roken. Leef en eet gezond. Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op trombose. Een gezonde levensstijl en gezonde voeding kunnen helpen om trombose te voorkomen.
Als een bloedpropje een bloedvat in het been afsluit, ontstaat een trombosebeen. Het is belangrijk dat er meteen een medische behandeling volgt, omdat een trombosebeen kan leiden tot een levensgevaarlijke longembolie en of posttrombotisch syndroom. Dan heb je huidverschijnselen die niet meer verdwijnen.
Een trombosebeen ontstaat als een bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit. Het is belangrijk om bij klachten meteen de huisarts te bellen. Een trombosebeen kan namelijk leiden tot een (levensgevaarlijke) longembolie.
Als u misschien trombose heeft, kan een arts trombose vaststellen oftewel diagnosticeren door vragen te stellen en een bloedtest te doen. Als er vervolgonderzoek nodig is, kan de arts besluiten om echografie, flebografie, of een CT-scan te laten doen.
Vaak voelt u iets op de plek van de blokkade. Bij een bloedpropje in uw voet of been voelt u kramp, tintelingen of uw been gaat opzwellen.
Ook jonge mensen
De kans op trombose neemt toe met de leeftijd. Maar het is zéker geen aandoening die alleen bij ouderen voorkomt. Jonge mensen die sportief zijn en een goede conditie hebben, kunnen er ook door worden getroffen. Bijvoorbeeld na een behandeling in het ziekenhuis of een botbreuk.
Het lichaam lost normaal zelf de stolsels op en zal dit ook doen in het geval van een trombose of een longembolie. Het probleem is dat de aanwezigheid van een trombose of longembolie juist ook leidt tot uitbreiding van deze trombose of longembolie.
Het korte antwoord: ja, dat kan. “Als iemand bloedverdunners gebruikt voor de behandeling van trombose, longembolie of boezemfibrilleren, en diegene neemt de medicatie zorgvuldig alle dagen in, is de kans om trombose of longembolie te krijgen laag”, aldus dr. Gerdes.
Hoe lang dit duurt is per persoon verschillend; dit wisselt van ongeveer 1 tot 6 weken. Zodra het been niet meer gezwollen is, krijgt u op de polikliniek Dermatologie een afspraak voor het aanmeten van een steunkous.
Trombose in de aders van de benen komt het meeste voor. In de arm komt het minder vaak voor. Een trombosebeen voelt warm aan, is roodpaars van kleur en de huid is strak en glanzend. Lopen is pijnlijk.
De meest voorkomende erfelijke factor bij trombose is de Factor V Leiden-mutatie (zie kader, red). Je hebt dan een hoger risico op trombose, maar dit geldt voornamelijk voor de eerste keer. De kans op herhaling is vrijwel niet hoger dan bij mensen zonder de mutatie.
Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen. Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen. U ademt sneller dan normaal. Ademen doet pijn.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, wordt een diepe veneuze trombose niet beter door in bed te blijven liggen. Een gebrek aan beweging en langdurig rechtstaan of stilzitten zijn net sterk af te raden.
Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
Om bloedstolsels - bekend als trombi - te voorkomen, wordt antistollingsmedicatie gebruikt. Antistollingsmiddelen, stollingsremmers of bloedverdunners zijn de termen die voor dit soort medicijnen worden gebruikt. Officieel worden de antistollingsmedicatie soorten 'antitrombotische middelen' genoemd.
Chocola heb je in vele variaties, maar voor je gezondheid moet je pure chocolade hebben. Het gunstige effect van flavonolen is een gevolg van hun bloedverdunnende eigenschappen. Ze gedragen zich wat dat betreft in het lichaam ongeveer hetzelfde als aspirine.
Paracetamol en aspirine zijn veelgebruikte pijnstillers. Bovendien worden ze door veel mensen geslikt om andere aandoeningen zoals een hartaanval tegen te gaan. De medicijnen werken namelijk bloedverdunnend. Uit het onderzoek blijkt echter dat het regelmatig slikken van deze pijnstillers niet zo'n goed idee is.
Een van de voedingsstoffen die wel in verband wordt gebracht met bloedstolling is vitamine K. Vitamine K werkt het effect van antistollingsmiddelen tegen zodat het bloed dus dikker wordt. Het lichaam heeft maar kleine hoeveelheden vitamine K nodig om goed te werken, en dit wordt uit de voeding gehaald.