De zon zou zo'n 4,6 miljard jaar geleden ontstaan zijn door het samentrekken van een uitgestrekte koude, gasvormige Oernevel. Dit gebeurde door de zwaartekracht die ontstond toen het middelste van de nevel dichter bij elkaar kwam. Het hele proces van samentrekking zal ongeveer 35 miljoen jaar hebben geduurd.
De zon is ontstaan uit het samenkrimpen van een grote interstellaire gaswolk onder invloed van haar eigen zwaartekracht. De gaswolk bestond voor het grootste deel uit waterstof (H) en helium (He), de meest voorkomende elementen in het heelal.
Ongeveer 4.6 miljard jaar geleden is onze zon geboren door het ineenstorten van een moleculaire waterstofnevel. Niet veel later werden de planeten van ons zonnestelsel gevormd door het samenklitten van overblijvend stof en gas in een schijf rond de zogenaamde 'protoster', die onze zon toen was.
De zon bestaat qua massa voor ongeveer 79% procent uit waterstof, 19% uit helium en 2% overige elementen (vooral zuurstof, koolstof, ijzer). Aan het oppervlak van de zon klimt de temperatuur op tot ongeveer 5500 graden; in de kern worden waarden 15 miljoen graden bereikt.
Deze periode valt ongeveer samen met het vermoedelijke begin van het leven op Aarde, 3,7 miljard jaar geleden. De Zon is al ongeveer 4,5 miljard jaar hoofdreeksster en zal dit nog zo'n 5,5 miljard jaar blijven.
Als er een jaar geen zonlicht is, raakt de aarde bedekt met een pantser van ijs. De gemiddelde temperatuur is -73 °C. De duisternis en de ijzige kou zullen het leven op aarde terugbrengen naar het nulpunt, de meest mensen en dieren sterven en het duurt miljoenen jaren voordat de planeet herstelt.
Als de ster de omvang heeft van de zon, worden alle planeten tot op een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
Daarna krimpt de zon tot een kleine dwergster die heel langzaam afkoelt en uitdooft. Gelukkig is het voorlopig nog niet zo ver. De zon brandt al 4,5 miljard jaar heel constant. En we denken dat hij ook nog zo'n vijf miljard jaar blijft branden.
De zon straalt van oorsprong wit licht uit. Dat wit licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Als het witte zonlicht invalt op de minuscule luchtdeeltjes van onze dampkring, wordt dat licht in zeker mate verstrooid in alle richtingen.
En dan zijn er ook nog eens ruwweg 100 miljard sterrenstelsels in het voor ons "zichtbare" (als in "theoretisch detecteerbaar") heelal, dus dat zijn ongeveer 10.000.000.000.000.000.000.000 sterren. Je zou dus kunnen zeggen dat dat ongeveer tien triljard zonnen zijn.
Zon valt heel langzaam een beetje af
De massa van de zon is 1,989 x 1030 kilogram – ongeveer 333.000 maal die van de aarde. Die circa zes miljard kilo die de zon per seconde kwijtraakt is dus maar 0,000000000000000000003 procent van haar massa.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Antwoord. Jaja, je leest het goed: De ontploffingen op het zonoppervlak brengen akoestische golven (die men staande golven noemt) teweeg die heen en weer bewegen. Dit komt overeen met het bespelen van een gitaarmuziek. Er zou dus muziek van de zon komen...
De middellijn bedraagt 1,4 miljoen kilometer, ruim honderd keer de middellijn van de aarde. Een ketting van honderd aardbollen zou dus strakgespannen in de zon passen. En als de zon hol was, zouden er meer dan één miljoen aardbollen in kunnen verdwijnen.
Op de maan is het altijd heel erg koud
In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Wanneer de Maan lager aan de hemel staat, is dit filteren sterker en krijgt de Maan een meer gele kleur, door het ontbreken van blauw licht. Wanneer de Maan ondergaat is de lichtweg door de atmosfeer het langst en wordt ook het grootste deel van het gele licht weggefilterd, waardoor de Maan rood van kleur wordt.
In tegenstelling tot het blauwe licht, wordt het rode licht niet verstrooid. Dit blijft uit één specifieke richting komen. Dit geeft de zon dan een rode kleur. De wolken die bij een zonsondergang aanwezig zijn worden ook rood of roze verlicht door de ondergaande zon.
Na de vernietiging van de maan krijgt onze aarde een prachtige ring. Deze formatie duurt echter niet lang en dan beginnen de aardbewoners met moeilijkheden. Deze hele stapel puin zal op de aarde vallen en lijkt op een asteroïde aanval. Steden zullen worden vernietigd, veel mensen zullen sterven.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Diep in de kern van de zon wordt waterstof omgezet in helium. Bij die reactie komt heel veel hitte vrij, zoveel dat wij die op 150 miljoen kilometer afstand kunnen voelen. In de zon brandt niets, want voor verbranding is zuurstof nodig en dat is er niet in de ruimte.
Maar ook planeten verder weg hebben van die rode reus te vrezen. Als de ster zo groot was als de zon, worden alle planeten tot een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
Een ster bereikt haar eindstadium wanneer haar interne brandstof op is. In de beginfase gebruikt ze waterstof, daarna helium, en op het einde de zwaardere chemische elementen. Als de brandstof opraakt, produceert de ster niet meer genoeg energie en worden er geen kernreacties meer veroorzaakt.