De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Voorrangsregels hebben ook nog een volgorde. De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer.
Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen. Als jij stopt zien de rest het gelijk in dat het nodig is.
In Artikel 49 lid 1 van de verkeerswet staat het duidelijk omschreven: bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan in het verkeer.
Artikel 49 van het RVV zegt dat bestuurders blinden die zijn voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen voor moeten laten gaan. Dit geldt overigens voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen. Bij mensen die zich moeilijk voortbewegen kun je denken aan voetgangers met een stok, looprek of rollator.
Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Trams zijn een uitzondering: een afbuigende tram moet wél voorrang krijgen van het verkeer dat op dezelfde weg rechtdoor rijdt of loopt. Dus: als de rode pijl een tram is en jij bent de blauwe pijl, dan moet je voorrang geven aan de tram.
Veel mensen weten het niet maar haaientanden hebben ook een wettelijke betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Haaientanden worden ook wel eens voorrangsdriehoeken op de weg genoemd.
Voorrangsregels bij militaire colonne
Doorkruisen van een militaire colonne mag nooit, ook niet als je de militaire colonne op een voorrangsweg tegenkomt. Als deze de voorrangsweg aan het oversteken is, moet jij wachten, ondanks dat je volgens de normale verkeersregels voorrang hebt.
U vraagt of een fiets van rechts voorrang heeft op een auto op een gelijkwaardige kruising. Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
De hoofdregel is: bestuurders van rechts hebben voorrang. Fietsers hebben ook voorrang van rechts, voor voetgangers geldt dit niet, omdat zij geen bestuurders zijn. Ga je uit een uitrit? Dan moet je al het ander verkeer voor laten gaan, ook voetgangers.
Invalidenvoertuigen die zich op het trottoir of voetpad bewegen volgen de regels van voetgangers, en zijn dus geen bestuurders. Alle zich op rijbaan bewegende invalidenvoertuigen zijn bestuurders. Het maakt dus hierbij niet of het een handbewogen rolstoel of bijvoorbeeld een scootmobiel betreft. Voorrang is geen recht!
Wanneer u een woonerf verlaat, dient u voorrang te verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is een plek voor fietsers, voetgangers en spelende kinderen. Houd hier rekening mee.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
De korte bocht gaat voor de lange bocht. Als jij afslaat naar rechts, zal degene die naar je toekomt en dezelfde weg in wilt, en dus linksaf slaat, jou voor moeten laten gaan. Jij gaat naar rechts: korte bocht, hij gaat naar links: lange bocht. Een tram heeft altijd voorrang.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
In de regel hebben alle bestuurders van rechts dan voorrang tenzij anders aangegeven.
Dit staat in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: "bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers". Alleen voor voetgangers gelden dus bijzondere verkeerregels en voorrangsregels. Voor fietsers niet! Een fietser van rechts heeft dus voorrang, ook op een auto of scooter.
Voor de goede orde: een t-splitsing is gewoon een kruispunt. Hier gelden de regels dus ook. De zijden van de weg zijn oranje gemarkeerd. Het kruisingsvlak is rood weergegeven - dat vlak moet men vrijhouden.
Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
Nee, een voetganger heeft nooit voorrang!
Voorrang is geregeld tussen bestuurders onderling, een auto geeft een auto voorrang, een fietser een bus, een scooter een vrachtwagen etc..etc.. Een voetganger is geen bestuurder, en zal daarom niet tot deze groep gerekend worden.
Als scootmobilist bent u op de stoep rijdend gelijk aan een voetganger. Op het fietspad of op een rijbaan gelden dezelfde regels als voor een bestuurder van een bromfiets. Zo dient u voorrang te krijgen als u van rechts komt én dient u ook voorrang te verlenen aan verkeer van rechts.