Heij roep'n op 'n moos = letterlijk: heb je rupsen op de boerenkool? (betekent: is er wat mis bij jullie?) Goa'j met brommers kiek'n?
Drieterd. Ook wel drietbuul, drietbuule. Betekenis: bangerik. Kun je gebruiken in een zin als: “Ach kom op, drieterd, vaak bu'j te bang!”
Iemand een goedendag wensen in het Twents
Dit ziet u ook terug in de begroetingen in het Twents. Voor goedemorgen, goedemiddag en goedenavond gebruiken Tukkers het woord Moj'n. Als u gaat slapen, zegt een Tukker Tot mor'n om u welterusten te wensen.
Onze team naam "Ait Vedan" is Twents voor 'altijd door'.
Oale is een jongensnaamnaam en betekent "Van edele afkomst". De naam stamt af van Adelheid.
Wat nen boer nich kent dat vret e nich: Wat een boer niet kent dat eet hij ook echt niet. A'j plat könt proat'n, mö'j 't nich loat'n – Als je dialect kunt spreken moet je het niet laten!
Geluk in 'n tuk
Geluk in 'n tuk = gelukkig nieuwjaar. Niet dat dit onder de jeugd nog veel wordt gebruikt, we weten wel wat het is.
12. Ik pak de paling in. Dit is misschien wel één van de meest rare Twentse uitspraken, maar betekent gewoon: ik ga er weer vandoor.
Als je je prima voelt, ben je goed te pas.
Die uitdrukking geeft zo prachtig weer wat mangs betekent: soms, als het zo uitkomt. "Soms zegt men als het zo uitkomt, als het zo uitkomt zegt men soms".
Onmeunig lekker, onmeunig mooi en zo is van alles onmeunig daar in Twente. Het is eigenlijk een beetje een apart woord voor 'heel erg'. Heeft niks met 'dik' te maken of iets in die richting, maar dit zeg je als iemand een paar biertjes teveel heeft gedronken.
Praktisch voorbeeld: wanneer de man sloerig in 'n rakkert is, staat dit gelijk aan dat de halve wereld vergaat. Hij kan zichzelf niet meer aankleden, heeft intensieve verzorging nodig en gaat minstens half dood.
Ik bin onwies wies met oe - ik ben onwijs wijs met jou. Ik ben erg op je gesteld.
Metworst of boerenworst (harde gekruide worst van varkensvlees en varkensvet) Kozak (een Twentse koek van chocolade, marsepein, biscuit en jam) Krentenwegge (een brood waarbij krenten worden meegebakken) Bakleverworst (een echte Twentse delicatesse van spek, ham en lever)
d.w.z. tegen iemand opgewassen zijn; eig. tegen iemand stand houden (vgl.
De knollen op hebben. Je bent ontzettend moe en wilt eigenlijk het liefste slapen. In Twente heb je dan de knollen op.
De benaming 'Tukker' voor een inwoner van de Twente is bij nagenoeg iedereen wel bekend. Twentenaren koesteren de aanduiding Tukker als een geuzennaam.
He'j 't goed wies kapot? Bidden voor de maaltijd.
Het Twents is een Westfaals dialect van de Nedersaksische taal. Nedersaksisch is een van de drie erkende streektalen in Nederland (de andere zijn het Limburgs en het Fries). Volgens de Taaltelling Nedersaksisch uit 2005 spreekt ongeveer 62% van de Twentse bevolking dagelijks Twents, maar beheerst zo'n 81% het actief.
Lijst van Drentse gezegden en spreuken. Wie niks omhanden heeft, heeft altijd wat te klagen1 / De beste stuurlui staan aan wal. Beter een kaal hoofd als geen hoofd. Beter iets dan niets.
Verrekte koekwaus - Ander woord voor idioot. Zund - Jammer! Onder hockey zitten - Zeg je als je op hockey zit. Ermoei - Ander woord voor armoede.
Iedereen die wel eens in het oosten van Overijssel is geweest, heeft het kunnen ervaren: in Twente woont een apart slag volk. Niet dat de Tukkers zich ook maar iets van die typering aantrekken: ze zijn er juist trots op. Eigenzinnig, trots en soms wat tegendraads. Nuchtere gasten met droge humor.