Door de wettelijke verdeling krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner alle goederen van de nalatenschap. Pas als de langstlevende echtgenoot of partner overlijdt, erven de kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk.
Wettelijke erfgenamen
Partner, kinderen en hun afstammelingen. Ouders, broers, zussen en afstammelingen. Grootouders met hun (klein)kinderen, ooms, tantes, neven, nichten. Overgrootouders en hun afstammelingen.
Zonder testament bepaalt de wet wie je erfgenamen zijn. Daar zit een volgorde in. De eerste groep zijn je echtgenoot en je kinderen. Heb je die niet, dan je ouders en broers en zussen.
De langstlevende echtgenoot uit een huwelijk krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Dit betekent dat hij onder meer het vruchtgebruik krijgt van de gezinswoning en de inboedel. Hij mag dus hoe dan ook in de gezinswoning blijven wonen, of het verhuren en het huurgeld innen.
Wettelijk is vastgelegd wie jouw bezittingen en schulden erft. In de meeste gevallen zijn de erfgenamen de kinderen en de partner gezamenlijk. Bij de partner gaat het om de huwelijkspartner of een partner door een geregistreerd partnerschap. De partner en de kinderen erven ieder een gelijk deel.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Langstlevende is half eigenaar en heeft vruchtgebruik
De langstlevende is in deze situatie niet volledig eigenaar van de woning en mag dus ook niet alleen besluiten tot verkoop over te gaan. Hiervoor is toestemming van de erfgenamen noodzakelijk.
Door de wettelijke verdeling krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner alle goederen van de nalatenschap. Pas als de langstlevende echtgenoot of partner overlijdt, erven de kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk.
Langstlevende ouder maakt de erfenis op
De langstlevende heeft gedurende diens leven het volledige beheer over de erfenis die door de overleden partner is achtergelaten. Dat betekent ook dat de langstlevende het geld helemaal mag opmaken, inclusief de kindsdelen van de kinderen.
De langstlevende partner erft vandaag automatisch het vruchtgebruik op de woning, wanneer je gehuwd bent. Zo ben je zeker dat je een plek hebt om te wonen. Bij wettelijk samenwonende stellen is dat net hetzelfde, al hangt het er natuurlijk ook van af wat er precies in het testament werd opgenomen.
Als overgeblevene van de En/of Betaalrekening blijft u, na overlijden van de mederekeninghouder, toegang houden tot de rekening. Bij hoge uitzondering kan een En/of Betaalrekening bij het overlijden van een van de rekeninghouders worden geblokkeerd.
Bij de afwikkeling en verdeling van een erfenis kunt u te maken krijgen met een notaris, een executeur of een bewindvoerder. Als er geen erfgenamen (bekend) zijn, kan de overheid de afwikkeling op zich nemen.
Een notaris controleert voordat hij een verklaring van erfrecht of executele afgeeft of de overledene een executeur heeft benoemd in het laatst gemaakte testament. Ook controleert de notaris of er een codicil is met een executeursbenoeming.
De weduwe of weduwnaar krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Concreet krijgt de langstlevende het eigen vermogen van zijn overleden partner en de helft van het gemeenschappelijk vermogen in vruchtgebruik. De kinderen erven de blote eigendom.
Vóór 1 januari 2003 was het voor gehuwden eigenlijk bijna altijd nodig om een testament te maken, tenminste, als je alles goed wilde regelen voor de langstlevende. Nu geldt het nieuwe erfrecht en is het niet altijd nodig om nog iets voor de partner te regelen.
Kort gezegd houdt dit in dat de partner de beschikking houdt over het vermogen en alle spullen, en de kinderen een niet-opeisbare vordering krijgen op de langstlevende partner voor dat deel dat zij erven als de eerste ouder komt te overlijden.
Nederland heeft de erfbelasting ingevoerd in 1956, onder de Successiewet. Wie betaalt de erfbelasting? Zolang de langstlevende ouder over het vermogen van de kinderen beschikt, betaalt deze ook de erfbelasting voor de kinderen. Kinderen gaan pas belasting betalen als de langstlevende ouder ook komt te overlijden.
Mag de langstlevende eerder het kindsdeel uitbetalen? Ja, meestal mag de langstlevende tijdens het leven het kindsdeel eerder uitbetalen. Dat is niet verplicht. De kinderen kunnen het kindsdeel ook niet opeisen, tenzij dat in het testament staat of als er sprake is van een wilsrecht.
De erfgenamen – partner of kinderen - zijn verplicht om de bank te informeren over het overlijden. Bij een overlijden zal de bank alle bankrekeningen en bankkaarten van de overledene én de langstlevende partner immers blokkeren en de kluizen verzegelen.
Het kindsdeel van de erfenis is pas opeisbaar op het moment dat beide ouders overleden zijn. Dit geldt bijvoorbeeld ook als uw biologische ouder overleden is, maar hij of zij opnieuw getrouwd was. Zolang de stiefouder in leven is, dan maakt u nog geen aanspraak op uw kindsdeel van de erfenis.
De “langst-leeft-al clausule” houdt in dat Erna alles krijgt, daar waar de kinderen niets zullen ont- vangen en dus ook niet zullen moeten betalen. Erna zal slechts successierechten betalen op de ene helft van het gemeenschappelijk vermogen. De andere helft is namelijk reeds van haar.
Voor de erfbelasting over een woning gaan we uit van de WOZ-waarde (opent nieuw venster) min de hypotheekschuld. U kunt in de aangifte kiezen welke WOZ-waarde u opgeeft: of u geeft de WOZ-waarde in het jaar van overlijden op, of de WOZ-waarde in het jaar ná overlijden.
Bij het overlijden van een van de partners gaat het eigendom van de woning in eerste instantie naar de erfgenamen. Zij zijn vervolgens verplicht de woning aan de langstlevende te verkopen, indien hij of zij van de aankoopoptie gebruik wil maken.
De verkoop moet binnen acht maanden na overlijden plaatsvinden, na ongeveer een jaar zul je een belastingaanslag ontvangen. Als het niet mogelijk is om binnen acht maanden de woning te verkopen, dan is het mogelijk om bij de Belastingdienst uitstel van betaling aan te vragen.