In Jezus' tijd bezetten de machtige
De naam Palestina verwijst naar de Filistijnen, een volk dat zich hier aan het eind van de Bronstijd vestigde. Hun cultuur is verloren gegaan. Een oudere benaming voor dit gebied is Kanaän, de inwoners ervan waren Kanaänieten.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Dit land kreeg de naam Palestina, naar de Filistijnen, die aan de kust woonden. Het werd Judea genoemd, naar Juda. Het wordt het Heilige Land genoemd, omdat het het land is waar Jezus Christus werd geboren, zijn heilige leer predikte, deze bevestigde door wonderen en zijn leven gaf voor de mensheid.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
De term 'Palestina' was oorspronkelijk een aanduiding van een gebied in het zuiden van Kanaän waar het volk dat de Filistijnen werd genoemd een heel klein deel van bezette. Onder andere de Kanaänieten, Kanaänitische Feniciërs en de Israëlieten vestigden zich al veel eerder in het gebied.
Bijbels gebruik van Palestina
De term Palestina wordt zelden gebruikt in het Oude Testament, en als dat wel gebeurt, verwijst het specifiek naar het zuidwestelijke kustgebied van Israël dat door de Filistijnen werd bezet . Het is een vertaling van het Hebreeuwse woord "Pelesheth". De term wordt nooit gebruikt om te verwijzen naar het hele land dat door Israël werd bezet.
Sinds de Romeinse tijd had de naam geen politieke betekenis meer. Geen enkel land heeft ooit die naam gehad . De term was betekenisvol voor christenen als synoniem voor het Heilige Land. Het was betekenisvol voor joden als synoniem voor Eretz Yisrael, wat Hebreeuws is voor het Land van Israël.
Hij onderwees in kleine steden en dorpen en op het platteland.Hij verkondigde het koninkrijk van God. Rond het jaar 30 ging hij naar Jeruzalem voor Pesach. Hij verwekte opschudding in de tempel.
In het kort:
Joden wonen in de Oudheid in het gebied dat we nu kennen als Israël en Palestina, maar verspreiden zich over de wereld vanwege vervolgingen en de verwoesting van een Joodse tempel in Jeruzalem.
Het land zette de deuren open voor Joodse vluchtelingen uit alle windstreken: elke jood had het recht het land binnen te komen en het staatsburgerschap te verwerven. Tijdens de eerste vier maanden na de onafhankelijkheidsverklaring kwamen er zo'n 50 000 nieuwkomers aan in Israël.
In oudtestamentische termen valt Palestina grofweg samen met het land Kanaän (het huidige Israël en delen van Libanon, Jordanië en Syrië), waar in Bijbelse tijden verschillende volkeren leefden.
Hij leefde en predikte in Galilea, een grotendeels Joodse landstreek in Palestina (het huidige Israël). Jezus had daarom door en door Joodse ideeën.
Hoe is het jodendom ontstaan? Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän, een stuk land waar nu Israël, de Palestijnse gebieden en Libanon liggen. Op het moment dat Abram één god ging aanbidden in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde, begon het jodendom.
Judea (Grieks: Ἰουδαία, Ioudaía, Klassiek Latijn: Iūdaea, postklassiek Latijn: Judaea, Hebreeuws: יהודה Yəhuda, Arabisch: يهودا, Yahudia) is de Grieks-Romeinse benaming voor het vroegere gebied van het koninkrijk Juda.
Vanaf juni 2024 wordt de staat Palestina erkend als een soevereine staat door 146 van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties, of iets meer dan 75% van alle VN-leden. Het is sinds november 2012 een niet-lidstaat van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
De Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 brak uit toen vijf Arabische landen grondgebied binnenvielen in het voormalige Palestijnse mandaatgebied, direct na de aankondiging van de onafhankelijkheid van de staat Israël op 14 mei 1948.
De inhoud van dit akkoord betreft de gedeeltelijke terugtrekking van het Israëlische leger uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en het recht op (beperkt) zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse Autoriteit.
Het woord Palestina komt slechts één keer voor in de King James Version van de Bijbel, Joël 3:4 . Het komt drie keer voor in de vorm Palestina (Ex. 15:14; Jes. 14:29, 31).
Door de tijd heen zijn er veel namen gegeven aan dit gebied, waaronder Palestina, Eretz-Israel, Bilad es-Shem, het Heilige Land en Djahy . De vroegst bekende naam voor dit gebied was "Kanaän." De inwoners van Kanaän waren nooit etnisch of politiek verenigd als één natie.
Van 1917 tot 1947
Tot september 1922 bleef Jeruzalem en de rest van Palestina onder Brits militair bestuur. Door de Volkerenbond werd in 1922 het mandaat aan de Britten gegeven om Palestina te besturen en de lokale bevolking voor te bereiden op zelfstandigheid.
Het noordelijke deel, dat tien van de twaalf stammen omvatte, nam de naam "Israël" mee, maar werd ook wel het "Tienstammenrijk" of "Efraïm" genoemd, naar de meest dominante stam. Het rijk hield stand tot 722 v. Chr.. Het zuidelijke deel na de splitsing werd het koninkrijk Juda genoemd.
Palestina is in de vorige eeuw ontstaan nadat het Verenigd Koninkrijk dit gebied verliet als mandaat (soort kolonie). In dit gebied woonden ook Joden, en steeds meer Joden uit Europa emigreerden naar de regio Palestina, ook bekend als Israël of Kanaän. Zij stichten hier de staat Israël.
De aanleiding van de oorlog was een verrassingsaanval door de militante tak van Hamas vanuit de Gazastrook op nederzettingen in Israël. Onder de naam Operatie Al-Aksa-storm werd een groot aantal mensen mishandeld, vermoord en gekidnapt. Als reactie daarop volgde een Israëlische militaire invasie in de Gazastrook.