De kinderen worden eigenaar ('bloot eigenaar') en de langstlevende krijg het genot van de bezittingen (bijvoorbeeld rente en de bewoning van het huis). In principe moeten de kinderen erfbelasting betalen over hun 'bloot eigendom' en moet de langstlevende erfbelasting betalen over de waarde van het vruchtgebruik.
De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Als eigenaar geldt niet alleen iemand die het volledige eigendom heeft, maar bijvoorbeeld ook een erfpachter of vruchtgebruiker. Ook dan moet u belasting betalen.
Als vruchtgebruiker heb je “het genot” van de goederen die eigenlijk toebehoren aan de blote eigenaar. Jij mag ze gebruiken en beheren en er de inkomsten van innen. Een woning mag je zelf bewonen, zonder dat je huur moet betalen, of je mag ze verhuren én de huur opstrijken.
In de overgrote meerderheid van de gevallen is de belastingplichtige wie op 1 januari van het aanslagjaar de eigenaar is van het onroerend goed. Als er een uitsplitsing is tussen naakte eigendom en vruchtgebruik, is de vruchtgebruiker de belastingplichtige.
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
Vruchtgebruik houdt in dat u gebruik mag maken van (de opbrengst van) vermogen dat niet uw eigendom is. U hebt bijvoorbeeld uw woning op naam gezet van uw kinderen, maar u blijft zelf nog in de woning wonen zonder dat zij daar een vergoeding voor krijgen.
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
Een woning in vruchtgebruik kan in Box 1 van de belastingopgave vallen. Dit betekent dus dat de Belastingdienst het vruchtgebruik aanziet als eigenwoning gebruik. Dit is enkel het geval indien het vruchtgebruik op een woning overgaat op de langstlevende echtgenoot via het erfrecht.
Als een onroerend goed in onverdeeldheid toebehoort aan meerdere eigenaars, dan is elke mede-eigenaar in de regel de onroerende voorheffing verschuldigd ten be- lope van zijn aandeel in het onroerend goed.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
Nederland heeft de erfbelasting ingevoerd in 1956, onder de Successiewet. Wie betaalt de erfbelasting? Zolang de langstlevende ouder over het vermogen van de kinderen beschikt, betaalt deze ook de erfbelasting voor de kinderen. Kinderen gaan pas belasting betalen als de langstlevende ouder ook komt te overlijden.
De waarde van het vruchtgebruik wordt dan berekend door de rekenrente te vermenigvuldigen met een bepaalde factor. De rekenrente voor de erfbelasting is vastgelegd op 6%. Je neemt dan 6% van de totale waarde van het vruchtgebruik. Als een woning een waarde heeft van €200.000,- neem je daar 6% van.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
U bezit het vruchtgebruik en uw kinderen de blote eigendom. Gaat het om een bankrekening, dan kan u de inkomsten (rente of dividenden) innen, maar mag u niet aan het kapitaal komen. Uw kind(eren) geniet(en) immers de blote eigendom van die tegoeden.
Wat bij overlijden? Vruchtgebruik dooft normaal gezien uit als de vruchtgebruiker overlijdt. Die laatste kan zijn recht dus niet legateren, aangezien hij de duur ervan niet kan verlengen tot na zijn dood. Zijn vruchtgebruik schenken kan wel (bij notariële akte).
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.