Natuurlijk heeft het DNA van papa en mama de grootste invloed op je baby's uiterlijk! Meestal zal je de meeste karakteristieken zien van het meest dominante gen, maar het kan ook zijn dat het minder dominante gen zich op een onverwachte manier laat zien!
Tandgrootte, het formaat van de kaak en de vorm van je tanden zijn allemaal genetisch bepaald, en kinderen kunnen deze karakteristieken van beide ouders erven volgens het American Journal of Physical Anthropology. Echter blijkt de kans groter dat kinderen deze kenmerken van hun vader erven.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
Bij de bevruchting smelt de ei- en zaadcel samen en bevat het nieuwe wezen zo weer 46 chromosomen, 23 van zijn vader (de zaadcel) en 23 van mijn moeder (de eicel). Voor iedere erfelijke eigenschap heb je 2 genen, 1 van je vader en 1 van je moeder.
Genen invloed op lengte
Hoe lang je wordt hangt onder andere af van de genen die je van je ouders erft. Daarom heeft een groot deel van de kinderen ongeveer dezelfde lengte als de ouders. Zeker enkele honderden genen bepalen hoe lang je wordt. Ieder gen heeft een klein effect.
Blijft de vraag waarom eenjarigen wel op hun vader lijken. De psychologen zoeken het in een evolutionaire verklaring: pasgeborenen hebben een goede reden om meer op vader dan op moeder te lijken. Op moeders zorg kun je altijd wel aan, zij weet doorgaans welk kind van haar is. Pa is daarin minder zeker.
Gemiddeld delen kinderen van dezelfde ouders ongeveer 50% van hun DNA met elkaar, maar sommigen delen iets meer en sommigen iets minder. Dus, terwijl we allemaal 50% van ons DNA van elk van onze ouders ontvangen, zijn de segmenten die we ontvangen volledig willekeurig.
Je erft je genen van je ouders. Van elk gen erf je twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Ook de genen van je grootouders en verre voorouders hebben invloed op de kleur van je huid.
Van beide ouders is evenveel DNA aanwezig, maar ons lichaam verkiest de genen van papa boven die van mama. De ontdekking kan van pas komen bij onderzoek naar erfelijke ziektes. De kans om zelf ziek te worden is minder groot als je moeder uit een krakkemikkige familie komt en je vader uit een sterk ras.
Het AB0-bloedgroepensysteem
Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar.
Tekenen van hoogbegaafdheid bij baby's
Karakteristieken van hoogbegaafde baby's: Extreem waakzaam – altijd aan het observeren, al kort na de geboorte. Er is al snel sprake van oogcontact. Heeft minder slaap nodig dan de meeste baby's.
Is karakter genetisch bepaald? Uit onderzoek is gebleken dat de helft van ons karakter genetisch bepaald is (en dus wordt overgedragen door onze ouders), terwijl we de andere helft ontwikkelen terwijl we opgroeien. Als het om een jonge baby gaat, speelt erfelijkheid een belangrijkere rol.
Wat zijn erfelijke eigenschappen? Je erft dingen van je ouders. Dat betekent dat ze bepaalde eigenschappen die zij hebben, doorgeven aan jou. Erfelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld de kleur van je huid, je haar en je ogen.
DNA-onderzoek naar verwantschap kan 99% zekerheid geven. Dit heet ook wel verwantschapsonderzoek, verwantschapstest of vaderschapsonderzoek.
Onderzoek heeft aangetoond dat het belangrijkste gen dat met kaalheid in verband wordt gebracht op het X-chromosoom zit. Omdat er vijftig procent kans is dat dit X-chromosoom door je grootvader aan je moeder is doorgeven, is de kaalheid van je opa aan moederszijde een goede voorspeller van jouw toekomstige kaalheid.
Het DNA van een mens is verdeeld over 23 paar chromosomen. Van elk paar krijg je er 1 van je vader (via de zaadcel) en 1 van je moeder (via de eicel). Het geslacht wordt ook door chromosomen bepaald: het X- en Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
het allel voor een donkere huid is dominant over het allel voor een lichte huid. Je kan ook zeggen; het allel voor een lichte huid is recessief ten opzichte van het allel voor een donkere huid.
De kleur van de huid wordt bepaald door de hoeveelheid en het type pigment (melanine) in de huid. Er zijn twee typen melanine: feomelanine (rood tot geel) en eumelanine (donkerbruin tot zwart). Van beide soorten wordt de hoeveelheid en het type bepaald door vier tot zes genen.
Nee dat kan niet. De huidskleur wordt bepaald door het melanine en welke subtype men heeft van het melanine. Er zijn een aantal genen die de huidkleur bepalen.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Een vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan hun kind door. Dit kan een A, B of O zijn. Samen bepaalt dit welke bloedgroep het kind heeft; A, B, AB of O. Je hebt dus altijd twee bloedgroep-genen.
De additieve genetische relatie tussen volle broers en volle zussen is 0.5, omdat ze gemiddeld 50% van hun DNA delen. De additieve genetische relatie tussen twee dieren is de hoeveelheid DNA die ze gemeenschappelijk hebben omdat ze familie van elkaar zijn. Nakomelingen delen hetzelfde DNA.
Hoe nauwer de familieband is, hoe hoger de kans. Voor kinderen van een volle neef en nicht is de kans op een kind met een aangeboren ziekte ongeveer 4 tot 6 op de 100 (4 tot 6%). Bij kinderen van ouders die geen familie van elkaar zijn, is de kans 2 tot 3 op 100 (2 tot 3%).
Het is namelijk zo dat kinderen de helft van het DNA profiel van hun ouders overerven. In theorie kan het dus zijn dat broers en zussen precies de andere helft van het DNA van hun ouders hebben geërfd en dus is statistisch niet vast te stellen of zij dezelfde vader of ouders hebben.