De wet verplicht werkgevers en werknemers om elke zes weken een voortgangsgesprek te houden over de ontwikkelingen in het re-integratieproces. Als dit proces voortduurt, wordt het re-integratieverloop na het eerste jaar bekeken en wordt bepaald wat de stappen voor het komende jaar zullen zijn.
Is een werknemer 8 weken arbeidsongeschikt, dan moet er volgens de Wet verbetering poortwachter een Plan van Aanpak zijn gemaakt. Het Plan van Aanpak wordt door de werkgever samen met de werknemer opgesteld.
Doel van de re-integratie
Bij langdurig verzuim stelt de bedrijfsarts een Probleemanalyse op. Hierin legt de bedrijfsarts vast wat het doel is van uw re-integratie. Dit kan zijn: volledige terugkeer in eigen werk.
De werkgever is verantwoordelijk voor het verloop van het re-integratieproces en daardoor verplicht tot het opstellen van een Plan van Aanpak en het bijhouden van de voortgang in dit proces.
Het is ook mogelijk dat je werkgever weigert om de beslissing van de arbeidsarts te volgen. In dat geval stelt hij geen re-integratieplan op, omdat hij vindt dat dit technisch of objectief onmogelijk of onredelijk is. De werkgever zal die weigering ook schriftelijk moeten motiveren.
Samen met uw werkgever moet u er alles aan doen om snel weer aan het werk te gaan. U en uw werkgever moeten daarbij een aantal stappen volgen. Die stappen heten samen re-integratietraject. Een re-integratietraject duurt maximaal 104 weken.
Een werkgever moet er alles aan doen om aangepast werk te vinden, tijdens of na een ziekte. Als dit niet lukt binnen het eigen bedrijf, dan bestaat de verplichting voor de werkgever om bij een ander bedrijf naar passend werk te zoeken. Eventueel met behulp van de arbodienst of een re-integratiebedrijf.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Een plan van aanpak zorgt voor duidelijkheid voor zowel werkgever als werknemer. In het plan mag alleen informatie staan die gerelateerd is aan de re-integratie. Er mag nooit medische informatie in het plan van aanpak staan. Zelfs niet als de medewerker hiervoor akkoord geeft.
Bent u het niet eens met het Plan van aanpak en komt u er niet uit met uw casemanager? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Dan geeft UWV een onafhankelijk oordeel over de re-integratie.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Volgens de arbodienst ArboNed duurt het gemiddeld 9 maanden voordat een opgebrande werknemer weer terugkeert op de werkvloer. Uiteraard kun je in jouw bedrijf werkstress tegengaan, maar een burn-out valt niet altijd te voorkomen.
Net zoals de andere medische onderzoeken bepaald in titel 4 van de Codex (betreffende de gezondheid van de werknemers) is de re-integratiebeoordeling een verplicht onderzoek. De werknemer is dus verplicht dit onderzoek te ondergaan tenzij hij bewijst dat hij om medische redenen verhinderd is.
Het tweede spoortraject komt in beeld wanneer het vinden of organiseren van passend werk niet mogelijk bij je huidige werkgever. De bedrijfsarts of arbeidskundige legt deze bevinding op zijn vroegst in de 8e week of uiterlijk in de 52ste week van je arbeidsongeschiktheid vast in een verklaring.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
Advies bedrijfsarts leidend
Onderdeel van de afspraken is dat dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de toets op de re-integratie inspanningen (RIV-toets) door UWV. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen.
Uw werkgever maakt samen met u een Plan van aanpak. Dit doet u uiterlijk 2 weken nadat de bedrijfsarts de Probleemanalyse heeft opgesteld. In het Plan van aanpak staat hoe u zo snel en verantwoord mogelijk weer aan het werk kunt.
Wanneer de werkgever het advies van de bedrijfsarts onduidelijk vindt, zal hij dan ook moeten doorvragen. Wanneer de werkgever twijfels heeft over het advies van de bedrijfsarts, dan kan hij een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV.
De bedrijfsarts is degene die de werkgever adviseert of een werknemer in staat is is om zijn of haar werk te doen. Een huisarts kan de werknemer ook een advies geven, maar voor de werkgever is het advies van de bedrijfsarts altijd leidend.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
Bij het zoeken naar passende arbeid mag de werkgever zich niet beperken tot bestaande functies. De werkgever moet de functie, de arbeidsverdeling of de arbeidsorganisatie zodanig aanpassen, dat de werknemer met de beperkingen het werk kan uitvoeren.
Begint de termijn van 104 weken opnieuw te lopen als een werknemer ziek wordt terwijl hij aan het re-integreren is? Nee. De werknemer is arbeidsongeschikt als en zolang hij de bedongen arbeid geheel of gedeeltelijk niet kan verrichten. Tijdens die periode kan een werknemer soms opbouwend passend werk doen.
De bedrijfsarts geeft daarbij aan dat dit aangepaste werk aan bepaalde eisen moet voldoen. Zo moet de werknemer het staan en zitten kunnen afwisselen, mag hij geen zware dingen tillen en mag hij de werkzaamheden maximaal 4 uur per dag verrichten.