De ledenvergadering benoemt het bestuur, dat meestal ook uit leden bestaat. Een vereniging heeft geen aandeelhouders. Het geld van een vereniging komt binnen via de contributies die leden betalen. En bijvoorbeeld via donaties en inzamelingsacties.
De leden kiezen tijdens de algemene ledenvergadering een bestuur. Vervolgens kiest het bestuur uit zijn midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Zij leiden de dagelijks gang van zaken binnen de vereniging en vertegenwoordigen de vereniging tegenover derden.
Als hoofdregel geldt dat de bestuurders worden benoemd door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. De statuten van de BV kunnen voorschrijven dat bestuurders niet door de algemene vergadering maar door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding worden benoemd.
Hoofdstuk 6.4 Het kiezen van een voorzitter
Er kan dan bijvoorbeeld worden bepaald dat de voorzitter benoemd wordt door de raad van commissarissen of de algemene ledenvergadering. Veel verenigingen leggen statutair vast dat de voorzitter in functie wordt gekozen (en dus niet door het bestuur zelf).
Doorgaans bestaat een bestuur minimaal uit een voorzitter (en vicevoorzitter), een secretaris en een penningmeester. De leden van het bestuur die geen specifieke functie of taak hebben, worden wel 'algemeen lid' genoemd.
Naast een bestuur kunt u ook een raad van commissarissen hebben. Dit heet ook wel een raad van toezicht (rvt). De raad van commissarissen (rvc) houdt toezicht op het bestuur en het beleid van de organisatie. Een rvc is niet verplicht.
Het bestuur van een vereniging is belast met het besturen van de vereniging en is als zodanig formeel eindverantwoordelijk voor het voortbestaan van de vereniging. Op grond van de wet moet het bestuur uit minimaal drie bestuursleden bestaan, namelijk een voorzitter, secretaris en penningmeester.
Juridisch kader
Een bestuur moet volgens de wet bestaan uit minstens een voorzitter, secretaris en een penningmeester, of in de statuten moet anders bepaald zijn. Het hebben van een niet voltallig bestuur hoeft in principe geen probleem te zijn, het heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van het bestuur.
Beheerder van de financiën. De penningmeester is, als lid van het bestuur, samen met de andere bestuurders verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen de vereniging. Daarnaast is een penningmeester de persoon binnen de vereniging die zich bezighoudt met de financiën.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
Tenzij de statuten anders bepalen, moet een bestuur op grond van artikel 2:37 lid 7 BW minimaal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester bestaan. Praktisch gezien is het wenselijk om in de statuten de aanstelling van deze drie bestuursleden specifiek te benoemen.
Juridisch is het mogelijk dat een vereniging geen bestuursleden heeft, namelijk indien alle (resterende) bestuursleden ontslagen worden, aftreden, of ontslag nemen. Echter, de wet geeft geen regeling over wat er in dat geval moet gebeuren, en geeft ook niet aan hoe een nieuw bestuur gekozen kan worden.
De voorzitter van de raad van bestuur wordt benoemd uit één van de onafhankelijke bestuurders. Deze onafhankelijke bestuurders dienen op zijn minst te voldoen aan de criteria zoals bepaald in artikel 7:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij bestuurders voor een periode van vier jaar benoemd worden en daarna één of twee keer herkozen kunnen worden.
De taken van het bestuur zijn wettelijk beperkt: een bestuur mag zich alleen bezig houden met alles wat nodig is om de vereniging te laten functioneren. Dat betekent dat het bestuur geen handelingen mag verrichten die de vereniging (kunnen) schaden of die niets met het functioneren van de vereniging te maken hebben.
De wet bepaalt niet uit hoeveel bestuurders het bestuur maximaal moet of kan bestaan. Ook is niet verplicht dat het bestuur uit een even of oneven aantal bestuursleden moet bestaan. Je mag dit dus helemaal zelf bepalen.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij een penningmeester voor een periode van vier jaar benoemd wordt en daarna één of twee keer herkozen kan worden.
De penningmeester (M/V) regelt de financiële administratie van een vereniging, commissie, club of stichting. Dit is geen beschermd beroep met een keurmerk; in feite kan iedereen met affiniteit voor boekhouden een penningmeester worden.
Een kascommissie controleert of het financieel verslag dat het bestuur jaarlijks opstelt, in orde is. Bijna alle verenigingen hebben een kascommissie. Als een deskundige kascommissie een gedegen controle van het financieel verslag heeft uitgevoerd, kan het bestuur gefundeerd vertrouwen dat dit verslag oké is.
Kan dit zomaar? Wettelijk en reglementair kan een VvE niet zonder een bestuur. Wanneer het VvE bestuur wil opstappen, doet de vergadering van eigenaars er verstandig aan om geen ontslag te verlenen totdat er nieuwe bestuurders zijn benoemd.
Zij onderzoekt het financieel verslag en of de (wettelijke) regels worden nageleefd. Het instellen van een kascommissie is wettelijk verplicht, tenzij de boeken door een externe accountant worden gecontroleerd of er een raad van toezicht/commissarissen is.
Kortom, een goede voorzitter moet in staat zijn om te communiceren, te organiseren, te leiden en te compromissen. Als een voorzitter deze vaardigheden beheerst, kan hij of zij ervoor zorgen dat de groep of organisatie waarvoor hij of zij verantwoordelijk is, succesvol is en haar doelen bereikt.
De nadelen:
Zorg: je bent niet verzekerd voor de sociale verzekeringen. Aansprakelijkheid: kies je voor een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid dan ben je als bestuurder aansprakelijk met het privévermogen. Financieel: het doel van de vereniging mag niet winst maken zijn.
Hoofdstuk 6.6 Schorsing, ontslag en vervangen van de voorzitter. Als de voorzitter van het bestuur niet functioneert, moet de vereniging daar iets aan kunnen doen. Uiteraard is het mogelijk de voorzitter op zijn disfunctioneren aan te spreken.
Opzegging volgens de statuten
In de wet is bepaald (artikel 2:25 lid 2 BW) dat een vereniging in de statuten mag vastleggen wanneer het lidmaatschap van een lid kan worden opgezegd.