1 Benoeming en ontslag van bestuurders. De eerste bestuurders van een stichting worden veelal aangewezen in de oprichtingsakte. De wet laat oprichters vrij in de wijze van benoeming van opvolgende bestuurders, mits de benoemingsregeling in de statuten is opgenomen (art. 2:286 lid 4 onder c BW).
Een vereniging heeft leden. Een stichting niet, die heeft alleen een bestuur en soms een raad van commissarissen of een raad van toezicht. De leden van de vereniging kiezen het bestuur.
Volgens de Governance Code Cultuur moet de stichting minimaal drie bestuursleden hebben. Ook als de stichting een ANBI-status wil aanvragen, moeten er minimaal drie bestuursleden zijn. Je mag zelf bepalen of het bestuur uit een even of oneven aantal leden bestaat.
Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. 2. De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de stichting slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
De leden hebben allemaal één stem op de ledenvergadering. De ledenvergadering benoemt het bestuur, dat meestal ook uit leden bestaat. Een vereniging heeft geen aandeelhouders.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
Vaak bepalen de statuten hoe de stichting een bestuurder beloont. Bijvoorbeeld dat een bestuurder geen recht heeft op loon, maar alleen op een onkostenvergoeding en/of vacatiegeld. Vacatiegeld is een vergoeding die bestuursleden ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen.
Zo is het ook met de stichting: dit is een doelvermogen, en er is geen eigenaar. Toch gebeurt het regelmatig dat iemand zich eigenaar noemt van een stichting. Meestal betreft dat de oprichter of investeerder. Maar volgens de wet zijn zij uitsluitend bestuurder of crediteur.
Absoluut. U mag gewoon winst maken met een stichting. Het is zelfs toegestaan om dit in uw statuten op te nemen als zijnde het doel van uw stichting. Alleen mag die winst niet bestemd zijn om het bestuur te verrijken maar moet zij uitgekeerd worden aan een ideëel of sociaal doel.
Wel schrijft de wet voor dat de statuten de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders moeten bevatten. In veel statuten is opgenomen dat het bestuur zichzelf benoemt (coöptatie), dat de bestuurders zijn benoemd voor een periode van vier jaar en dat zij één- of tweemaal herbenoembaar zijn.
Doorgaans bestaat een bestuur minimaal uit een voorzitter (en vicevoorzitter), een secretaris en een penningmeester. De leden van het bestuur die geen specifieke functie of taak hebben, worden wel 'algemeen lid' genoemd.
Een stichting met een bestuurmodel heeft een bestuur en geen raad van toezicht. Sommige stichtingen met een bestuurmodel hebben ook een directeur. De directeur kan ook de zakelijk of artistiek leider zijn, of een coördinator.
Een rechtspersoon, zoals een stichting, vereniging of besloten vennootschap, moet altijd een bestuur hebben. De wet bepaalt niet uit hoeveel bestuurders het bestuur maximaal moet of kan bestaan. Ook is niet verplicht dat het bestuur uit een even of oneven aantal bestuursleden moet bestaan.
Het kan voorkomen dat een stichting zonder bestuur komt te zitten. Bijvoorbeeld door het overlijden van de enig bestuurder. Stichtingen kennen geen Algemene Vergadering of aandeelhoudersvergadering. Er kan daardoor bij een stichting niet van binnenuit een bestuur worden benoemd.
Na oprichting meer bestuurders
Na de oprichting kan je er altijd nog voor kiezen om meer bestuurders aan te stellen. Die moeten dan ook worden ingeschreven in het handelsregister. Let op: om in aanmerking te kunnen komen voor de ANBI status moet jouw stichting minimaal drie bestuurders hebben.
Geen minimale kapitaaleis: voor het oprichten van een stichting is geen minimumkapitaal vereist. Hierdoor zijn de kosten voor het starten van een stichting erg laag. De nadelen: Winstuitkering: wanneer je een stichting opricht, kun je de winst niet naar jezelf uitkeren.
Als stichting of vereniging bent u belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als u een onderneming drijft. U betaalt dan vennootschapsbelasting over de winst van uw onderneming.
De voorzitter is vaak het eerste aanspreekpunt en het gezicht van de stichting. De voorzitter is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de stichting en zal vergaderingen leiden. Ook zal de voorzitter een coördinerende rol hebben met betrekking tot de andere bestuurstaken.
Het geld van een stichting komt binnen via donaties, leningen, subsidies en erfenissen. Een stichting heeft geen aandeelhouders.
Elke organisatievorm mag lenen en leningen verstrekken. Een onderhandse lening is een lening waarbij de organisatie geld leent van één of meerdere geldgevers en er direct contact is tussen de organisatie en geldgever(s). Zo kan een stichting bijvoorbeeld geld lenen van een bedrijf of particulier.
Dat een stichting geen commercieel doel nastreeft, betekent niet dat een stichting geen winst mag maken. Het betekent wel dat gemaakte winst niet mag worden uitgekeerd aan bij de stichting betrokken personen. De winst mag uitsluitend worden gebruikt ter verwezenlijking van het doel van de stichting.
Als je jouw bestuursfunctie wilt opzeggen moet je dat schriftelijk doen. Een mailtje is ook voldoende. Dit stuur je aan de andere bestuurders. In het bestuur gaan jullie bespreken hoe jullie een nieuw bestuurslid gaan vinden.
Een dagelijks bestuur is niet verplicht
Het bestuursorgaan kan dan de nodige dagelijks bestuurders benoemen. De benoeming van de dagelijks bestuurders moet worden bekendgemaakt op dezelfde manier als de benoeming van bestuurders.
Dan is de vereniging verplicht een kascommissie in te stellen. Deze bestaat uit leden van de vereniging en controleert de penningmeester.