De
De vierde naamval wordt gebruikt voor lijdende voorwerpen. Ook wordt deze naamval gebruikt: Altijd na de voorzetsels bis, durch, entlang, für, gegen, ohne, um. Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.
De vocatief (Latijn: vocativus; vocare = roepen) of vijfde naamval is de naamval die wordt gebruikt als iemand of iets wordt aangesproken.
De eerste naamval gebruik je voor het onderwerp, de tweede naamval om een bezitsrelatie aan te duiden, de derde naamval voor het meewerkend voorwerp en de vierde naamval voor het lijdend voorwerp.
Er zijn vier naamvallen in het Duits: nominatief (onderwerp), accusatief (lijdend voorwerp), datief (meewerkend voorwerp) en genitief (bezittelijk) .
Veel voorkomende gevallen zijn nominatief, accusatief, datief en genitief . Een rol die een van die talen markeert met een geval, wordt in het Engels vaak gemarkeerd met een voorzetsel.
uitdrukt, dan volgt de vierde naamval. Indien het werkwoord + keuzevoorzetsel geen van deze uitdrukt, dan geldt de 7/2 regel: an, hinter, neben, in, unter, vor en zwischen krijgen de derde naamval en auf en über krijgen de vierde naamval.
Traditioneel worden voor het (historische) Nederlands vier naamvallen onderscheiden: de eerste naamval (of: nominatief) is de onderwerpsvorm; de tweede naamval (of: genitief) kan meestal m.b.v. het voorzetsel van worden omschreven (bijvoorbeeld het Wapen der Infanterie); de derde naamval (of: datief) wordt gebruikt als ...
Er zijn 3 naamvallen, 2 geslachten, 3 getallen en 3 'staten'.
De genitief is een vorm die aangeeft van wie of wat iets is.
De betekenis ervan kan worden omschreven met een van-bepaling. Ook bijvoeglijke naamwoorden krijgen een bezits-s als ze voorafgegaan worden door iets, niets, wat, veel, weinig of wat voor en het geheel de waarde van een zelfstandig naamwoord heeft.
Deze voorzetsels krijgen de 3e naamval als je kunt vragen: wo? (waar) of wann? (wanneer). Deze voorzetsels krijgen de 4e naamval als je kunt vragen: wohin? (waarheen).
auf en über (in de betekenis 'over'): vrijwel altijd 4e naamval. alle andere voorzetsels uit deze categorie: 3e naamval.
Modern Engels is een voorbeeld van een taal die een bezittelijke vorm heeft in plaats van een conventionele genitieve vorm . Dat wil zeggen, Modern Engels geeft een genitieve constructie aan met ofwel het bezittelijke clitische suffix "-'s", of een prepositionele genitieve constructie zoals "x of y".
Franse zelfstandige naamwoorden en tonische voornaamwoorden hebben geen naamvalsaanduiding zoals in het Engels, en hun rol wordt aangegeven door woordvolgorde en voorzetsels (hoewel niet op precies dezelfde manier als in het Engels: het Frans is over het algemeen losser met woordvolgorde en strikter met het gebruik van ...
Het Pools kent zeven naamvallen: de nominatief (mianownik), genitief (dopełniacz), datief (celownik), accusatief (biernik), locatief (miejscownik), instrumentalis (narzędnik) en vocatief (wołacz).
'Der Akkusativ' is de vierde naamval in het Duits. Deze naamval wordt gebruikt voor het lijdend voorwerp . Je kan weten wat het lijdend voorwerp door de vraag “Wie/wat + gezegde + onderwerp?” te stellen. Het antwoord is dan het lijdend voorwerp!
Naamvallen: Er bestaan in het Spaans geen naamvallen. Deze worden meestal uitgedrukt in voorzetsels of in de zinsopbouw. Meervoudsvorming: Aan de meeste zelfstandige naamwoorden, die op een klinker eindigen, wordt een „-s“ toegevoegd.
Het hedendaagse Russisch kent zes naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief, instrumentalis en prepositionalis/locatief. Het Russisch kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig, die in de regel morfologisch gemarkeerd zijn.
Deling Duitsland
Na de geallieerde overwinning wordt Duitsland opgedeeld in vier bezettingszones. Amerika, Engeland en Frankrijk besturen elk een deel van West-Duitsland (de Bondsrepubliek Duitsland).
De accusatief is voor directe objecten. Het directe object is de persoon of het ding dat de actie ontvangt. Dus in "het meisje schopt de bal", is "de bal" het directe object. De datief is voor indirecte objecten.
Het einde van de oorlog
In 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog doordat Frankrijk en Brittannië versterking kregen van de Verenigde Staten (Amerika). Frankrijk en Brittannië kregen er daardoor zoveel soldaten bij, dat Duitsland in november 1918 om een wapenstilstand vroeg.