We onderscheiden twee grote soorten: de mestworm en de regenworm. Lintwormen behoren tot een andere categorie ð. Regenwormen (Lumbricus terrestris) eten o.a. bladeren van loofbomen, maar ook zaden en allerlei dood plantenmateriaal.
De Eisenia fetida, soms ook tijgerworm genoemd, is zo'n super verteerder. Hij is de ideale compostworm voor in je wormenbak. Je komt hem tegen in mesthopen, compostbakken. Een volwassen compostworm is ongeveer 8 cm lang.
Ze brengen lucht in de grond maar scheiden ook bijvoorbeeld kalk af, waar de planten van houden. En ze moeten wel wat te eten hebben. In een schrale grond (een bodem met weinig humus of organisch materiaal) vind je ze niet en heeft het uitzetten (= inzetten) van wormen dus geen zin.
Strooi je wormenmest in je tuinaarde, dan draag je water naar de zee. In een gemiddelde tuingrond krioelen honderden wormen per kubieke meter. Die krijgen de slappe lach als ze je met een zak wormenmest zien aankomen. Die tuinwormen produceren namelijk met z'n allen meer poep dan een schap vol wormenmest-zakken.
- De riek of schep hard heen en weer bewegen! - Altijd vragen aan je ouders of juf of meester of het wel mag! PAS OP: voordat je de regenworm oppakt, wacht dan eerst totdat hij helemaal uit de bodem is gekomen.
Onder natuurlijke omstandigheden komen regenwormen boven door graafbewegingen van mollen. Regenwormen komen ook bovengronds bij regenachtig weer om te paren, ze zijn verder vooral 's nachts actief. In de winter kruipen ze dieper de grond in en gaan in een soort winterslaap of diapause.
Compost wordt doormengt door de bovenste laag van de tuingrond. Door het mengen door de toplaag wordt de structuur en de vruchtbaarheid van de grond verbeterd. Compost heeft een hogere voedingswaarde voor de bodem dan bemeste tuinaarde.
Je kunt de bodem verbeteren door de eerste 20 centimeter tuingrond eenmalig goed los te maken door te spitten en daarna hoogwaardige compost in de bovenste grondlaag aan te brengen. Daarna doet de natuur de rest. Gebruik geen GFT compost of andere, vaak goedkope of gratis af te halen, compostsoorten.
Tijdens de paring vormt zich rond beide een slijmband. Daarna schuift iedere worm zijn slijmband over het lichaam en worden de eieren bevrucht. De band sluit zich en vormt een cocon waaruit na enkele weken jonge wormpjes kruipen. De wormpjes zijn na een paar weken al volwassen en dat herken je aan het zadel.
Bestel de compostwormen eenvoudig online of per telefoon bij Wormenkwekerij Wasse in Drenthe of een andere wormenkweker, je krijgt ze per post thuisbezorgd.
De wormencompost die jouw compostwormen maken in je wormenhotel is heel goede bemesting. Wormcompostering lijkt op gewone compostering. Met dit verschil dat er alleen organisch keukenafval in mag worden verwerkt. Wormcompostering gebeurt in een wormcompostbak waaraan wormen toevoegt.
De spoelworm (Toxocara canis)
Spoelwormen zijn geelwit tot roze gekleurd. Vaak zijn ze niet te zien in de ontlasting van de hond, in braaksel zijn ze soms wel zichtbaar. Opgedroogde wormen zien eruit als opgerolde elastiekjes. De volwassen wormen leven in de dunne darm en leggen daar eitjes.
De regenworm is een ongewerveld dier met een lang rozig week lichaam. Het lichaam is opgebouwd uit ringen. En op elk segment (ring) staan vier paar borstels. Die gebruikt hij op over en door de grond te kruipen.
Meestal merkt u niets van zweepwormen. Soms ziet u een worm in uw poep. De worm is glad, lichtgeel of wit en lijkt op een zweep: een dunne draad met een dik uiteinde.
Compost kan veel grond bevatten waardoor het organische stofgehalte tegenvalt. Een instabiele compost heeft een negatieve werking op het bodemleven met risico op schade. Naast negatief effect op het bodemleven is een instabiele compost ook giftig voor pas ontkiemende zaden.
Daarnaast bevat de tuinaarde (in verhouding met potgrond) te weinig grove delen en hierdoor is de tuinaarde zeer compact. Het aanwezig lucht is minimaal en ook de wortels hebben deze poriën nodig om het gasuitwisselingsproces te kunnen voltooien. Dit zijn de hoofdredenen om nooit rechtstreeks in tuinaarde te planten.
Je kunt compost erg goed gebruiken om oude potgrond nieuw leven te geven. Over de tijd nemen je planten alle voedingsstoffen op. Door een goede dosis compost door je oude potgrond te nemen, zorg je ervoor dat er nieuwe voedingsstoffen in komen en dat de grond weer voldoende vocht vast kan houden.
Zowel tuinaarde onbemest als tuinaarde bemest lenen zich goed als tuingrond voor beplanting. De bemeste tuinaarde is echter voorzien van toegevoegde organische producten, zoals compost en champost (geen kunstmest). Hierdoor bevat deze tuingrond extra voedingswaarde waardoor beplanting een goede start krijgen.
Je maakt humusrijke grond door frequent organische stoffen door de grond te mengen. Dit kan bijvoorbeeld compost zijn maar ook bijvoorbeeld fijne houtsnippers, mulch, kokosgrond en oude bladresten van de herfst. Dit materiaal vergaat snel en dat maakt je bodem doorlaatbaar en ook voedselrijk.
Een goede grond is luchtig, voldoende vochtig en met voedingsstoffen die de planten laten groeien. De volgende factoren zijn hierbij van belang: - De grondsoort. De soort grond (klei, zavel, zand, veen) is belangrijk voor de groei van planten.
Regenwormen leven van dat wat ze op en in de grond vinden: dode en rottende plantenresten, bladeren en soms uitwerpselen van andere dieren. Ze trekken het voedsel hun gangen in waar ze het verder verteren.
Regenwormen zijn niet eng en ze voelen een beetje als levende spaghetti. Regenwormen bijten je echt niet, dus je hoeft er niet bang voor te zijn.
Vlees, vis, zuivel: Gaan te snel rotten voordat de wormen de kans hebben om het te eten. Dit afval trekt ook vliegen en maden aan in je wormenbak. Bovendien heeft het effect op de pH waarde en kan het te zuur worden.