Een tegenstelling is een stijlfiguur. Het houdt in dat twee tegengestelde termen worden gebruikt in een zin om de tekst te verlevendigen. Een voorbeeld van een tegenstelling is: 'In de stille kamer knettert zij van woede'. In deze zin zijn 'stil' en 'knettert' de woorden die de tegenstelling vormen.
Een tegenstelling is iets dat tegenover elkaar staat, dus bijvoorbeeld: dik-dun, licht-donker, zwart- wit, lang-kort, mooi-lelijk. Er zijn ook tegenstellingen in zinnen, tussen zinnen of bijvoorbeeld tussen alinea's. Meestal staan daar dan ook signaalwoorden voor tegenstellingen bij.
Tegenstellingen kunnen betrekking hebben op een zin, zinsdeel of woord. Voorbeelden van tegenstellingen zijn: antithese, oxymoron, paradox en antifrase. De enige veel gebruikte ontkenning als stijlfiguur is de litotes.
Tegenstelling. Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, hoewel, ofschoon, integendeel.
Andere woorden voor tegenstelling zijn antithese, contradictie, contrast, controverse, oftewel, paradox, strijdende opvatting en strijdenopvatting.
hoewel = hoewel conjunctionUitspraak: [huˈwɛl] <je gebruikt dit woord bij een tegenstelling van twee beweringen> Voorbeeld: `hoewel we er geen zin in hadden, zijn we toch boodschappen gaan doen.
Sommige woorden vormen paren van tegenovergestelden, of met een vakterm antoniemen. Voorbeelden zijn klein–groot en aan-uit.
Bij het oxymoron (de klemtoon ligt op mo) gaat het om twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, al worden ze wel zo gepresenteerd. Een bekend voorbeeld is 'Er viel een oorverdovende stilte. ' Dat is eigenlijk gek: oorverdovend hoort juist bij lawaai.
Woordgroepen zijn combinaties van woorden die bij elkaar horen in een grammaticaal verband (bijvoorbeeld in een zin) maar niet één woord vormen. Tussen de delen van een woordgroep komt een spatie. Voorbeelden: een knappe man, lange treinritten, het groene gras.
Er zit ook meer bloed in de vaten onder je wangen, van... Blozen = In tegenstelling tot wat er bij schrikken gebeurt, waarbij het bloed uit het gezicht wegtrekt, waardoor men een bleke kleur krijgt, is er bij blozen juist sprake van een opeenhoping van bloed.
Signaalwoorden die zo'n verband kunnen aanduiden zijn: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds ... anderzijds (aan de ene kant ... aan de andere kant), (daar staat) tegenover, hoewel, toch, ofschoon, ondanks dat.
Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Een paradox bestaat uit twee dingen die op het eerste gezicht niet kunnen, maar als je er dieper over nadenkt toch wel kunnen. Een paradox is een vorm van een stijlfiguur. Het wordt gebruikt om de tekst te verlevendigen.
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis. Mooi is bijvoorbeeld een antoniem van lelijk, en slecht een antoniem van goed.
Empirische werkelijkheid = in tegenstelling tot louter theorie.
Een litotes is een stijlfiguur waarbij men door middel van een ontkenning of een verkleinvorm iets schijnbaar verkleint of afzwakt, maar juist met de bedoeling het des te sterker te doen uitkomen.
Zeugma is een Grieks woord, dat 'juk' of 'verbinding' betekent. Het slaat op de verbinding van het ene woord met de twee andere. Andere voorbeelden: Ik nam een besluit en zij de benen.
Bij een pleonasme herhaal je vaak een deel van de betekenis van een woord. Meestal gebeurt dit door een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord of een werkwoord. Voorbeelden hiervan zijn: ronde bal, omlaag vallen, weer hervatten, aanwezige bezoekers, valse voorwendsels.
Het woord "roos" heeft dan vele antoniemen: "tulp", "narcis", "boterbloem" enzovoort. Deze meervoudige onverenigbaarheid treedt op wanneer de leden van de woordgroep elk voor zich hyponiemen zijn van een overkoepelende term ofwel hyperoniem, in dit geval "bloem".
afgeleefd: oud. Bejaard, en minder sterk bedaagd, drukken uit, dat men niet jong meer is; oud staat tegenover jong, en is dus betrekkelijk, doch veronderstelt meestal, dat men een hoogen, stokoud dat men een zeer hoogen leeftijd bereikt heeft.
Bij signaalwoorden van tegenstelling wordt er iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde van datgene gezegd. Een ander woord voor tegenovergestelde is omgekeerde. Het tegenovergestelde van blij is bijvoorbeeld boos en het tegenovergestelde van rechts is links.
1) Alevel 2) Bijwoord 3) Desalniettemin 4) Desondanks 5) Doch 6) Echter 7) Evenwel 8) In weerwil van 9) Intussen 10) Maar 11) Niettegenstaande 12) Nochtans 13) Ondanks da...
Alhoewel is een wat nadrukkelijker en formeler synoniem van hoewel. Ofschoon is een nog formeler synoniem. Formuleringen met hoewel of (ook) al zijn het gewoonst, zowel in gesproken als geschreven taal. Hoewel het al oktober is, zijn de bomen nog mooi groen.