Er zijn twee vormen voor een vrijwillig levenseinde: Bij euthanasie dient de arts de dodelijke middelen (euthanatica) toe aan de patiënt. Hulp bij zelfdoding houdt in dat de arts de euthanatica aanreikt aan de patiënt, die deze zelf inneemt.
Bij actieve euthanasie wordt een dodelijk middel toegediend. Bij passieve euthanasie wordt afgezien van verdere behandeling bij een terminale patiënt. Dit is feitelijk geen euthanasie maar het wordt abstinentiebeleid genoemd, dat behoort tot het normaal medisch handelen.
Het doel bij euthanasie is: het overlijden van de patiënt. Palliatieve sedatie heeft als doel om ondraaglijke klachten te bestrijden door iemand in een diepe slaap te brengen.
Daartoe krijgt de patiënt een slaapmiddel (coma-inductor) toegediend via een infuusnaaldje. Dit slaapmiddel is thiopental of propofol. De patiënt krijgt bewust een grote overdosis, om er zeker van te zijn dat de patiënt niets meer ervaart.
De patiënt zal hierdoor overlijden. Belangrijk is een goede voorlichting aan de patiënt en aanwezige familie over het snelle verloop van deze methode. Vaak valt de patiënt al in 10 tot 20 seconden in een diepe slaap en overlijdt binnen 5 à10 minuten.
De NVVE komt in actie om euthanasie via de Levenseindekliniek door de zorgverzekeraars vergoed te krijgen. Nu vergoedt alleen nog Menzis die kosten, gemiddeld zo'n 2500 euro per patiënt. De andere verzekeraars weigeren.
De patiënt verliest heel snel het bewustzijn (binnen 30 seconden is niet ongebruikelijk) door het slaapmiddel en houdt soms zelfs al op met ademen. Als de spierverslapper gegeven wordt is de patiënt meestal na een aantal minuten overleden.
De euthanasiewet bepaalt dat de arts die euthanasie overweegt bij een psychiatrische patiënt, zeker moet zijn dat de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk psychisch lijden bevindt.
Ondraaglijkheid van het lijden
Het gaat om de beleving van de individuele patiënt, in het licht van zijn levens- en ziektegeschiedenis, persoonlijkheid, normen en waarden en (fysieke en psychische) draagkracht. Het is dan ook belangrijk om bij het beoordelen van het lijden de 'biografie' van de patiënt te betrekken.
Realistisch zijn, schrijft Hintjens: het heeft geen zin om tevergeefs te hopen op een goed einde. Ga uit van het ergste. Hoe eerder je weet dat je doodgaat, hoe eerder je omgeving kan beginnen met afscheid nemen. Wees daarnaast eerlijk over de medische feiten tegen je omgeving.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
U kunt in de wilsverklaring één of meer vertrouwenspersonen aanwijzen die, als het zover is, de behandelende arts op de hoogte brengen van de wil van de patiënt. De wilsverklaring moet worden gedateerd en ondertekend door de opsteller, de getuigen en de eventuele vertrouwenspersonen.
Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn. Patiëntenfederatie Nederland onderstreept het belang van duidelijke informatie voor patiënten en hun naasten.
Euthanasie mag niet als familieleden of vrienden van de patiënt hier om vragen. Familieleden kunnen wel de wilsverklaring van de patiënt aan de arts geven. Dat mag als de patiënt zelf niet meer om euthanasie kan vragen.
Door de sedatie gaat u oppervlakkiger ademhalen, waardoor het soms nodig is zuurstof toe te dienen. Als uw zuurstofgehalte te ver daalt, kan het nodig zijn de werking van het slaapmiddel op te heffen door u een medicijn toe te dienen. Ook kunt u minder gevoelig zijn voor het medicijn.
Soms lijdt iemand zo erg, dat hij niet meer verder wil leven. Je kan dan aangeven dat je euthanasie wil. Het woord euthanasie betekent goed sterven of een zachte dood. Bij euthanasie maakt een arts een einde aan het leven, op verzoek van de patiënt.
In het geval van psychisch lijden moet er minstens een maand zitten tussen de eerste vraag en de uitvoering van de euthanasie. Er moeten naast de arts die de euthanasie uitvoert ook twee andere onafhankelijke artsen hun advies geven, onder wie een psychiater. Dat advies is niet-bindend.
Bij psychiatrische problematiek gaat het om aandoeningen die het dagelijkse leven van mensen verstoren (vandaar het woord psychische stoornissen) en waarbij het nodig kan zijn om behandelingen te ondergaan, soms in combinatie met medicijnen.
Euthanasie wordt door verzekeraars niet gezien als zelfmoord. Sluit je een overlijdensrisicoverzekering af en pleeg je in de eerste twee jaar euthanasie? Dan keren de meeste verzekeraars een geldbedrag uit. De verzekeraars eisen dan wel dat de euthanasie volgens de regels van de Euthanasiewet is gepleegd.
Conclusie. Bij de uitvoering van euthanasie en hulp bij zelfdoding kunnen zich problemen voordoen. Artsen die besluiten om hulp bij zelfdoding te verlenen of euthanasie uit te voeren, moeten hierop voorbereid zijn.
Eerst krijgt de patiënt een slaapmiddel waardoor hij in diepe slaap raakt. Daarna krijgt hij een middel dat de spieren verlamt, ook de ademhalingsspieren en de hartspier. De patiënt overlijdt dan onmiddellijk.
Soms stuurt de arts een patiënt naar het Expertisecentrum Euthanasie. Hier kunnen mensen naartoe met een euthanasieverzoek als de eigen (huis)arts het verzoek niet kan of wil uitvoeren. Het verzoek van de patiënt moet wel voldoen aan alle zorgvuldigheidseisen.
De wet stelt nadrukkelijk dat alleen de patiënt zelf om euthanasie kan verzoeken. Familieleden kunnen dus niet om euthanasie vragen, bijvoorbeeld voor een terminaal familielid dat niet meer bij bewustzijn is. De patiënt moet op het moment van zijn verzoek wilsbekwaam zijn.
Euthanasie en verzekeringen
Euthanasie wordt vergoed door de zorgverzekeraar: het zit standaard in uw basisverzekering en het maakt niet uit of u een restitutie- of naturapolis heeft.