Helaas zijn niet alleen wij, maar ook merels gek op aardbeien. Om de vruchten voor je zelf te houden, kun je je aardbeien beschermen tegen vogels. Gebruik daarvoor nooit netten, want daar kunnen vogels in verstrikt raken!
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Kies voor je uitplant een warme, zonnige plaats. De stevige aardbeiplanten kunnen de hitte van de volle zon makkelijk de baas en zetten alle zonlicht om in heerlijke zoete vruchten. De planten verdragen ook matige wind.
Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers. Uit de moederplant groeit een stengel over de grond. Hier en daar komen er jonge plantjes aan.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Senga Sengana is een bekend oud ras van een eenmalig dragend soort. Ostara is een bekende soort van de doordragers. Aardbeien houden van een vruchtbare bodem met veel humus.
Kas. In een kas kunnen aardbeien perfect gekweekt worden. De temperatuur en rustperiode is zeker in een verwarmde kas helemaal naar eigen wens te regelen. Alleen wat het zonlicht betreft moet rekening gehouden worden met de behoeftes van de plant.
Vogels hebben een hekel aan harde, vreemde geluiden. Harde muziek jaagt vogels weg! Strooi peper, kaneel of andere specerijen. Vogels hebben een hekel aan sterke geuren!
Vogelschriklint als vogelverschrikker
Vogels schrikken van geluid en weerkaatsing. Een speciaal vogelschriklint gebruik je als vogelverschrikker om je pas ingezaaide gazon beschermen. Knoop het lint vast aan takken, schuttingen of (bamboe) paaltjes.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Een aardbei is geen vrucht
De pitjes, die een aardbei aan de buitenkant draagt, zijn eigenlijk de vruchten. De aardbei zelf is een opgezwollen bloembodem. Hoewel er meerdere schijnvruchten zijn, is de aardbei de enige die haar zaadjes aan de buitenkant draagt, op de gemiddelde aardbei zijn dit er vaak wel 200!
"Het is verstandig groenten en fruit onder de kraan te wassen voordat je ze opeet. Dit geldt ook voor aardbeien. Je spoelt dan het eventuele vuil en stof eraf. Soms kunnen op rauwe groente en rauw fruit bacteriën voorkomen, zoals salmonella en listeria.
Wanneer in het seizoen
Het aardbeienseizoen uit de volle grond loopt van juni tot september, maar telers kunnen het hele jaar lang heerlijke aardbeien aanbieden. Zij telen namelijk van oktober tot mei aardbeien in de kas.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Vaak zijn die eerste aardbeien groot en goed van smaak. Naarmate er meer aardbeien aan een plant komen, moeten de suikers over meer aardbeien worden verdeeld. Dat resulteert in minder zoete aardbeien die ook wat minder groot zijn. De nakomertjes zijn het zoetst.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.
Aardbeien lusten wel wat voeding. Ze vinden compost en/of oude stalmest, ondergewerkt in het nieuwe aardbeienbed erg prettig; het verbetert de grond, structuur, geeft wat voeding, etc.. Daarnaast bemesten we zelf dan nog met een organische samengestelde NPK-voeding, zoals bijvoorbeeld de groene Culterra.
Aardbeien verzorgen
Geef ook voeding in de vorm van een beetje lavameel en organische bemesting of compost die goed verteerd is.