PIMPELMEES. De pimpelmees komt in veel tuinen voor. Je herkent hem aan zijn blauwe delen.
Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart gestreepte tekening op de vleugel.
De blauwborst is door zijn kleuren en een uitbundige zang een opvallende verschijning in de Nederlandse vogelwereld. Blauwborsten hebben de afgelopen decennia in Nederland een flinke opmars gemaakt. Dit komt doordat er meer geschikt leefgebied is bijgekomen.
Bij vogels leren herkennen zijn een paar dingen belangrijk: een goed vogelgebied, een vogelgids die bij je past en een verrekijker. Een goed vogelgebied, dat spreekt vanzelf. Maar denk nu niet dat je perse naar de Oostvaardersplassen of de Oosterschelde moet afreizen.
De kraai is één van de slimste dieren op aarde. En ze worden oud voor en vogel, soms 20 jaar. Dat geeft kraaien tijd om veel te ervaren en te leren. Een paar verbluffende voorbeelden van wat ze kunnen, ziet u in 4 leuke kraaienfilmpjes!
Met de website www.mijnvogeltuin.nl ontdek je welke vogels er bij jou in de buurt leven. Met de tips op maat leer je ook hoe je deze vogels naar jouw tuin lokt. Doe de postcode vogelcheck!
Kenmerken. In het voorjaar heeft het mannetje een helderblauwe keel en borst, afgezet met een zwarte en roodbruine band. 's Winters vervaagt de blauwe kleur enigszins. De blauwborst meet van kop tot puntje van de staart circa 14 centimeter.
De soort is gebonden aan vochtige gebieden met plaatselijk dichte, struikenrijke vegetaties. Tegenwoordig leeft de blauwborst vooral in verruigd rietland met opslag van wilg en/of vlier. De Nederlandse populatie overwintert rond de westelijke Middellandse Zee en vermoedelijk ook in West-Afrika bezuiden de Sahara.
SIJS. De sijs is een geelgroene, kleine en sierlijke neef van de putter.
Kepen zijn net zo groot als vinken, maar vallen vooral op door de combinatie van witte buik en oranje borst en vleugeldekveren. Daarnaast zitten er ronde donkere vlekken op de flanken en heeft hij een gele snavel met een zwart puntje (behalve in broedkleed). Bij het opvliegen is de witte stuit opvallend.
Een veel voorkomende vogel in tuinen is de Heggenmus. Hoewel grijs en bruin en ongeveer hetzelfde formaat verschilt ie danig van de Huismus. Die laatste heeft een dikke snavel voor zaden en noten, terwijl de Heggenmus een dun snaveltje heeft, geschikt om insecten en rupsen te eten.
'Warblr' is een app voor Android en iOS die vogels automatisch herkent aan hun lied. De manier waarop het werkt? Heel logisch. Maak een opname van een vogelgeluid in 'Warblr' en de app geeft je het antwoord.
De blauwe gaai komt in een groot deel van de oostelijke helft van de Verenigde Staten voor. Vooral in gemengd bos is de soort talrijk, maar daarnaast komt de soort voor in parken en tuinen.
De putter broedt in lichte bossen, bosschages, boomgaarden, dorpstuinen en buitenwijken van steden. Na de broedtijd zijn ze ook te vinden in groepen op zaaddragende struiken en distels in wegbermen en braakliggende terreinen.
De Wet natuurbescherming beschermt de gaai. Verstoren, verjagen en doden is dus verboden. Het is wel toegestaan de vogels 'passief' te verjagen, dat wil zeggen weren om te voorkomen dat de gaai in de buurt komt. Denk aan het plaatsen van netten om fruitbomen af te schermen.
Geluid. Variabele zang, bestaat meestal maar uit een paar metaalachtige noten. Roep een dalend "tsieeuw…", in vlucht daarnaast een schor roepje.
In broedtijd vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (onder meer berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt.
De boerenzwaluwen die in Nederland broeden, overwinteren in West- en Centraal-Afrika, ruwweg het gebied tussen Ivoorkust en Angola. Tussen eind maart en begin juni (met piek in mei) keren ze terug naar ons land.
Ze komen voor bij meren, moeras, oevers, park en tuin, plassen, rietland en ruigte, rivieren en vennen. IJsvogels duiken in helder, liefst stromend water naar bij voorkeur visjes maar ook naar waterinsecten. IJsvogels stellen prijs op enkele bomen of struiken langs de oever, bij wijze van uitvalsbasis.
Merel, zanglijster en koperwiek zijn familie van elkaar. Het zijn allemaal 'lijsters'. Daarom lijken ze natuurlijk ook een beetje op elkaar. Ze houden ook allemaal van fruit in de winter, dus met een halve appel of een halve peer doet u ze een groot plezier.
Ook mussen zijn klein, maar hebben een krachtige snavel. Ze zijn handige klimmers en erg beweeglijk. De koolmees, pimpelmees, kuifmees, glanskop, zwartkop, en de zwarte mees behoren tot de echte mezen. Er is echter een verschil tussen mezen en meesachtigen: bij de meesachtigen horen nog meer soorten.