De Spotlijster, in Amerika de Mockingbird genaamd, is een lichtgrijze vogel, die goed andere vogels kan nadoen. Hij imiteert geluiden die hij tegenkomt in z'n gebied.
Liervogels imiteren meestal andere vogelsoorten of dieren en vaak voegen ze hier geluiden aan toe. De Australische folklore bevat vele spectaculaire verhalen over het imitatievermogen van de liervogel.
Grote kans dat je gefopt wordt door een liervogel. Deze imitatiekoning onder de dieren doet moeiteloos geluiden na. Hij maakt daarbij geen onderscheid tussen de roep van andere dieren en kunstmatig lawaai.
Een aanhoudend lang geratel, alsof iemand maar niet wakker wil worden. Het is de zang van de snor óf de sprinkhaanzanger. Het klinkt enigszins mechanisch. Klinkt niet alleen als een wekker, maar je zou er ook het geratel van een 'tractor in de verte' in kunnen herkennen.
Maak een opname van een vogelgeluid in 'Warblr' en de app geeft je het antwoord. Zoals Shazam met liedjes doet. Je krijgt snel de vogel op je scherm te zien, inclusief afbeeldingen én een uitgebreide beschrijving. Zo weet je meteen alles over het vogeltje dat jij net zo mooi hebt horen zingen.
De Vlaamse gaai en de kauw kunnen zowat alle geluiden imiteren. Er zijn niet veel vogels die het zingen van andere soorten vogels nabootsen. Een heel bekend voorbeeld van een vogel die dat kan, is de Liervogel uit Australië. Hij wordt zo genoemd omdat zijn staart de vorm heeft van een Griekse lier.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
Misschien is het u ook opgevallen: de eerste vogels zijn begonnen met zingen. 's Ochtends vroeg is de merel de eerste uitbundige zanger, maar ook roodborst, winterkoning en heggenmus zijn al te horen. Zodra de dagen lengen en de lente in aantocht is beginnen de zangvogels van zich te laten horen.
Oink oink, prrr prrr, boe, iaaaaa iaaaaa.
Je houdt van hem, of je haat hem: de houtduif. Hun hese geluid kun je nagenoeg het hele jaar door horen. Hoe je de zang van de houtduif herkent, hoor je onder meer in deze nieuwste podcast van Notenkrakers.
De koolmees heeft feitelijk maar twee noten op zijn zang, waarmee hij echter héél veel verschillende liedjes weet te componeren. De zang van de koolmees bestaat uit twee of drie tonen en klinkt alsof iemand heel snel z'n fietsband staat op te pompen.
Geluid. Melodieus en gevarieerd. Kenmerkend zijn de luide, heldere en hoge tonen aan het einde van de zang. Bij onraad een herhaald "tek-tek".
De tuinfluiter is net zo groot als de koolmees. Hij is bruingrijs op de rug en grijswit op de buik en heeft grijze poten. Meest opvallende is de grijze vlek in zijn hals en de korte stompe snavel. Laat zich niet snel zien, maar is wel vaak te horen.
Heel bijzonder was het geluid van baltsende auerhanen uit Noorwegen. Het zijn bijna kalkoengrote vogels die bijeenkomen op een “lek” (baltsplaats) en zo stijf staan van hormonen dat ze zelfs mensen kunnen aanvallen. In Engeland waren Cetti's zangers en hoempende roerdompen te horen.
De witte klokvogel is de luidste vogel ter wereld.
De Zwarte Roodstaart is een vogel die je nogal eens in steden aantreft. Een omgeving met stenen, of het nu bergen betreft of flats en huizen, daar houdt ie van. De Zwarte Roodstaart heeft een apart, ietwat krakend liedje.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Vogels slapen op de momenten dat ze niet kunnen eten. Dat is lang niet altijd 's nachts. Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is.
Over het algemeen maakt een steenmarter geen geluid. Wanneer een marter angstig is of opgewonden, maakt hij grommende of schreeuwende en fluitende geluiden.
Door de rode vos (Vulpes vulpes) krijg je het idee dat Jack the Ripper de straten onveilig maakt. De roep van deze wilde stadsbewoner lijkt soms eng veel op het schreeuwen van mensen.
Vleermuizen onder het dak
Vleermuizen in huis zijn geen uitzondering, vaak merk je zelfs niet dat ze er zijn. Ze zoeken veilige schuilplaatsen met een kleine ingangsopening. Onder een dakpan is het ideaal voor een vleermuis, maar ook in spouwmuren, rolluikkasten en achter gevelplanken brengen ze graag de nacht door.
Bijzonder geschikt hiervoor zijn vogels die hun eigen naam roepen: koekoek, tjiftjaf, koolmees, roerdomp, kievit, oehoe en grutto.
Merels pikken tevens de geluiden op uit hun omgeving en kunnen andere vogels imiteren en verwerken in hun zang. Zo kan je ook duidelijk het verschil horen tussen een stadse merel en merel uit het bos. Zelfs in een straat klinkt er vanaf elke schoorsteen klinkt een ander merellied.
WAPENVELD - Het is een vreemde vogel, de nachtzwaluw. De zomergast is dankzij zijn camouflerende verenkleed nagenoeg onzichtbaar, maar zijn krekelachtige gezang, dat vanaf zonsondergang te horen is, is des te opvallender. In de volksmond wordt de nachtzwaluw ook wel de geitenmelker genoemd.