De vlag van Frankrijk heeft vrijwel dezelfde kleuren als de Nederlandse vlag, alleen lopen de banen verticaal en zijn de kleuren in omgekeerde volgorde. Volgens Eve Devereux was de Franse vlag gebaseerd op die van Nederland al voordat Napoleon Nederland veroverde in 1810.
De oudst bekende gedateerde afbeelding (2 december 1575) werd gemaakt door Jan van Hout, stadssecretaris van Leiden, in het album amicorum van Janus Dousa. Bij het sluiten van de Unie van Utrecht in 1579 werd het oranje-blanje-bleu, de prinsenvlag, de officiële vlag.
In geval van een bijzondere en vreugdevolle familieaangelegenheid - geboorte, eerste communie of huwelijk - kan een witte wimpel naast de nationale vlag gehesen worden. Bij vierdagen en gelegenheden van de Rooms-Katholieke Kerk en/of de Nederlandse Kerkprovincie kan een wit-gele wimpel met de vlag gevoerd worden.
De vlag van Rusland (Russisch: Флаг России, flag Rossii) is een horizontale driekleur die bestaat uit drie horizontale velden: wit bovenaan, blauw in het midden, en rood onderaan. De vlag, met een hoogte-breedteverhouding van 2:3 werd op 11 december 1993 aangenomen.
Het omkeren van de vlag werd vanaf de 16e eeuw in de scheepvaart gebruikt om aan te geven dat een schip in nood was. Op zee gold dit als een bekend noodsignaal. Het gaf een signaal aan andere schepen dat er hulp nodig was.
De vlag van Neutraal Moresnet is een driekleur bestaande uit de kleuren zwart, wit en blauw.
Volgens de bekendste theorie zijn de kleuren van de Russische vlag afgeleid uit het wapen van Moskovië, het Rusland van voor Peter de Grote. Op het wapen is Sint Joris te zien, bekend van zijn strijd tegen de draak, op een wit paard met een blauwe cape op een rode achtergrond.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Een leraar in het voortgezet onderwijs verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Dat staat in de cao voortgezet onderwijs (cao vo).
De ambtstitel (en aanspreekvorm) van een hoogleraar is professor, een term die uit het Latijn ('profiteri' dan wel 'professus') stamt. De oorspronkelijke betekenis van het woord is diegene die de professie van het openbare lesgeven uitoefent.
Emeritaat is het pensioen van een hoogleraar, magistraat of geestelijke. Emeritus is een Latijns woord dat letterlijk vertaald 'uitgediend' betekent; de gangbare betekenis in het Nederlands is 'rustend' of 'in ruste'.
De term professor stamt uit het Latijn ('profiteri', voltooid deelwoord 'professus') en de oorspronkelijke betekenis is diegene die de professie van het openbare lesgeven uitoefent. Tevens betekent het hij die publiekelijk beweert een expert te zijn.
Een leerstoel is in het academisch spraakgebruik een hoogleraarspost, bekleed door een hoogleraar. De hoogleraar bekleedt een leerstoel met een bepaalde leeropdracht, het onderwerp of vak waarin hij of zij geacht wordt onderwijs te geven en onderzoek te doen.
De werving is open en vindt plaats door de faculteit waarbij een bijzonder hoogleraar minimaal gepromoveerd dient te zijn en niet intern werkzaam is. Het is dus niet zo dat degene die een bijzondere leerstoel betaalt, ook bepaalt wie deze mag bekleden.
Een piloot (ook vlieger of vliegenier) is een bestuurder van een vliegtuig of luchtschip. In de commerciële burgerluchtvaart worden piloten vaak aangeduid als verkeersvlieger. In het begin van de luchtvaart sprak men van een aviateur.
Elk insect heeft de volgende inwendige organen: hersenen, darmkanaal, uitscheidingsorganen (buizen van Malpighi), eierstok, buisvormig hart, buikzenuwstreng. Het bloed van insecten dient niet voor het transport van zuurstof en is meestal kleurloos. Insecten hebben nauwelijks of geen slagaders, maar wel een hart.
Hij moet eerst wachten totdat zijn vleugels droog zijn. Dit noemen we oppompen. Er stroomt dan bloed van de vlinder door de vleugels. Op deze manier pompt de vlinder zijn vleugels op.
Vlinders hebben een scherpe insnoering tussen de kop en het borststuk en vier relatief grote vleugels. Vlinders bezitten een paar antennes om geuren waar te nemen en twee samengestelde ogen.
De roltong of proboscis van een vlinder of diverse andere geleedpotigen is een buisvormige, oprolbare tong waarmee nectar uit de bloem kan worden opgezogen, of ander vloeibaar voedsel, zoals sap van zacht rottend fruit, urine, mest, of vocht van dode dieren.
De monarchvlinder heeft dankzij de grote vleugels in combinatie met het lichte lichaam een relatief grote draagkracht of lift. De vlinder maakt tijdens het vliegen - in vergelijking met andere vlinders - weinig vleugelslagen en zweeft het grootste deel van de tijd.
Vlinders hebben een scherpe insnoering tussen de kop en het borststuk en vier relatief grote vleugels. Vlinders bezitten een paar antennes om geuren waar te nemen en twee samengestelde ogen.
De roltong of proboscis van een vlinder of diverse andere geleedpotigen is een buisvormige, oprolbare tong waarmee nectar uit de bloem kan worden opgezogen, of ander vloeibaar voedsel, zoals sap van zacht rottend fruit, urine, mest, of vocht van dode dieren.
Het dwergblauwtje (Cupido minimus) is een dagvlinder uit de familie van de Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. Zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam (minimus is Latijn voor "de kleinste") verwijzen naar de geringe grootte van de volwassen vlinder.
De atlasvlinder (Attacus atlas) is een vlinder uit de familie van de nachtpauwogen (Saturniidae).
Hij moet eerst wachten totdat zijn vleugels droog zijn. Dit noemen we oppompen. Er stroomt dan bloed van de vlinder door de vleugels. Op deze manier pompt de vlinder zijn vleugels op.