De struisvaren (Matteuccia struthiopteris) kan worden gegeten. De geoogste varenkrullen worden 'fiddleheads' genoemd en zijn ongeveer 5 cm lang en 2,5 cm in diameter. Langer dan 7 cm zijn ze te bitter om te consumeren. In Japan en Canada is het een delicatesse.
Struisvaren is eetbaar en tot op de dag van vandaag zijn deze vers, ingevroren en ingeblikt te koop. De varens dienen gewassen te worden en vervolgens wel 20 minuten lang te worden gekookt om schadelijke stoffen te verwijderen. Eten van varens is niet zonder risico en het gebruik als geneeskrachtige plant evenzo.
De varen scheuten (fiddleheads) zien er uit als een kop van een viool, helemaal opgerold. Als ze ongeveer 5 cm lang zijn kun je ze eten. Zijn ze langer dan zijn ze te bitter om te consumeren. In Japan en Canada zijn de varen scheuten een ware delicatesse.
Toxinen. Verschillende toxines worden gevonden in adelaarsvarens, waaronder thiaminase, cyanogene glycosiden, pterosine , ptaquiloside. De wortelstok en jonge bladeren zijn de meest giftige delen van de plant, maar de hele plant is giftig en blijft giftig wanneer gedroogd.
Kenmerken varen
Varens herken je aan de meestal groene bladeren die ontspringen uit de wortelstok. Toch zijn er ook varens in andere kleuren, zoals rood, paars, geel of oranje. Sommige bladeren van varens zijn voorzien van sporen hoopjes in een bruine kleur. Dit zorgt ervoor dat de plant zich kan vermeerderen.
Met een mooie combinatie van winterharde varens wordt dat een oase van rust en koelte. Waar varens het naar hun zin hebben, groeien ze uit tot goede bodembedekkers. Let er wel op dat sommige soorten erg kunnen woekeren. Varens combineren, zonder opdringerig te zijn, mooi met andere schaduwminnende planten.
Varens zuiveren de lucht en geven je ruimte een goede luchtvochtigheid. Varens heb je in alle soorten en maten, in totaal zijn er maar liefst 40 duizend verschillende soorten. Ook fijn: varens doen het goed binnen én buiten. En waar je ze ook zet, overal zorgen ze meteen voor een stuk groenere aanblik.
Hoe herken ik deze soort? De adelaarsvaren is de grootste varensoort in onze streken en kan tot drie meter hoog worden. In het voorjaar rollen de nieuwe bladeren, die uit de wortelstok komen, zich uit.De bladeren zijn in omtrek driehoekig tot ovaal, geveerd en worden tot meer dan twee meter lang.
Adelaarsvaren. De grootste en meest voorkomende varen in ons land is de adelaarsvaren (Pteridium aquilinum). Het is een zichzelf agressief verspreidende varen, die grote gebieden kan bedekken en een erg uitgebreid wortelstelsel heeft.
De typische standplaatsen zijn loof- en naaldbossen, heide, ruige heuvelbegroeiingen (graften), wegranden en bosranden. De bodem is daarbij droog, zuur en licht humeus. Adelaarsvaren is vrijwel overal in Nederland te vinden, vooral in de pleistocene gebieden, minder in de kuststreken en veengebieden.
Ook de bolletjesvaren is buitengewoon tolerant wat standplaats betreft en groeit zowel in de volle zon in tamelijk droge grond, als in een vijver in dertig centimeter water. Vooral in vochtige grond kan de bolletjesvaren uitgroeien tot een lastig onkruid.
De Krulvaren (Nephrolepis)
Allereerst: de Varen. Misschien wel een van de meest luchtzuiverende planten die er is. Ideaal voor in de slaapkamer dus! De Krulvaren zuivert de lucht en zorgt daarnaast voor de ultieme luchtvochtigheid.
De adelaarsvaren is de meest voorkomende varen en kan overal groeien. Er moet een grote hoeveelheid van gegeten worden voor het giftig is voor een paard. Toch eten paarden varens wel graag en blijven het ook eten wanneer ze er aan begonnen zijn, wat een risico oplevert.
Je kunt varens zonder puntig blad stekken door de bladeren af te scheuren en vervolgens in een potje met grond te stoppen. In principe kun je veel stekjes van één varen halen, want je kunt zelf kiezen in hoeveel stukken je het scheurt.
Varens met een wortelstok leven vaak op bomen, zoals de brede eikvaren (Polypodium interjectum). Aan de lengte van de wortelstok is vast te stellen hoe oud de plant is. Varens kunnen honderden jaren oud worden.
Varens kunnen zowel op vochtige als droge plekken groeien. Op droge plekken blijven ze echter wat kleiner. In de Nederlandse tuinen kunnen ze het beste in goed doorlatende grond geplant worden. De standplaats kan uiteenlopen van lichte schaduw tot veel schaduw (maar weinig wind).
Eén van de mooiste varens is de Koningsvaren (Osmunda regalis) met sterk geveerde bladeren. Hij moet in de schaduw staan. Een andere mooie varen is de niet geheel winterharde Schildvaren (Polysichum stiferum). Deze kent vele groenblijvende cultivars met dichtgeveerde, heldergroene en zachte bladeren.
Geschubde mannetjesvarens zijn mooi polvormend en woekeren niet. Deze soort mag dan ook niet ontbreken in een bos- en schaduwtuin.
Adelaarsvaren stekken & vermeerderen
De Adelaarsvaren zijn primitieve planten waardoor ze ook merkwaardig zijn. De voortplanting vindt plaats via sporen. Ze krijgen geen bloemen en brengen ook geen zaden voort. Er moet dus een bevruchting plaatsvinden.
Een blauwvaren kun je niet stekken, het is wel mogelijk om deze varen te vermeerderen door delen. Als je al een wat grotere plant hebt die je wilt verpotten, dan haal je de plant uit de pot en deel je de wortelkluit voorzichtig in twee of drie delen. Vaak valt de kluit bij het verpotten toch al wat uit elkaar.
Varens zijn relatief eenvoudig te snoeien. Snoei ze in het vroege voorjaar, voordat de nieuwe groei begint of zelfs wanneer de groei al begonnen is.
Varens zijn van origine bosplanten en groeien het allerbeste op schaduwrijke plekken, dit kan halfschaduw of echte schaduw beteken. Er zijn opmerkelijk genoeg ook varens die de zon verdragen.