De Algemene nabestaandenwet (Anw) kent verschillende uitkeringen. De hoogte van de Anw-uitkering verschilt per soort uitkering en hangt soms ook af van uw inkomen. De uitkering is maximaal 70% van het nettominimumloon.
Als uw partner overlijdt en hij of zij ontving een AOW-, Anw- of arbeidsongeschikheidsuitkering, dan kunt u als nabestaande recht op een overlijdensuitkering. De hoogte van deze uitkering is gelijk aan een bruto maanduitkering. Ook het opgebouwde vakantiegeld wordt uitgekeerd.
Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor partnerpensioen. Voor deelnemers is het hierdoor duidelijk welk bedrag de partner ontvangt bij overlijden. Het partnerpensioen is straks niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren in een dienst (diensttijdonafhankelijk).
De hoogte van een nabestaandenpensioen
Natuurlijk is de hoogte van een weduwenpensioen of nabestaanden pensioen afhankelijk van een groot aantal factoren. Maar in het algemeen kunt u er van uitgaan dat dit pensioen 70% bruto zal bedragen van het pensioen dat u zou ontvangen of reeds ontvangt als u met pensioen gaat.
De Sociale Verzekeringsbank zorgt ervoor dat de AOW van uw overleden partner automatisch wordt stopgezet nadat het overlijden is gemeld bij de gemeente. Zowel de AOW als de vakantie-uitkering stoppen op de dag na het overlijden.
Nabestaandenuitkering stopt
In de volgende gevallen stopt uw nabestaandenuitkering: U bereikt de leeftijd waarop u een AOW-uitkering ontvangt. U hertrouwt, gaat een geregistreerd partnerschap aan of gaat samenwonen. Bij samenwonen is de beëindiging niet meteen definitief.
Overlijdt je echtgenoot, dan heb je, onder bepaalde voorwaarden, recht op een overlevingspensioen. De berekening van een overlevingspensioen vertrekt van de loopbaan van de overleden echtgenoot. Had de overledene een gemengde loopbaan, dan worden de pensioenrechten binnen elk statuut samengenomen.
Wanneer heb ik recht op een nabestaandenuitkering (Anw-uitkering)? Als weduwe of weduwnaar met kinderen tot 18 jaar komt u in aanmerking voor een nabestaandenuitkering. Of als u arbeidsongeschikt bent en u bent uw partner verloren. Hiervoor gelden wel verdere voorwaarden.
Hoeveel bedraagt het netto nabestaandenpensioen? Bij overlijden bedraagt het levenslange netto nabestaandenpensioen voor uw partner per deelnemersjaar 1,313% van het gemiddelde loon boven de € 114.866,- (niveau 2022) dat u tijdens uw deelname netto (rekening houdend met de maximale belastingheffing) hebt verdiend.
In veel pensioenregelingen van werknemers is een nabestaandenregeling opgenomen. Bij overlijden krijgt de achterblijvende partner maandelijks een bedrag uitgekeerd. Dit wordt ook wel een partnerpensioen genoemd.
Het overlevingspensioen voor die weduwen en weduwnaars jonger dan 45 jaar evolueert naar een tijdelijke overgangsuitkering: één jaar voor personen zonder kinderen, tot twee jaar voor personen met kinderen. Vandaag wordt dat overlevingspensioen nog levenslang uitgekeerd.
De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft nabestaanden onder voorwaarden een basisuitkering. Iedere inwoner van Nederland is automatisch verzekerd voor de Anw.
Je komt slechts in aanmerking voor dit overlevingspensioen wanneer je getrouwd bent. Daarom wordt het ook wel eens weduwe- of weduwnaarspensioen genoemd. Wettelijk of feitelijk samenwonenden hebben er geen recht op. Voor het overlevingspensioen is er een minimumleeftijd.
In Nederland bestaat er een nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Het is een financiële ondersteuning vanuit de overheid na het overlijden van de partner (dit geldt ook voor wezen). De uitkering komt vanuit de Sociale Verzekeringsbank. De nabestaandenuitkering is een soort basisinkomen.
Hoogte overlijdensuitkering
De uitkering is gelijk aan een bruto maanduitkering. Uitkeringsinstantie UWV of de SVB keert ook het opgebouwde vakantiegeld uit, verminderd met de wettelijk verschuldigde inhoudingen.
Als iemand overlijdt, heeft dit vaak financiële gevolgen voor de partner en kinderen. De overheid wil dat nabestaanden zeker zijn van een basisinkomen. Daarom kunnen zij aanspraak maken op een uitkering via de Algemene nabestaandenwet (Anw).
Partnerpensioen is het pensioen dat jouw partner ontvangt nadat jij bent overleden. Je kunt overlijden vóór je pensioendatum of erna. In beide gevallen kan er een partnerpensioen worden uitgekeerd. In sommige pensioenregelingen wordt het ook wel nabestaandenpensioen genoemd.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. We noemen het ook wel een weduwepensioen of weduwnaarspensioen.
Vanaf het jaar 2016 bedraagt de opbouw van het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. In 2015 was dat 50%. Dat had het ABP duidelijker moeten opschrijven in het pensioenreglement.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. Het overlevingspensioen wordt ook wel weduwepensioen of weduwnaarspensioen genoemd.
Als je een ex-partner hebt, heeft die mogelijk ook recht op een uitkering van je pensioenuitvoerder als jij overlijdt. Dit heet het bijzonder nabestaandenpensioen of bijzonder partnerpensioen. Dat betekent een lager pensioen voor je huidige partner.
Wat er met een bankrekening gebeurt na het overlijden van een rekeninghouder? Dat is in principe aan de erfgenaam of erfgenamen. De rekening kan worden geblokkeerd, maar ook worden gewijzigd. Je kunt hem bijvoorbeeld op een andere naam laten zetten.
De langstlevende echtgenoot uit een huwelijk krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Dit betekent dat hij onder meer het vruchtgebruik krijgt van de gezinswoning en de inboedel. Hij mag dus hoe dan ook in de gezinswoning blijven wonen, of het verhuren en het huurgeld innen.
Als er geen testament is, regelen de erfgenamen samen de erfenis. Zij kunnen dit ook door 1 of meer personen laten doen met een boedelvolmacht. Dit is een verklaring waarin staat wat de gekozen persoon namens de erfgenamen mag doen. Deze persoon kan een erfgenaam zijn, maar dat hoeft niet.
Gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders € 13.010,- Alleenstaanden € 6.505,- Voor. mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en in een eigen huis wonen, geldt aanvullend dat € 54.900,- van het vermogen gebonden aan de woning is vrijgesteld.