C-majeur, C grote terts of C-groot (afkorting: C) is de majeur toonsoort met als grondtoon c. C-majeur is tevens de naam van het akkoord op de eerste trap van de C-toonaard.
De Guidonische lettergrepen zijn de oud-Latijnse benamingen van de zes tonen van het hexachord, ut-re-mi-fa-sol-la, een groep van zes opeenvolgende tonen uit de diatonische toonladder. De zes benamingen werden in de 11e eeuw bedacht door Guido van Arezzo.
C Bes As Ges: 0, 2, 4, 6 mollen.
De G (ook wel sol, of so genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de F en een hele toon lager dan de A. Op een piano-klavier ligt de G bij de drie zwarte toetsen steeds tussen de eerste en de tweede zwarte toets. Bij een zessnarige gitaar is de vierde snaar gestemd in G.
De langste notenduur die in onze tijd in het algemeen gebruikt wordt is de hele noot. Vaak wordt daar een waarde van vier tellen aan toegekend als de teleenheid de kwartnoot is. In vroeger eeuwen hebben nog langere notenwaarden dan de hele noot bestaan. Een oude naam voor de hele noot is de semibrevis.
De c-sleutel is een gestileerde letter C. Op de lijn die door het midden van deze sleutel loopt wordt de eengestreepte c (c´) of do genoteerd.
De lengte van een geografisch nummer bedraagt in Nederland tien cijfers (hierbij is de +31 weggelaten, maar niet de eerste 0). In België zijn dit negen cijfers. De lengte van een niet-geografisch nummer kan variëren.
Een halve noot staat tot een kwartnoot als 2:1 in tijdsduur. Er passen dus twee kwartnoten in één halve noot. Er passen dus ook vier kwartnoten in een hele noot. Een kwartnoot staat tot een achtste noot als 2:1 in tijdsduur.
Puntering (van puntéren) is een muziekterm die de verlenging van een nootwaarde aangeeft door middel van een puntje achter een noot. Puntering kan ook voorkomen bij rusten. Gepunteerde rusten worden op dezelfde wijze verlengd als noten.
Stemapparaten. Een piano wordt met een stemvork gestemd, maar een gitaar kun je met een stemfluitje of een stemapparaat stemmen. Een andere manier is stemmen door middel van een ander instrument dat wel juist gestemd is.
Met 88 toetsen is de toonomvang van de vleugel doorgaans gelijk aan die van de piano; bij oudere vooroorlogse modellen ziet men vaak 85 toetsen, bij sommige moderne vleugels is de bas uitgebreid met extra toetsen.
De term aanslaggevoeligheid komt uit de synthesizer-wereld. Het betekent: de mate waarin en de wijze waarop een synthesizer (of andere elektronische klankbron) reageert op de snelheid en/of kracht waarmee een toets wordt ingedrukt.
Een digitale piano is een elektronisch muziekinstrument dat een akoestische piano zowel klankmatig als in aanslaggevoeligheid nabootst.
Nederlandse volksmuziek
Van oudsher werd volksmuziek in Nederland gespeeld op instrumenten als viool, fluit, doedelzak, draailier, foekepot en wat slagwerk. Na de uitvinding van de trekharmonica en de daaruit ontwikkelde accordeon heeft de laatste een hoofdrol toebedeeld gekregen (en niet alleen in Nederland).
De vorm van de bugel is geheel conisch voorbij het ventielhuis en heeft ruimere bochten dan de trompet. Daardoor heeft de bugel een veel zachtere, warmere en rondere klank. De bugel is een ontwerp van Adolphe Sax, die ook de saxofoon ontwierp.
Het neerdrukken van de ventielen bij een tuba vergroot in feite de lengte van de gebruikte buis, waardoor de toon verlaagd wordt.
De althobo (Engelse hoorn of cor anglais) is de grotere en lagere uitvoering van de hobo. Hoewel lager van toon is het qua klankkleur en bespeling in feite een lage hobo. De klank van de althobo is weemoedig, soms klagend.
De gangbaarste trompet in de jazz, pop en de harmonie- en fanfareorkesten, maar ook bij dweilorkesten, is de B♭-trompet. In symfonieorkesten wordt - zeker in Nederland, maar ook in andere landen - veelal de C-trompet gebruikt. Daarnaast bestaan ook trompetten in D, E♭, F, G, hoog-A en hoog-B♭.
Lengte: 46 centimeter (totale buislengte is 1,4 meter) Toonomvang (hoeveel noten): 2 tot 4 octaven (toonladders)
Een halve noot staat tot een kwartnoot als 2:1 in tijdsduur. Er passen dus twee kwartnoten in één halve noot. Er passen dus ook vier kwartnoten in een hele noot. Een kwartnoot staat tot een achtste noot als 2:1 in tijdsduur.
Puntering (van puntéren) is een muziekterm die de verlenging van een nootwaarde aangeeft door middel van een puntje achter een noot. Puntering kan ook voorkomen bij rusten. Gepunteerde rusten worden op dezelfde wijze verlengd als noten.
De G (ook wel sol, of so genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de F en een hele toon lager dan de A. Op een piano-klavier ligt de G bij de drie zwarte toetsen steeds tussen de eerste en de tweede zwarte toets. Bij een zessnarige gitaar is de vierde snaar gestemd in G.
De Bes wordt ook geschreven als B♭. De Duitse muziektheorie hanteert voor de B de benaming H en voor de Bes de benaming B.
De Guidonische lettergrepen zijn de oud-Latijnse benamingen van de zes tonen van het hexachord, ut-re-mi-fa-sol-la, een groep van zes opeenvolgende tonen uit de diatonische toonladder. De zes benamingen werden in de 11e eeuw bedacht door Guido van Arezzo.