Onder Keltische talen verstaan we het Schots Gaelisch, het Iers, het Manx, het Wels, het Cornisch, en het Bretons. De eerste drie talen behoren tot het zogenaamde Gaelisch Keltisch en de laatste drie tot het wat jongere Brythonisch of Brits Keltisch.
Keltisch taal- en cultuurgebied
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw worden er nog vier Keltische talen gesproken: Bretoens in Bretagne, Iers in Ierland, Welsh in Wales en Schots-Gaelisch in Schotland.
Schots-Gaelisch of, in de taal zelf: Gàidhlig, is een Goidelische taal die wordt gesproken door de Gaels, een Keltische stam in de Schotse Hooglanden en die in 2011 nog slechts door zo'n 58.000 mensen werd beheerst.
De Keltische talen vormen een zelfstandige groep binnen de overkoepelende Indo-Europese taalfamilie. Tegenwoordig wordt er alleen nog Keltisch gesproken op de Britse eilanden en in Bretagne. Deze zogenoemde insulair-Keltische talen bestaan uit zes taalvarianten.
Het Schots-Gaelisch is eeuwenoud, de oudste nog steeds gesproken taal in Schotland, overgebracht door Keltische stammen vanuit Ierland. De taal veroverde het land als de volkstaal van het middeleeuwse koninkrijk Alba, dat zich van de Schotse Grensregio tot Aberdeenshire, de Hooglanden en de Hebriden uitstrekte.
Schots-Gaelisch is een Keltische taal die wordt gesproken door zo'n 60.000 mensen in de Schotse Hooglanden. Het Schots is een taal die verwant is aan het Engels, maar met een andere uitspraak en woordenschat.
De Kelten waren meerdere volken en stammen die Keltische talen spraken, zoals de Galliërs, de Ieren en de Britten. Ze bewoonden vanaf de zevende eeuw grote gebieden in Europa en waren zeer bekwaam in de bouwkunst en smeedkunst.
Visigoten, Ostrogoten, Vandalen en Franken rekenen we tot de Germaanse stammen met een eigen taal, godsdienst en cultuur. De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen verschilden onderling sterk maar hadden een gemeenschappelijke taal.
De Keltische talen werden vroeger gesproken door de Kelten. De Keltische talen zijn weer onderdeel van de grote Indo-Europese taalfamilie, net als bijvoorbeeld het Nederlands, Engels, Spaans en Russisch. Tegenwoordig worden er nog maar vier Keltische talen gesproken.
Vikingen waren geen volk
Maar dat klopt niet. In wat nu Scandinavië is, woonden toen al veel verschillende volkeren die werden bestuurd door verschillende leiders. Zij zouden zichzelf ook verschillend van elkaar hebben gezien. Hedendaagse schrijvers gebruiken de term 'Viking' daarom niet om over een groep te spreken.
De triquetra is een Keltische knoop. Bij de Kelten staat de triquetra voor leven, dood en de wedergeboorte, alsook de drie natuurkrachten: land, lucht en zee.
(engels: Scottish) Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Schotland, of in zijn algemeenheid naar beschavingen die in het noordelijk deel van het eiland Groot- Brittannië hebben bestaan.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Kelten, een vroeg Indo-Europees volk dat zich over Europa verspreidde van de Britse eilanden en het noorden van Spanje tot het oosten van Transsylvanië, de kusten van de Zwarte Zee en Galatia in Anatolië, van het 2de millennium tot de 1ste eeuw v.
Hoewel het Nederlands grotendeels op het Germaans is terug te voeren zijn er nog wat Keltische woorden in aan te treffen, bijvoorbeeld ambt, ambacht, kar en gijzel-. Ook de namen van metalen zoals ijzer en lood zijn waarschijnlijk op de Kelten – die als smeden beroemd waren – terug te voeren.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
De meeste mannen droegen, net als de vrouwen, hun haar in een staart of vlecht. Bijna alle mannen hadden een snor. De armere Kelten droegen ook een baard terwijl de rijkere de wangen scheerden. De Kelten droegen meestal kleding gemaakt van wol of linnen.
De oorsprong van het Engels ligt in Germaanse stammen: de Angelen, Saksen en Juten. Zij kwamen naar de Britse eilanden rond 450. De oorspronkelijke Keltische bewoners werden naar het noorden en westen (Schotland en Wales) verdreven. De taal van de Angelen, Saksen en Juten is wat we nu het Oud-Engels noemen.
Vlamingen zijn niet zuiver Germaans, maar stammen grotendeels af van de Franken die in de derde eeuw vanuit het hertogdom Franken in het huidige Duitsland naar de gebieden trokken die de Romeinen in de derde eeuw hadden verlaten.
De nieuwkomers gingen Keltisch met een Germaans accent spreken, wat overging in een 'Gallo-Romaans' dialect door contact met de Romeinen. Rond 12 v. Chr. werden zij door de Romeinen onder Drusus onderworpen en werden daarna bondgenoten van het Romeinse Rijk, waarbij zij vrijgesteld waren van belastingen.
in het Spaans wordt galo vaak gebruikt als synoniem voor Frans. Galliërs, ook bekend als Kelten, waren de bewoners van Gallië en een groot deel van overig Europa.
De Kelten geloofden dat de geesten van de overleden voorouders in de nacht van 31 oktober en 1 november zouden ronddwalen, omdat in de nacht van Samhain de grens tussen de wereld van de levenden en de doden zou zijn opgeheven en de deur naar de andere wereld open stond.
Met de Germanen wordt een verzameling volkeren en stammen aangeduid die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. De Germaanse talen behoren tot de Indo-Europese taalfamilie. Destijds woonden Germanen in Scandinavië en op de Noord-Europese Laagvlakte.
Er werden speciale giften in die graven gevonden zoals voertuigen, drankbekers en spiegels. Het lichaam werd telkens anders geplaatst. Samen met de dode begroef men eten dat als voedselpakket kon dienen tijdens de reis naar het hiernamaals. Met dat eten kon men ook de goden betalen om de 'eeuwigheid' te betreden.
Halò (Schotse Gaelic nu in Google Translate)