Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte. Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water. Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
De laurierkers is niet alleen een van onze meest geliefde haagplanten: de struik staat ook bekend om het feit dat hij in de schaduw prima gedijt. Ook in de zon of halfschaduw komt een laurierhaag echter prima tot zijn recht.
Wilt u een struik onder zo'n boom, ga dan voor hulst, braam, Aucuba japonica, Gaultheria shallon of taxus. Klimop, zowel kruipend als in struikvorm, doet het ook altijd en overal.
'Een rhododendron kun je zowel in de zon als in de schaduw planten. Op de ideale plek krijgt de rhododendron dagelijks zowel enkele uren zon als schaduw en waait ook op warme zomerdagen een briesje. Het zonlicht stimuleert het aanmaken van knoppen en de bloei.
Hortensia's staan liever gedeeltelijk in de schaduw en op luchtige plaatsen. Plaatsen volledig in de schaduw zijn ideaal voor de variƫteiten: macrophylla, petiolaris, aspera en arborescens. Hortensia's quercifolia en paniculata kunnen zonnige plaatsen verdragen.
De meeste zomerbloeiers hebben (veel) zon nodig, maar er zijn ook soorten die goed op schaduwrijke plekken kunnen staan. Denk hierbij aan eenjarige zomerbloeiers als zaai- of stekbegonia, vlijtig liesje, of de Tabaksplant (Nicotiana).
Een beukenhaag verdraagt schaduw. De plantafstand van Fagus sylvatica bedraagt, bij een levermaat van 60-80/80-100 circa 5 st./m1. Om een robustere haag te verkrijgen worden soms twee/drie rijen aangeplant in het zgn. driehoeksverband.
De meeste coniferen houden van een lichte plek, maar vooral Thuja en Taxus verdragen vrij veel schaduw. Vaak wordt gedacht dat coniferen graag in zure grond groeien, maar dat is meestal niet zo. Coniferen doen het in iedere normale tuingrond, maar hebben het liefst iets zwaardere lichte leem- of kleigrond.
Liguster groeit in de zon even goed als in de schaduw. Als u dus niet precies weet wat voor soort planten in uw tuin wel en niet gedijen, zit u met de liguster dus zeker goed. Verder brengt de liguster ook nog eens veel leven de tuin in.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
De campanula is een gemakkelijke plant en groeit op elke grondsoort, maar geeft wel de voorkeur aan kalkhoudende grond. De plant groeit het beste in de zon of halfschaduw.
Plant de lupinus op een mooi plekje in de zon of halfschaduw. In de winter sterft deze vaste plant af. Knip in het voorjaar de lupine helemaal terug, zodat u die zomer weer een mooie bloeiende plant heeft.
Standplaats. In de volle zon is ideaal, anders een zo licht mogelijke halfschaduw plaats. De Hibiscus verdraagt in de regel echter meer schaduw dan andere bloeiende struiken, zonder dat de bloei het af laat weten. De plant bloeit zelfs nog op het noorden goed.
Een schaduwrijke tuin betekent niet direct een tuin vol tegels met maar een enkele bloembak. Er zijn namelijk verrassend veel planten die prima gedijen op een schaduwrijke plek. De planten doen het bijvoorbeeld prima onder het bladerdek van bladverliezende struiken of bomen. Ook een plek naast een muur is prima.
Een vlinderstruik planten kan het beste in het voorjaar of najaar, niet tijdens vorst. De vlinderstruik houdt van een voedingrijke, humusrijke, goed doorlatende en kalkhoudende grond. Zet deze struik niet op een zure grond, want dan kan deze geen voedingsstoffen opnemen. Plant de vlinderstruik op een zonnige plek.