Er zijn ook gezonde eetbare planten, bloemen, bomen en kruiden voor paarden. Kruiden in de paardenwei kunnen een gustige werking hebben op de lichaamsprocessen. Een paar voorbeelden van eetbare planten en kruiden in de paardenweide zijn: de Paardenbloem, Fluitenkruid, witte en rode Klaver, Kamille, Madeliefje, Distel.
Er komen veel verschillende planten voor die giftig zijn voor paarden. Beruchte giftige planten zijn jacobskruiskruid, taxus, buxus, hulst, heermoes, adelaarsvaren, waterscheerling en klaver.Ook de minder bekende acacia en esdoorn kunnen voor grote problemen zorgen.
Haagplanten die giftig zijn voor honden, katten of paarden zijn onder meer de taxus, de liguster, de laurierkers, de buxus en de hulst. Wel geschikt zijn de haagbeuk, de beukenhaag, de sneeuwbal en de meidoorn.
Hortensia's zijn giftig voor katten, honden en paarden. Over het algemeen weten dieren heel goed waar ze niet aan moeten knabbelen. Het kan dus geen kwaad om hortensia's in je tuin te zetten als je huisdieren hebt. Je kunt hortensia's gewoon hanteren zonder handschoenen, maar je moet de plant niet opeten.
Gevolgen voor dieren
De plant is mild giftig. Inname van kleine hoeveelheden veroorzaakt geen vergiftiging. De saponinen zijn irriterend voor het maagdarmslijmvlies, en inname van relatief grote hoeveelheden kan maagdarm effecten veroorzaken, zoals koliek, braken en diarree.
Wilgentakken zijn erg geliefd door paarden, deze kun je gerust aan de paarden geven.Ook takken van onder andere de berk of linde zijn geschikt om te eten.
De rhododendron kan soms uitgroeien tot de grootte van een kleine boom. De bladeren en bloemen van de struik zijn giftig. Het gaat om de gifstof Andromenotoxne, die stimulatie en vervolgens onderdrukking van het centraal zenuwstelsel veroorzaakt en de functie van de dwarsgestreepte spieren aantast.
Boterbloemen zijn vers wel giftig maar worden in principe door paarden niet gegeten. Wel als ze gedroogd zijn (zitten soms in het hooi) maar dan is het gif verdwenen. Bij berenklauw hangt het ervan af, wat voor berenklauw het is. De Europese (kleine) berenklauw is niet giftig en geeft geen irritatie van de huid.
Groenten voor paarden: Naast fruit is groente (met mate) ook een optie. De volgende groenten kan je veilig aan je paard voeren: broccoli, boerenkool, spruitjes, spinazie, radijsjes en wortelen. Vooral wortelen zijn een gezonde aanvulling, ze bevatten erg weinig suiker, veel vocht en daarnaast ook nog bèta-caroteen.
Uit onderzoek door een Engelse universiteit is gebleken dat paarden de smaak van banaan en fenegriek het lekkerst vinden. Daarna volgen tomaat, rozemarijn, komijn, wortel, pepermunt en oregano.
Struikelen. Wanneer je merkt dat je paard regelmatig struikelt (voor of achter), is dit vaak een symptoom van een kreupelheid. Ook wanneer je paard stijver of korter loopt dan wat je gewend bent, wordt dit mogelijk door een kreupelheid veroorzaakt.
Coniferen groeien overal, in bossen, tuinen, langs weides en als hagen. Vooral de naalden en de takken van de conifeer zijn gevaarlijk voor paarden. Het eten hiervan kan resulteren in benauwdheid, abortus, diarree, hartstilstand, bloedingen, niet- en blaasaandoeningen en nierbeschadiging.
De lijsterbes is een niet al te grote boom met een luchtige kroon. Het blad kan in beperkte mate gegeten worden. De oranje bessen die vaak in grote trossen in de boom hangen zijn niet eetbaar voor paarden.
Haagbeuk (geen beukenhaag)
In dit geval is dat best lastig, want de beukenhaag is giftig voor paarden en de haagbeuk niet. Kies dus voor de bladverliezende soort beuk; de haagbeuk.
Rode klaver kan door het hoge gehalte blauwzuur én het voorkomen van schimmels (mycotoxinen) bij paarden koliek, diarree en overmatig speekselen veroorzaken.
Geef liever geen uien, tomaten, rabarber of aardappelen aan je paard. Chocola en caffeïne-houdende producten kunnen ook een verkeerde uitwerking hebben op je paard of zelfs giftig zijn.
Het eten van vlas kan zeer gevaarlijk zijn en voor verstoppingen in het maag/darmkanaal zorgen, doordat het moeilijk verteerbaar is. Ook het eten van houtkrullen en zaagsel kunnen voor problemen zorgen, ondanks dat je paard er in eerste instantie geen last van lijkt te hebben.
In het voorjaar is de concentratie magnesium het hoogst in de wilg. Aangezien paarden nogal eens een tekort hebben aan magnesium, is het dus een goed idee om je paard begin maart wilgentakken te geven waar de eerste scheuten en knopjes aan zitten.
Er zijn overigens genoeg niet giftige klimplanten (maar dan niet wintergroen): klimrozen, hop, bruidssluier, druif, wilde wingerd of doornloze braam, of framboos. gewoon hedera( klimop) planten. dan heb jij een mooie klimplant en een groene muur.
Naast grassoorten zoals roodzwenk en timothee, zijn planten zoals paardenbloem, fluitenkruid, witte en rode klaver, kamille, madeliefje en distels prima voor paarden. Ook fenegriek, wilde peen, smalle weegbree, brandnetels (gedroogd zodat de 'prik' er af is) en struiken zoals wilgen zijn lekker en gezond voor paarden.
Voor zover bekend kunnen alleen de Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus L.)en de Vederesdoorn (Acer negundo) in dat opzicht een gevaar vormen. De twee andere veel in Nederland voorkomende esdoornsoorten, de Veldesdoorn (ook wel Spaanse aak genoemd, Acer campestre L.)