Koolhydraten, vetten en eiwitten leveren het grootste deel van de energie voor de cellen. Ze worden in de vorm van glucose in de mitochondriën van de cel verbrand.
Belangrijke toxinen die mogelijk schade aan de mitochondriën kunnen veroorzaken, zijn onder andere: Sigarettenrook. Luchtvervuiling, waaronder fijnstof. Polyaromatische koolwaterstoffen (PAK's)
De mitochondriën gebruiken deze energierijke elektronen om tijdens de oxidatieve fosforylering drie stoffen te produceren:adenosinetrifosfaat (ATP), nicotinamide-adenine-dinucleotide (NADH) en flavine-adenine-dinucleotide (FADH2).
Ook kunnen cellen suiker en zuurstof weer verbranden om energie vrij te maken. Omdat cellen bepaalde stoffen opnemen en ze omzetten in andere stoffen noemen we zulke processen stofwisselingsprocessen. We gaan twee stofwisselingsprocessen bespreken: fotosynthese en verbranding.
Bij volledige verbranding van organische stoffen reageert koolstof met zuurstof tot kooldioxide (CO2) en water (H2O): CH (Methaan)4 + 2 O2→ CO2 + 2 H2O. Bij een tekort aan zuurstof is de verbranding onvolledig. Er ontstaat dan minder kooldioxide en in plaats daarvan ontstaat koolmonoxide.
Metabolisme is een ander woord voor stofwisseling. Stofwisseling is de manier en snelheid waarop je lichaam voedingsstoffen omzet naar energie. Wanneer je een traagwerkend metabolisme hebt, kan dit ervoor zorgen dat je snel bijkomt en moeite hebt met afvallen.
Sommige stoffen, zoals koolmonoxide en fijn stof, komen bij vrijwel elke brand vrij. Andere stoffen worden voornamelijk gevormd als er specifieke materialen in de brandhaard aanwezig zijn. Voorbeelden zijn zoutzuur en dioxinen bij verbranding van PVC (polyvinylchloride ).
Het verbranden van fosfor is een voorbeeld van spontane ontbranding.
Marieke Velema legt uit: “De schildklier produceert de hormonen T3 en T4. Deze schildklierhormonen regelen de stofwisseling in het lichaam. De stofwisseling is het geheel van biochemische processen dat plaatsvindt in onze lichaamscellen. In feite regelen de schildklierhormonen de snelheid van de stofwisseling.
Regelmatige fysieke activiteit stimuleert mitochondriale biogenese , het proces waarbij nieuwe mitochondriën worden gevormd. Aerobische oefeningen, zoals hardlopen en zwemmen, en weerstandstraining kunnen de mitochondriale efficiëntie verbeteren en hun aantal vergroten, wat de algehele energieproductie en het uithoudingsvermogen verbetert.
Duursporters: Hebben een hoger aantal mitochondriën in hun spiercellen om langdurige, aerobe energieproductie te ondersteunen. Dit maakt hun spieren efficiënter in het produceren van energie over langere tijd.
De belangrijkste energieleverancier is glucose (suiker), maar ook vetten en eiwitten kunnen afgebroken worden om energie te leveren. Lichaamscellen halen hun energie vooral uit de verbranding van glucose in de mitochondrieën.
Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat aanzienlijke schade aan de mitochondriën ontstaat door veelvoorkomende, opzettelijke blootstelling aan stoffen, zoals alcoholgebruik en veelvoorkomende voorgeschreven medicijnen, zoals statines, NSAID's en antibiotica .
Zorg voor een evenwichtig eetpatroon
Eet juist méér antioxidantrijke producten zoals groenten en fruit. Ook vette vis (zoals sardientjes, makreel, haring en zalm) draagt bij aan goed werkende mitochondriën. In deze vissoorten zit namelijk het omega 3 vetzuur DHA.
Mitochondriën zijn uniek omdat ze hun eigen DNA hebben, mitochondriaal DNA of mtDNA. Mutaties in dit mtDNA of mutaties in nucleair DNA (DNA dat zich in de kern van een cel bevindt) kunnen mitochondriale aandoeningen veroorzaken . Omgevingsgifstoffen kunnen ook mitochondriale aandoeningen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van stoffen die spontaan ontbranden zijn: witte fosfor en bosbranden.
Onthoudt altijd goed, dat je lichaam eerst koolhydraten verbrandt voordat het eiwitten en vet verbrandt.
Voor verbranding heb je een brandstof en zuurstof nodig. Meestal gebruik je lucht.
Koolstofmonoxide komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals gas, hout, mazout, kolen en petroleum indien er onvoldoende zuurstof aanwezig is. We spreken dan over een onvolledige verbranding.
Zuurstof: het derde element
Vuur heeft drie elementen nodig om te ontbranden en in stand te houden: hitte, brandstof en zuurstof. De rol van zuurstof in een brand is om brandstofmoleculen te helpen oxideren of af te breken tot kleinere brandbare verbindingen, waarbij energie en hitte vrijkomen .
Wereldwijde gasreserves
De huidige R/P ratio voor aardgas is 53 jaar (Wikipedia 2023aw).
De levercellen zijn de belangrijkste plaats van talrijke stofwisselingsprocessen in het lichaam.
Het is een afbraakproces. Voor verbranding in de cellen van het lichaam van mens en dier en plant zijn nodig een brandstof (Glucose) en zuurstof (O2). Bij verbranding komen koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) en energie vrij.