Er waren verschillende soorten ridders zoals: Speerwerpers, boogschutters en zwaardvechters. Ridders waren altijd trouw aan hun heer/koning. Hier volgt de definitie van de 3 soorten ridders. Speerwerpers zijn ridders die vechten met behulp van speren.
Nederland kent namelijk twee soorten ridders. De ridder als adellijke titel en de ridder als bewapende ruiters.
De beroemdste ridder
Eduard van Woodstock, de Zwarte Prins, was een uitstekend tacticus. Op zijn 16e behaalde hij twee overwinningen in de Honderdjarige Oorlog met minder mannen dan de vijand.
Je bent pas echt ridder als je de ridderslag krijgt van een koning of een hertog of graaf. jaar, dus op je veertiende kan je schildknaap worden. Ben je 21 jaar dan word je pas ridder als jij jouw opleiding hebt voltooid en ook een ware ridder blijkt te zijn.
Koning Artur en zijn Ridders van de Ronde Tafel zijn vandaag misschien wel de meest bekende middeleeuwse literaire personages.
Een echte ridder moest sowieso het verschil tussen mijn en dijn kennen. 'De lepels waarmee wordt gegeten, mag je niet meenemen. ' Ook mocht een waardige ridder nooit eten wanneer anderen dronken noch met volle mond praten of drinken.
De eerste vijf graden zijn: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier en Ridder. Een benoeming in de zesde graad betekent dat iemand tot lid benoemd is in de Orde van Oranje-Nassau.
Er waren drie groepen: de geestelijken, de adel en de boeren. Boeren werden ook wel horigen genoemd. Oorspronkelijk mocht iedereen ridder worden, maar in de loop van de tijd waren het vooral adellijke zonen. Dat had alles te maken met de hoge kosten die aan het ridderschap verbonden waren, zoals wapenuitrusting.
In de middeleeuwen waren de ridders altijd mannen van adel. Dat kwam doordat je rijk genoeg moest zijn om zelf je uitrusting te kunnen betalen en doorgaans beschikten alleen de edelen over genoeg geld. In de vroege middeleeuwen waren ridders vooral mannen van lage adel.
Hoe zag een ridder eruit? Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg! De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Die waren heel soepel, de ridders konden er makkelijk in bewegen.
Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers. In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land, en dat lieten ze bewerken door boeren.
Wetenschappers hebben ontdekt dat ridders uit de vijftiende eeuw enorm gehinderd werden door hun harnas. De harnassen uit die tijd wogen zo'n dertig tot vijftig kilo. Wetenschappers vroegen zich af welke invloed het harnas op de prestaties van de ridder hadden en probeerden het uit.
De eerste ridders waren gewone soldaten te paard. Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten.
Tijdens gevechten droegen ridders een harnas. Dit was een soort pak, dat de ridders moest beschermen tegen steken van wapens. De eerste harnassen werden gemaakt van kleine ringetjes. Dit heet een maliënkolder.
De Middeleeuwen duren tot het jaar 1500. Het deel van de geschiedenis dat we hier bespreken noemen we de vroege Middeleeuwen. Dit is de tijd van de monniken en ridders.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Vaak waren het kleine leenmannen en niet meer dan vechters die ten dienste stonden van een graaf, hertog of een andere edele heer. Vanaf de 13e eeuw zorgen de ridderslag en de opkomst van de militair-religieuze ordes voor opname van de ridderschap in de adel.
In de loop van de Late Middeleeuwen verminderde het belang van de ridders op het slagveld door militaire veranderingen. Een van die veranderingen is de ontwikkeling van de kruisboog en longbow.
Net als bij de Orde van de Nederlandse Leeuw is Ridder Grootkruis de hoogste graad in deze orde. Deze onderscheiding wordt niet vaak uitgereikt.
2.828 Nederlanders zijn vandaag koninklijk onderscheiden voor hun bijdrage aan de samenleving. Onder hen zijn 998 vrouwen en 1830 mannen. Nederland is sinds vandaag 18 Ridders in de Orde van de Nederlandse Leeuw rijker. Daarnaast zijn 49 Officieren, 325 Ridders en 2.436 Leden in de Orde van Oranje-Nassau benoemd.
Ridder Grootkruis is de hoogste graad in de Orde van Oranje-Nassau. Wanneer een burger deze koninklijke versierselen uitgereikt krijgt, is dat zeer uitzonderlijk en bijzonder. Oud-premiers worden vaak benoemd tot Ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau.