Grofweg bestaan er drie soorten personages: de protagonist, de antagonist en de
Een door een auteur geschapen figuur die een rol speelt in een literair werk en daarin door de dialoog, de actie of de beschrijving wordt gekarakteriseerd of getypeerd. Soms zijn personages dieren of zaken die dan vaak menselijke eigenschappen krijgen toebedeeld.
Een flat character (type of statisch personage) is in een roman, verhaal, scenario of toneelstuk een vlak, niet uitgediept personage. Zijn tegenhanger, het round character, (dynamisch personage) maakt wel een karakterontwikkeling door en heeft een complexere persoonlijkheid.
De verschillende typen personages omvatten protagonisten, antagonisten, dynamische, statische, ronde, platte en standaard personages . Ze kunnen allebei in meer dan één categorie passen en veranderen van de ene categorie naar de andere gedurende het verloop van een verhaal.
Een personage is de uitbeelding van een persoon in een verhalend of dramatisch kunstwerk zoals een roman, toneelstuk of film. Personages ondergaan of veroorzaken de gebeurtenissen in een verhaal. In films en toneelstukken is het de rol die door een acteur of actrice gespeeld wordt.
Tritagonist . In de literatuur is de tritagonist (van het Oudgriekse τριταγωνιστής (tritagōnistḗs) 'derde acteur') of tertiaire hoofdpersoon het derde belangrijkste personage van een verhaal, na de protagonist en de deuteragonist.
Een type is een plat of statisch karakter (in het Engels flat character genoemd). Een niet-uitgediept karakter met maar één hoofdeigenschap. De domme boef bijvoorbeeld. Een type zal nooit de hoofdfiguur in een verhaal zijn, omdat hij of zij geen ontwikkeling meemaakt.
5 Karaktertypen die in fictie voorkomen
Op deze manier gegroepeerd op karakterontwikkeling, omvatten karaktertypen het dynamische karakter, het ronde karakter, het statische karakter, het standaardkarakter en het symbolische karakter. 1. Dynamisch karakter: Een dynamisch karakter is een karakter dat verandert in de loop van het verhaal.
Nevenpersonages zijn in feite hoofdpersonages die nooit een plaatsje kregen in de generiek. Het zijn personages die meerdere seizoenen deel uitmaakten van de vaste cast en diverse verhaallijnen kregen.
Een karakter is een personage uit het boek waarvan het innerlijk wordt beschreven, dus ook de gevoelens en gedachten. Karakters zijn veelzijdig en onvoorspelbaar en een karakter maakt bijna altijd een ontwikkeling door in het boek. Type: Een personage wat geen ontwikkelingen doormaakt in het boek is een type.
persoon (zn) : type, figuur, personage, element, iemand, heerschap. figuur (zn) : personage, romanpersonage, romanfiguur.
personage: een persoon of individu in het drama dat persoonlijke kwaliteiten en/of geschiedenissen kan hebben gedefinieerd . Platte personages (of tweedimensionale personages) vertonen een gebrek aan diepgang of verandering in de loop van een dramagebeurtenis.
Het is wereldwijd één van de bekendste en betrouwbaarste modellen op het gebied van persoonlijkheid en gedrag. In 1921 publiceerde Jung het boek 'Psychologische Typen', waarin mensen in 16 persoonlijkheidstypen werden ingedeeld.
Een ondersteunend personage is een personage dat niet de hoofdpersoon is in het verhaal, maar in plaats daarvan de protagonist ondersteunt om hen uiteindelijk te helpen hun doel te bereiken, een transformatie te ondergaan of het verhaal vooruit te helpen. Ze kunnen bestaan als veel verschillende soorten personages.
Begin bij het schrijven van een karakterbeschrijving met hun fysieke verschijning, inclusief hun lengte, gewicht, haar- en oogkleur en alle opvallende kenmerken . Zorg ervoor dat u ook informatie opneemt over hun leeftijd, etniciteit en eventuele littekens of tatoeages, of iets anders dat opvalt.
Grofweg bestaan er drie soorten personages: de protagonist, de antagonist en de bijfiguren.
Uiterlijke kenmerken gaan over hoe mensen eruit zien. Het uiterlijk wordt ook gezien iets om mee te communiceren: het zegt iets over iemand. Zodoende kunnen uiterlijke kenmerken bij anderen ook een reactie oproepen.
Tabb gelooft dat elk goed verhaal vijf primaire karaktertypen zou moeten bevatten: 1) de protagonist, 2) de antagonist, 3) de mentor, 4) de bondgenoot en 5) de liefdesbelangstelling . Vanaf daar moet je de plot, het probleem en het doel of de drive van het verhaal opbouwen om je visie te verwezenlijken.
Voor hoofdpersonages wordt één aangeraden. Dit blijft overzichtelijk voor de lezer en zo kan de lezer zich goed inleven in het personage. Je kan wel meerdere hoofdpersonages gebruiken, als je het verhaal vanuit meerdere perspectieven vertelt of gebruik maakt van een alwetende verteller.
De deuteragonist (secundair teken)
Vaak zijn ze een vriend of bondgenoot van de protagonist die een ander perspectief biedt op de gebeurtenissen in het verhaal, ze zijn meestal geen plat of statisch personage, maar zijn diep ontwikkeld als een dynamisch personage. De deuteragonist biedt ook een mogelijkheid voor tonaal contrast.