De 'Inhoudt' leert ons welke dichtsoorten vertegenwoordigd zijn: zegezangen, lofdichten, klinkdichten, lierdichten, afbeeldingen, bruiloftdichten, lijkdichten, grafschriften, geboortedichten, dankdichten, brieven, klachten, hekeldichten, lofdichten op uitgegeven teksten, opdrachten, bijschriften op steden en gebouwen, ...
Kwintet = een strofe van vijf versregels Voorbeeld: in onderstaand gedicht zijn de vierde en vijfde strofe een kwintet. Strofe 1 is een kwatrijn en strofe 2 en 3 zijn terzines. Sextet = een strofe van zes versregels Voorbeeld: in een Italiaans sonnet noemen we de twee terzetten samen het sextet.
Een haiku telt drie regels.
Een rondeel is een rijmend gedicht van 8 regels waarin versregels 1, 4 en 7 hetzelfde zijn, net als versregels 2 en 8.
Een pantoum, ook wel Tibetaans gedicht of Maleisisch vers genoemd, is een dichtvorm van twintig regels, waarbij een aantal van de regels wordt herhaald.
Prozagedicht: een gedicht wat geen metrum of rijmschema kent.
Een sonnet (Italiaans sonetto of Provençaals sonet 'liedje') of klinkdicht is een veertienregelig metrisch gedicht. Het is door de eeuwen heen waarschijnlijk de populairste dichtvorm in de westerse letterkunde.
Een sonnet is een gedicht van 14 regels en nog wat andere kenmerken.
Het rijmschema van de limerick is a a b b a. De eerste, tweede en vijfde regel rijmen dus op elkaar, net zoals de derde en de vierde regel. In de eerste regel van een limerick wordt vaak een persoon en/of plaats geïntroduceerd. De laatste regel bevat bijna altijd een pointe; een onverwachte wending.
Wat is een haiku? Het is een kort, niet-rijmend gedicht van (meestal) 17 lettergrepen in drie regels:vijf lettergrepen. dan zeven lettergrepen.
Het dertien regels-sonnet is een vorm gemaakt door Marcy Jarvis. De karakteristiek van de vorm is, dat een veertien-regelig sonnet, dat eindigt in een rijmend distichon, veranderd wordt in een 13-regelig vers, met binnenrijm en eindrijm in de 13e regel. Rijmschema en metrum is geheel naar keuze van de dichter.
Het Shakespeareaans sonnet (ook wel Engels sonnet genoemd) wijkt af qua structuur. Het bestaat uit drie kwatrijnen en één distichon.Het kent als rijmschema abab-cdcd-efef-gg.Het heeft de jambe als versvoet en is opgebouwd uit pentameters.
Een gedicht is door een dichter of dichteres bedacht en behoort tot de poëzie. Er zijn wat betreft de inhoud volgens Aristoteles drie soorten of genres poëzie: lyrische gedichten zijn kort en bespiegelend, epische gedichten vertellen een verhaal, en dramatische poëzie betreft toneelstukken in verzen.
1) in de vorm van een gedicht. 2) Het schema van een gedicht. Voorbeeld: `Bekende dichtvormen zijn het sonnet en de Limerick.
De e.d.i.t. (of tientje) is een gedicht van 10 regels, beginnend met een zin van één woord en eindigend met een zin van 10 woorden. Iedere zin staat op een nieuwe regel. Deze dichtvorm is eind 2006 bedacht door columnist Jessica van der Burg.
Een 160 is een gedicht van exact 160 tekens, inclusief spaties en leestekens. Deze dichtvorm, bedacht door Sofie Cerutti, wordt ook wel 'sms-gedicht' genoemd.
Een sonnet is een gedicht van veertien regels dat geschreven is volgens strenge rijmregels. Een sonnetten krans bestaat uit vijftien gedichten. Ieder sonnet begint met de slotregel van het voorafgaande gedicht.Het laatste sonnet wordt gevormd door alle beginregels van de veertien sonnetten.
Een kwatrijn is een gedicht dat uit vier regels bestaat. Het verwoordt vaak een korte levenswijsheid. Er wordt meestal een rijmschema gebruikt, en dit kan zowel gepaard (aabb), gekruist (abab) als omarmend (abba) zijn. Vanaf de dertiende eeuw raakte het sonnet als lyrische versvorm in gebruik.
Enjambement is het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels. De mogelijke redenen om dit te doen zijn onder andere: Het creëren van ongebruikelijk rijm.
Een rondeel is een lage, ronde toren die voor driekwart buiten de muur uitstak, van waaruit de ruimte voor de aangrenzende muurdelen wordt bestreken.
Een strofe is een onderdeel van een gedicht en bevat doorgaans een zekere gedachte-eenheid. Het uiterlijke kenmerk van de strofe is dat er zich voor en na de strofe een witregel bevindt. Een strofe in een gedicht kan worden vergeleken met een alinea in een tekst.
Men komt zo tot de volgende rijmschema's: a a a a = slagrijm. a a b b c c = gepaard rijm. a b a b = gekruist rijm.
Versvorm waarin de traditionele verstechniek slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal niet is aangewend: het METRUM ontbreekt en meestal ook het rijm (schema); de verslengte is onregelmatig, de strofebouw onvast of gewoon onbestaande.