Inzicht in de prestaties en andere gegevens van een school helpt ouders en leerlingen bij het kiezen van een geschikte school. De overheid stimuleert daarom openheid over de kwaliteit van scholen. Bijvoorbeeld met de website Scholenopdekaart.nl, waar ouders scholen kunnen vergelijken.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren. De scholen vallen onder de Wet op het primair onderwijs en maken daarmee deel uit van het reguliere onderwijs.
Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere scholen in het basisonderwijs. Kinderen van montessorischolen kunnen het programma in het voortgezet onderwijs goed aan. Ze vallen op door hun positieve werkhouding, hun mondigheid en zelfstandigheid.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
De vrijwillige ouderbijdrage is € 1054 per jaar voor vier- t/m twaalf-jarigen. Voor peuters en driejarigen geldt deze vrijwillige ouderbijdrage niet. Van de ouderbijdrage worden de snacks en lunch betaald en alle niet door de overheid gesubsidieerde activiteiten en materialen.
Onlangs kwam de sfeer samen met de kwaliteit van onderwijs naar voren als belangrijkste aspecten voor de keuze. Andere aspecten, die meewegen voor de schoolkeuze: Goede sfeer en uitstraling. Kwaliteit van onderwijs.
De wens van het kind staat in het keuzeproces met stip op één. Voor meer dan een derde van de ouders geeft dit uiteindelijk de doorslag. En ruim 60 procent noemt het in de top 3 van belangrijkste factoren bij de keuze van een middelbare school.
55 scholen krijgen het predicaat Excellente School
Vandaag hebben 55 scholen en schoolsoorten voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs het predicaat Excellente School ...
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Een school wordt als zeer zwak bestempeld door de inspectie als de school belangrijke tekortkomingen vertoont en leerlingen onvoldoende voorbereidt op hun leven na de schoolperiode. De inspectie publiceert het overzicht van zwakke en zeer zwakke scholen.
Ga naar www.onderwijsinspectie.nl, voer een schoolnaam in en je kunt het officiële opbrengstenoverzicht bekijken. Je kunt ook zelf direct een vraag stellen aan de inspectie.
Reformatorische en islamitische basisscholen scoren het beste op de eindtoets. Dat blijkt uit het jaarlijkse scholenonderzoek van RTL Nieuws.
Conclusie. De middelbare school waar uw kind naartoe gaat bepaalt het niveau van uw kind door middel van een toelatingsexamen, proefklasse, onderzoek van de basisschool en/of psychologisch onderzoek. Meestal is dit een combinatie van de Citotoets en het advies van de leerkracht van groep 8.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Met een dubbeladvies is een leerling toelaatbaar voor de eerste onderwijssoort. Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Maria Montessori ontdekte dat kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat gebeurt in hun eigen ritme en eigen tempo. Door kinderen te stimuleren op allerlei vlakken, daagt het Montessorionderwijs ze uit om zich verder te ontplooien.
Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
Op een montessorischool zitten meerdere jaargroepen in een klas. Meestal zijn dit drie jaargroepen, zoals groep 3, 4 en 5 (middenbouw) en groep 6, 7 en 8 (bovenbouw). Maar er zijn ook montessorischolen die twee jaargroepen combineren, zoals groep 3 en 4, groep 5 en 6 en groep 7 en 8.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Onder de richting algemeen bijzonder vallen scholen zoals: Montessorischolen; Daltonscholen; Jenaplanscholen.