In het voortgezet onderwijs zijn er openbare scholen en bijzondere scholen die uitgaan van een godsdienst of levensovertuiging. Er zijn verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo.
Na het afronden van de basisschool gaan kinderen naar de middelbare school (voortgezet onderwijs). Er zijn drie soorten voortgezet onderwijs: vmbo, havo en vwo (atheneum of gymnasium). Daarnaast is er praktijkonderwijs (Pro).
Na de havo of het vwo kunnen leerlingen van een middelbare school doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast kunnen ook studenten van een afgeronde mbo niveau 4-opleiding doorstromen naar het hbo. In vergelijking met het wetenschappelijk onderwijs zijn hbo-opleidingen meer gericht op een beroepspraktijk.
Na het afronden van het basisonderwijs volgt het voortgezet onderwijs. Een andere benaming voor voortgezet onderwijs is middelbaar onderwijs. De duur van het voortgezet onderwijs hangt af van het niveau dat je volgt. Dit varieert tussen de 4-6 jaar.
In 2022 zijn er 641 instellingen in het voortgezet onderwijs.
Er bestaat een maximumleeftijd voor het voltijds gewoon secundair onderwijs. Leerlingen die geen 25 jaar zijn, kunnen inschrijven in het voltijds gewoon secundair onderwijs. Zij kunnen er blijven tot het einde van het schooljaar waarin ze 25 worden.
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar.
Welke niveaus zijn er? Binnen het voortgezet onderwijs zijn er verschillende niveaus zoals vmbo (basis, kader en theoretisch), havo, vwo en gymnasium.
Na groep 8 van de basisschool gaan kinderen naar de middelbare school, ook wel voortgezet onderwijs (vo) genoemd. Kinderen zijn meestal rond de 12 jaar als ze naar de middelbare school gaan.
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) is een vierjarige opleiding binnen het voortgezet onderwijs, die leerlingen voorbereidt op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of doorstroom naar de havo. Het bestaat uit vier leerwegen: vmbo-bb, vmbo-kb, vmbo-gl en vmbo-tl.
In België ziet het middelbaar onderwijs er anders uit: ASO (Algemeen Secundair Onderwijs): Dit is vergelijkbaar met het Nederlandse VWO en biedt een breed algemeen vormend curriculum. TSO (Technisch Secundair Onderwijs): Dit is vergelijkbaar met het Nederlandse HAVO en biedt een meer praktijkgericht curriculum.
De Amerikaanse middelbare school wordt high school genoemd en is meestal opgedeeld in een junior high of middle school (te vergelijken met middenschool of onderbouw) en een senior high (de bovenbouw).
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Na de middelbare school kan je kind een vervolgopleiding kiezen.Dit kan een mbo- of hbo-opleiding zijn of een universitaire studie. Maar je kind kan er ook voor kiezen om te gaan werken.
Basis- en speciaal onderwijs
Vanaf het vierde levensjaar gaan de meeste kinderen naar de basisschool (bao), die uit 8 leerjaren bestaat. Het speciaal basisonderwijs (sbao) en het speciaal onderwijs (so) is gericht op leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben.
Het Nederlandse onderwijssysteem bestaat uit basisonderwijs, voortgezet onderwijs (ook wel middelbare school genoemd) en vervolgonderwijs. Kinderen van 4 tot en met 12 jaar volgen basisonderwijs. Vanaf hun 13de jaar gaan kinderen naar het voortgezet onderwijs, tot ze 16, 17 of 18 zijn.
Na een verplicht jaar kleuteronderwijs duurt de basisschool nog 6 jaar. Het voortgezet onderwijs heet secundair onderwijs of middelbaar onderwijs.
Jij zal les volgen aan een plaatselijke middelbare school (High School). Een High School biedt gewoonlijk de laatste 4 jaar van de humaniora aan: Grade 9 (Freshman) - 3e middelbaar. Grade 10 (Sophomore) - 4e middelbaar.
Mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs.Het is onderwijs dat aansluit op de middelbare school. Het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) bereidt je voor op het mbo. Ook als je een havo diploma hebt, of vroeger een ander diploma hebt gehaald, dan kan je studeren aan het mbo.
Het gymnasium is - net als het atheneum - een stroming binnen het vwo en duurt ook 6 jaar. Onze leerlingen op het gymnasium volgen in de onderbouw (tot en met het 3e leerjaar) extra vakken in klassieke culturele vorming, te weten Grieks en Latijn.
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs. Het schooladvies in groep 8 bepaalt op welke niveau de leerling instroomt in het voortgezet onderwijs.
Het niveau van een High School Diploma kan variëren van een vmbo-t-diploma tot een vwo-diploma door de inhoudelijke verschillen (de niveaus van de vakken en de samenstelling van het vakkenpakket). De keuze van het vakkenpakket is afhankelijk van de aanleg en interesse van de leerling. Duur: 4 jaar (grades 9-12).
Mavo, oftewel vmbo-t of vmbo-tl, is een theoretische leerweg. De afkorting mavo staat voor 'middelbaar algemeen voortgezet onderwijs' en duurt 4 jaar. Onze leerlingen volgen op de mavo voornamelijk algemeen vormende avo-vakken.
Voortgezet Onderwijs - Scholenkeuze. Na de basisschool, dus vanaf ongeveer 12 jaar, gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs bestaat uit VMBO, HAVO en VWO en bereidt leerlingen voor op het mbo of het hoger (beroeps)onderwijs. Leerlingen krijgen in de onderbouw een brede scholing.